10 januari 2009

De ikmarkt

Ik lees in een artikel: “Ben jij een sterk merk? Wat is dan jouw merkessentie?” Oeps. Ik loop snel even naar de spiegel om te kijken of ik niet zomaar zonder het te merken veranderd ben in een televisie met plat scherm, een tube dagcrème voor mannen of een koetjesreep. Maar het valt nog mee, dezelfde wat vermoeide kop kijkt me aan in de spiegel. Dat ik net die dag die spiegel met mijn nieuwe ecologisch verantwoorde glasreiniger van het juiste merk heb schoongemaakt helpt natuurlijk bij de bevestiging van wat ik al vermoedde: ik ben er nog.

Terug het bed in om verder te lezen. Het is trouwens niet simpel om te lezen in bed als het heel koud is buiten en de slaapkamer niet verwarmd is, maar dat is weer een andere discussie. Ik lees verder. Het artikel gaat over een cursus in ‘personal branding’. Woew. “Als het goed is kan ik mezelf straks met een pakkende ‘elevator pitch’ presenteren. Dat betekent dat ik in een lift kan stappen en dat ik vóór die op de achtste etage is aan mijn liftgenoten heb uitgelegd wie ik ben en waar ik voor sta.” De lesgeefster legt uit: “Als producten een sterk merk kunnen zijn, waarom zouden personen het dan niet kunnen zijn. (…) Door personal branding leer je jezelf als merk neerzetten, waarbij je je persoonlijkheid, kennis en ervaring gebruikt om je te onderscheiden van anderen.”

O jee, mijn hoofd begint te tollen. Die lift. Hoe zit dat nu eigenlijk? Ik neem eigenlijk nooit de lift, tenzij het moet. Had ik mezelf net opgevoed om altijd en overal de trap te nemen, om zo volop aan mijn conditie te werken, en dan blijkt dat ik zo de kans ga missen op onder meer die droomjob die in mijn schoot zou vallen als tijdens de trip in de lift net tegenover mij die persoon staat die die job in de aanbieding heeft en die ook spontaan aan mij zou geven na mijn pakkende elevator pitch. En wat doe je trouwens als er maar drie verdiepingen zijn in het gebouw? Moet je dan aan diezelfde persoon zeggen dat je even de lift stillegt omdat je promopraatje toch wel een liftduur van acht verdiepingen vergt? En hoe weet je van tevoren of de lift snel of traag zal gaan?

In een sneltreinvaart scan ik mijn geheugen – doen alsof ik een computer ben helpt misschien – op zoek naar liftervaringen. Heb ik ooit al eens de aandrift gevoeld om aan mijn liftgenoten te vertellen welk merk ik ben? Andere aandriften waren er misschien wel, maar die heb ik natuurlijk niet laten merken, wat ook iets zegt over mijn merk, merkt u het al?

Hoe moet ik dat trouwens doen, mezelf ‘neerzetten’ als merk? Ik stap terug uit bed, en loop weer naar de badkamer. Daar is ook een staande spiegel, waarin ik me helemaal kan zien. Die is handig voor als je uit de douche stapt, kun je ineens zien of je niet stiekem iemand anders geworden bent, wat meestal behoorlijk meevalt, maar ook dat is een andere discussie. Ik ga op verschillende manieren staan voor de spiegel, telkens na een licht nonchalante aanloop, om dan te checken of ik mezelf op een manier neerzet waaruit een merk zou spreken. Er gebeurt helemaal niets.

Weer maar naar bed dus. Misschien moet ik eerst maar eens het merk in mezelf zoeken. De moderne communicatietechnologieën kunnen me misschien helpen. Ik sta weer op en ga op mijn feesboekprofiel zoeken wat anderen over mij zeggen: most punctual, best public speaker, most powerful. Jaja, dat zal wel…

De vragen blijven door mijn hoofd razen. Hoe weet je nu op welke markt je jezelf moet neerzetten? En hoe kan ik dat zien aan de persoon die tegenover mij zou staan in de lift? Misschien is zij inderdaad op zoek naar de ideale persoon voor een job als controleur van de gereedschapskist die astronauten meenemen voor hun ruimtewandeling. In dat geval zou de mij toegedichte punctualiteit goed zijn qua positionering. Maar misschien zoekt zij vooral een man die haar ’s nachts zachtjes in slaap wiegt nadat hij iets ondeugends in haar oor heeft gefluisterd wanneer ze niet kan slapen omdat ze te zeer ligt te piekeren over haar personal branding. In dat geval heeft ze nood aan andere kwaliteiten, die ik misschien wel bezit, vooral op oneven dagen. Maar als ik dan zou zeggen dat ik punctueel ben, al tussen verdieping een en twee, zou de rit naar de achtste wel eens heel lang kunnen duren, en in pijnlijke stilte verlopen. Misschien zoekt ze een man die met haar wil gaan winkelen, en trefzeker kan zeggen welk mantelpakje of lingeriesetje haar het beste staat. Zo’n man moet goed kunnen zwijgen, en enkel de juiste woorden op het juiste moment uit zijn hand kunnen toveren. Wie weet pas ik ook wel in dat profiel, maar spontaan op een vrouw afstappen, jezelf voor haar neerzetten, en zeggen dat je graag haar lingerie zou willen beoordelen, is niet noodzakelijk bevorderlijk voor de feestvreugde in de lift.

Dat ik het niet moeilijker moet maken dan het is, zeg ik tegen mezelf. Ondertussen is de nacht al stevig gevorderd. Het is blijkbaar nog kouder geworden buiten, want de auto’s raken niet meer gestart, maak ik op uit de nachtgeluiden. Maar goed, niet moeilijker, wat betekent dat? Er zijn vele ikken in mij. Welke ik moet ik nu eigenlijk op de markt brengen? Ze veranderen namelijk elke dag. In het algemeen kun je zeggen dat het leven drassig is, zelden overzichtelijk, maar daarom misschien ook draaglijk. Maar voor de uit de lucht uitgespaarde ruimte die ikzelf ben is dat niet echt anders. Het is me daar een toestand in mijn hoofd en lijf… Gelukkig herkennen de meeste anderen me normaal gezien wel. Ze spreken me meestal toch met dezelfde naam aan, of knikken als ze me tegenkomen. Daaruit kan ik opmaken dat er wel degelijk een soort van ik bestaat die ook ergens in hun hoofd conceptueel aanwezig is. Een verheugende vaststelling. Misschien moet ik bij mijn vrienden een marktonderzoek doen, om zo te weten te komen of ik als een merk te reconstrueren ben.

Als ik nog langer zou nadenken nu, zie ik er morgenvroeg helemaal als een slagveld uit, wat ook niet goed is voor de personal branding. Dit wordt niets. Ik wil helemaal geen merk zijn. Gewoon mezelf, een beetje morsig, ontsnappend aan consistentie, verward door verlangens en rafelige inzichten, met momenten van aarzelende vrede, dat moet maar goed genoeg zijn. Misschien moet ik me wel voornemen om toch maar af en toe de lift te nemen. Bij voorkeur dan naar de achtste verdieping. En als er een vrouw tegenover me staat, zal ik misschien gewoon glimlachen, en dan zie ik wel wat er gebeurt. De marktwaarde daarvan is behoorlijk nihil. Gelukkig maar.

2 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

"Ik wil helemaal geen merk zijn. "

Wat dacht je van 'Groen', Jan.
Zonder het uitroepteken te vergeten.

Ooit de film 'De lift' gezien.
Daarvan herinner ik me vooral de volslanke naakte dame.

Personal branding.
Of vergis ik me nu?

Toch maar uitstappen op de dertiende verdieping.
Als ik die vind.

.

tine heyse zei

Leuk stukje

Moest ik je beter kennen
dan zou ik zeker vragen
wat jouw kwaliteiten zijn op oneven dagen

Ik heb ook veel ikken

gelukkig