Ingewikkelde documenten. Over wat er moet gebeuren met het reeds gespaarde geld van de groepsverzekering voor het pensioensparen na de uitdiensttreding. Het woord uitdiensttreding lijkt te suggereren dat je uit je zelf treedt. Boven je bed rondzweven en jezelf zien liggen, zoiets misschien? Lukt nog niet zo goed. Na een momentje dutten of suffen schrikken van je eigen stem zodra die weer gebruikt wordt. Dat zou al kunnen. Zolang er maar niet ten hemel moet gestegen worden. Er wachten nog enkele fijne dingen in dit aardse tranendal. Ongetwijfeld. Toch ook maar even checken (checken checken checken) of er een ander document bestaat dat de nieuwe indiensttreding bevestigt. Dat het nieuwe werk ondertussen gebeurt, daarover bestaat geen twijfel, maar of die blijde nieuwe intrede ook documentgewijs kan bevestigd worden, dat is wat anders.
Ingewikkelde documenten dus. In het kader van ‘laten we eens doen alsof ik mijn eigen leven goed onder controle heb’ netjes aan de tafel gaan zitten om de documenten te bestuderen. Een brief die uitleg geeft over de vier opties die er zijn voor het gestelde probleem zou in principe uitleg moeten geven over die vier opties, althans op een manier die tot enige verheldering leidt. Het enige effect van het grondig lezen – zij het met een vermoeid, en naar dringende vakantie snakkend hoofd – is een nog grotere onwetendheid. Onbewuste onwetendheid is een fijn gevoel. Niet weten wat je allemaal niet weet. Niet weten hoe ingewikkeld dingen zijn die je altijd ver van je weg hebt gehouden. Het is geweldig. Maar een document dat je verplicht na te denken over dingen waarover je helemaal niet wilde nadenken, enkel en alleen om te beseffen dat je volstrekt onwetend bent, zonder twijfel zelfs quasi achterlijk, dat is wat anders.
Je neemt je voor om – in het kader van ‘laten we eens niet hardnekkig zelf verder aanklooien omdat we te trots of te verlegen zijn om hulp te vragen’ – het document voor te leggen aan een ander, die ongetwijfeld deskundiger zal zijn. Het leidt tot enige verbetering, maar niet tot opheldering van het waarschijnlijk essentiële verschil tussen optie 1 en optie 2. Optie twee spreekt over een ‘onthaalstructuur’. Misschien is die bedoeld om de fragmenten van jezelf, die ontstaan na de uitdiensttreding, terug bij elkaar te harken en netjes te archiveren in speciaal daarvoor voorziene archiefdozen. Er is maar één oplossing: bellen. In de brief is vermeld dat er een speciaal team van deskundigen op jouw vraag zit te wachten, en je graag verder wil helpen. Dus die zitten daar de hele dag een beetje suffig voor zich uit te kijken tot de bewuste vraag zal komen?
Na een muziekje neemt de deskundige mevrouw de telefoon op. Even hoop je nog als verwelkoming te zullen horen dat ze al de hele tijd op jou zaten te wachten, maar zo gul is de onvoorwaardelijke liefde dan toch weer niet. Aangezien ‘laten we vandaag eens doen alsof we assertief zijn’ aan de orde is, begin je, een beetje jolig, met de vraag of je mag zeggen dat de brief die je kreeg toch eigenlijk eerlijk gezegd wel een klein beetje ingewikkeld is (voor mensen met beperkte intellectuele capaciteiten zoals jij). De mevrouw zegt dat ze zich daar iets bij kan voorstellen. Je hoopt dat ze het heeft over de brief, en niet over jouw achterlijkheid. Of die vier opties even kunnen uitgelegd worden, vraag je. Dat blijkt heel simpel te zijn. Gezien de gegevens van het dossier, deskundig opgezocht na het doorgeven van het identificatienummer, is in wezen alleen optie 1 van toepassing. Optie 2 bleek voor een verzekering waarbij niet bepaald was dat er geld zou worden uitgekeerd aan de verwanten bij overlijden voor de genoemde datum. Je overweegt nog even te vermelden dat het toch mogelijk moet zijn om die simpele uitleg ook gewoon in de brief te vermelden, maar je doet het toch maar niet.
Door het opnieuw lezen van alle documenten met diverse bedragen voor diverse gevallen, gradaties van dood of zo, besef je wat daar staat. Datum van vermoedelijke pensionering: 1 maart 2030. Een lichte schok gaat door je gammele wervelkolom. Daar staat het dus. Aangezien er een datum van pensionering is, zou dat kunnen willen zeggen dat je nu in de fase voorafgaand aan de pensionering bent. En dat zou dan impliceren dat je eigenlijk min of meer groot geworden bent, of toch een groot jongetje. Je vroeg het je vroeger vaak af, hoe en wanneer je zou weten dat je groot geworden was, misschien wel een man. Je wacht nog steeds op het antwoord.
Een vriend suggereert nog dat die onthaalstructuur, mocht die ook bij optie 1 horen, misschien een soort hostess is, die dan op 1 maart 2030 aan je deur zal worden afgeleverd. Ze zal dan misschien een document bij zich hebben, dat – na ontcijfering via diverse deskundige technieken – officieel zal bevestigen dat je een groot jongetje geworden bent. Ze zal je bij de hand nemen om je weg te zoeken in die boze grote wereld van de grote mensen. En hopelijk zal ze er ook voor zorgen dat er geen brieven meer komen met vier opties. Je zult haar uitnodigen om rustig de stad in te wandelen om een koffietje te gaan drinken. Waarna zal blijken dat ze moet kiezen tussen 17 varianten koffie, en jij haar ongetwijfeld zult kunnen helpen bij het maken van de juiste keuze. Die er natuurlijk in kan bestaan ze alle 17 uit te testen. Je zult dan immers toch alle tijd hebben. Na 1 maart 2030.
Ingewikkelde documenten dus. In het kader van ‘laten we eens doen alsof ik mijn eigen leven goed onder controle heb’ netjes aan de tafel gaan zitten om de documenten te bestuderen. Een brief die uitleg geeft over de vier opties die er zijn voor het gestelde probleem zou in principe uitleg moeten geven over die vier opties, althans op een manier die tot enige verheldering leidt. Het enige effect van het grondig lezen – zij het met een vermoeid, en naar dringende vakantie snakkend hoofd – is een nog grotere onwetendheid. Onbewuste onwetendheid is een fijn gevoel. Niet weten wat je allemaal niet weet. Niet weten hoe ingewikkeld dingen zijn die je altijd ver van je weg hebt gehouden. Het is geweldig. Maar een document dat je verplicht na te denken over dingen waarover je helemaal niet wilde nadenken, enkel en alleen om te beseffen dat je volstrekt onwetend bent, zonder twijfel zelfs quasi achterlijk, dat is wat anders.
Je neemt je voor om – in het kader van ‘laten we eens niet hardnekkig zelf verder aanklooien omdat we te trots of te verlegen zijn om hulp te vragen’ – het document voor te leggen aan een ander, die ongetwijfeld deskundiger zal zijn. Het leidt tot enige verbetering, maar niet tot opheldering van het waarschijnlijk essentiële verschil tussen optie 1 en optie 2. Optie twee spreekt over een ‘onthaalstructuur’. Misschien is die bedoeld om de fragmenten van jezelf, die ontstaan na de uitdiensttreding, terug bij elkaar te harken en netjes te archiveren in speciaal daarvoor voorziene archiefdozen. Er is maar één oplossing: bellen. In de brief is vermeld dat er een speciaal team van deskundigen op jouw vraag zit te wachten, en je graag verder wil helpen. Dus die zitten daar de hele dag een beetje suffig voor zich uit te kijken tot de bewuste vraag zal komen?
Na een muziekje neemt de deskundige mevrouw de telefoon op. Even hoop je nog als verwelkoming te zullen horen dat ze al de hele tijd op jou zaten te wachten, maar zo gul is de onvoorwaardelijke liefde dan toch weer niet. Aangezien ‘laten we vandaag eens doen alsof we assertief zijn’ aan de orde is, begin je, een beetje jolig, met de vraag of je mag zeggen dat de brief die je kreeg toch eigenlijk eerlijk gezegd wel een klein beetje ingewikkeld is (voor mensen met beperkte intellectuele capaciteiten zoals jij). De mevrouw zegt dat ze zich daar iets bij kan voorstellen. Je hoopt dat ze het heeft over de brief, en niet over jouw achterlijkheid. Of die vier opties even kunnen uitgelegd worden, vraag je. Dat blijkt heel simpel te zijn. Gezien de gegevens van het dossier, deskundig opgezocht na het doorgeven van het identificatienummer, is in wezen alleen optie 1 van toepassing. Optie 2 bleek voor een verzekering waarbij niet bepaald was dat er geld zou worden uitgekeerd aan de verwanten bij overlijden voor de genoemde datum. Je overweegt nog even te vermelden dat het toch mogelijk moet zijn om die simpele uitleg ook gewoon in de brief te vermelden, maar je doet het toch maar niet.
Door het opnieuw lezen van alle documenten met diverse bedragen voor diverse gevallen, gradaties van dood of zo, besef je wat daar staat. Datum van vermoedelijke pensionering: 1 maart 2030. Een lichte schok gaat door je gammele wervelkolom. Daar staat het dus. Aangezien er een datum van pensionering is, zou dat kunnen willen zeggen dat je nu in de fase voorafgaand aan de pensionering bent. En dat zou dan impliceren dat je eigenlijk min of meer groot geworden bent, of toch een groot jongetje. Je vroeg het je vroeger vaak af, hoe en wanneer je zou weten dat je groot geworden was, misschien wel een man. Je wacht nog steeds op het antwoord.
Een vriend suggereert nog dat die onthaalstructuur, mocht die ook bij optie 1 horen, misschien een soort hostess is, die dan op 1 maart 2030 aan je deur zal worden afgeleverd. Ze zal dan misschien een document bij zich hebben, dat – na ontcijfering via diverse deskundige technieken – officieel zal bevestigen dat je een groot jongetje geworden bent. Ze zal je bij de hand nemen om je weg te zoeken in die boze grote wereld van de grote mensen. En hopelijk zal ze er ook voor zorgen dat er geen brieven meer komen met vier opties. Je zult haar uitnodigen om rustig de stad in te wandelen om een koffietje te gaan drinken. Waarna zal blijken dat ze moet kiezen tussen 17 varianten koffie, en jij haar ongetwijfeld zult kunnen helpen bij het maken van de juiste keuze. Die er natuurlijk in kan bestaan ze alle 17 uit te testen. Je zult dan immers toch alle tijd hebben. Na 1 maart 2030.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten