11 augustus 2010

Gezusters Materassi


Zussen aan de rand van een tragedie, of toch niet? Gezusters Materassi, van de Italiaanse auteur Aldo Palazzeschi kwam voor het eerst uit in 1934 en is pas onlangs naar het Nederlands vertaald. Het is een heerlijk boek, afwisselend tragisch, komisch, wrang en subtiel speels. Een boek dat zijn tijd neemt, en dat je toch snel wil lezen.

Het verhaal speelt zich af net na de Eerste Wereldoorlog in het kleine dorpje Santa Maria a Coverciano, in de buurt van Florence. Het dorp zelf wordt uitgebreid geïntroduceerd, met een licht ironische theatraliteit, die meteen de toon zet voor de rest van het boek. Je voelt dat hier iets zal worden opgevoerd. In een omgeving waar blijkbaar wetten gelden over de plaats van plekken en dus ook mensen binnen de maatschappelijke orde. Al lijkt het alsof de soms wat statige toon van de verteller met een knipoog samengaat.

We maken kennis met de zussen Teresa en Carolina Materassi, allebei vijftig. Ze hebben een eigen naai- en borduurbedrijf, en zijn met hun tweetjes een ‘instituut’ geworden. De zaken gaan goed, maar het was ooit anders. Hun vader had zowat het hele familiefortuin erdoor gejaagd, en door noeste arbeid hebben de twee de zaken terug op orde gekregen, en zijn ze welgesteld. Hun onverbiddelijke arbeidsethiek heeft er echter ook voor gezorgd dat de tijd aan hen is voorbij gegaan. Van de liefde hebben ze nooit geproefd. Teresa heeft haar vrouwelijkheid ergens begraven onderweg, Carolina lijkt iets vrouwelijker. Oude vrijsters zijn ze geworden, die zich af en toe (elke zondagnamiddag) verliezen in een zielig rondje fabuleren over de liefde die ze nooit kenden.

Teresa en Carolina zijn de rots, maar ze zijn niet alleen. Er is nog Giselda, die na een mislukt huwelijk terug bij de twee is ingetrokken, haar wrok tegen alle mannen voedend. En er is nog een vierde zus, Augusta, die ver weg woont, en een simpel en armoedig bestaan leidt. Een spilfiguur is ten slotte de erg aardse Niobe, die als huishoudster inwoont. Zij heeft ook haar slechte ervaringen gehad met de mannen, maar dat lijkt niet geleid te hebben tot bitterheid.

Als Augusta sterft, komt haar zoon Remo terecht bij de gezusters Materassi. Remo steelt meteen het hart van Teresa, iets meer van Carolina en helemaal van Niobe. Giselda houdt afstand. Remo maakt meteen deuken in het bij zichzelf opgelegde stijfburgerlijke harnas van de zussen. Hij neemt iedereen voor zich in, en doet de zussen dromen van een glorieuze toekomst voor de jongen. Hij zal het gaan maken in die grote wereld buiten het kleine dorp die voor hen altijd ver weg was. Alleen heeft Remo niet zoveel zin in die grote plannen.

De charmeur Remo blijkt stilaan vooral een erg gewiekste manipulator. De dorpelingen zien al van ver aankomen hoe de gezusters zich in hun ongeluk zullen storten, en opnieuw de geschiedenis zullen herhalen waaraan ze met zoveel moeite waren ontsnapt. En wat zich aankondigt, zal zich ook voltrekken. Remo is wreed, maar is tegelijk voor de zussen en Niobe ook een poort naar een andere wereld, die ze nooit kenden. Ze spelen de rol die in de tragedie voor hen is weggelegd, maar lijken het ook bewust zo te doen.

Uiteindelijk loopt het verhaal aardser af dan hun hoge aspiraties van weleer. Remo, klaar met het dorp, heeft zijn ware aard onthuld. De zussen voeren nog een laatste keer, in een mengeling van zelfdestructie en cynische spot, hun rol op. En toch is het einde niet zo bitter als het leek te zullen worden. Een ander soort leven gaat verder, waarin de herinnering aan een meer spannend en ondeugend leven, rustend in een foto van Remo, een rol is gaan spelen.

Het verhaal zou een genadeloze afrekening kunnen worden met het kleinburgerlijk fatsoen, maar daarvoor is de toon iets te subtiel. Soms wrang, soms ironisch illustreert de verteller zijn verhaal. Hij geeft de indruk dat hij alle touwtjes in handen heeft, maar gebruikt die nooit om morele oordelen te geven. De personages spreken voor zichzelf. Als lezer heb je al sneller door dan de twee zussen en Niobe dat Remo een gewiekst spel aan het spelen is. Maar tegelijk lijkt het soms alsof de anderen het ook wel weten, maar het willen ondergaan. De manier waarop de twee zussen de afwezigheid van lichamelijkheid en liefde in hun leven proberen op te vangen, is pijnlijk maar ook aandoenlijk. De dynamiek tussen de vier vrouwen is vaak hilarisch, en wordt genadeloos bespeeld door Remo. En toch is hij niet zomaar de overwinnaar. De vrouwen lijken op een bepaalde manier gezuiverd en gesterkt uit hun neergang en de hoon van de dorpsgemeenschap te komen.

Gezusters Materassi is een heerlijk boek, misschien wel vooral voor die lichte ironische toets die de vaak tragische gebeurtenissen omgeeft. Het is alsof je je in het dorp bevindt, in de kamer waar de twee zussen hun spullen maken. Het is alsof je alle personages om je heen ziet, in een prachtig landschap, en met tegelijk die subtiel speelse muziek die bij een Italiaanse film hoort. Je kunt niet anders dan het charmante verhaal met een glimlach lezen. En soms lijkt het alsof de verteller, die vaak uitgebreid zijn tijd neemt om het hele panorama te schetsen, je plaagt, omdat je graag sneller verder zou willen, om te weten hoe het af zal lopen. Heel mooi.

Geen opmerkingen: