Nog een beetje sufjes, nog een beetje stram, nog een beetje zwaar onder de indruk. Tussen de dozen een klein plekje maken om even naar de woorden te gaan. Voor er weer een dag van schuiven, uitladen, herschikken, selecteren, en nog meer begint. De woorden zijn ook een thuis.
Wonderlijk, te zien hoe hopen spullen uit het oude huis verdwenen en hoe ze langzaam maar zeker weer hun weg zochten in het nieuwe huis. Wonderlijk hoe het zelfs normaal leek.
Verlegen en ontroerd, meer dan te zeggen valt. Al die mensen zien, de dag zelf, en daarvoor en daarna, die het allemaal deden. Pas de eerste ochtend komen de tranen. Aan het raam met de gele muur. Hoe verbonden en gedragen je je voelt. Je steeds even afvragen of het allemaal wel echt is. En het is echt. Tegen jezelf zeggen dat je dat niet in vraag mag stellen. Hoe verward gelukkig je kunt zijn.
De eerste avond, iedereen is net weg. Voor het eerst het warme water voelen, en hoe het je lichaam tot hier brengt. Daarna voor het eerst even gaan liggen, op de rode bank. Ze lijkt nog zachter te zijn geworden dan daarvoor. Je kijkt even rond. Buiten is het donker, alleen de toren is te zien. Hij staat daar rustig en soeverein deze plek te bewaken. Het is goed, lijkt hij te zeggen. Je probeert je te concentreren op het scherm, op het verhaal dat zich daar afspeelt. Je merkt hoe je lichaam nog in het ritme van de voorbije weken zit. Het zal nog even duren eer het weer vertraagt, eer het weer helemaal open is voor de stilte van enkel maar een adem. Het is niet zo erg.
Het huis is nog helemaal doorkijk. Vanuit je bed kijk je naar wat de voortuin zal worden. Zo bijna buiten en toch zo binnen.
Je staat nog even op om in het donker door alle kamers te lopen. Helemaal donker is het niet. Er is nog licht buiten, van de toren. Hij is er nog steeds.
Wat zou in welke doos zitten? Je weet het ongeveer. Er is al heel veel weg. Er is al veel geselecteerd om niet te mee te gaan, dat is al weg. Bij het uitpakken zal er nog veel weg gaan. Het is niet gemakkelijk, maar het is nu het moment. Hoe het helpt als anderen zeggen: zou je dit ook niet wegdoen? Je had het al ettelijke keren daarvoor zelf gezegd, maar blijkbaar is er een limiet aan doe maar weg, per keer dan.
Lichte schaamte, daar had je het meest schrik van. Hoe bij het weggaan uit het oude huis je ware aard zou onthuld worden. Je niet in staat zijn het grote huis bij elkaar te houden. Je algehele falen. Of zoiets. Je had er nachten van wakker gelegen. Maar de tijd ging gewoon door. Het was maar in beperkte mate nog te redden. Of zoiets. Hoe lief iedereen geweest is. Niet meer dan een beetje plagen was het. Eeuwige dankbaarheid. Of zoiets.
Je wilde zo graag dat deze nieuwe plek ook een soort breuk zou zijn. Voor echte breuken ben je niet gemaakt. Het gaat altijd langs wegen van geleidelijkheid, waarschijnlijk. Lang wachten om dan stappen te zetten, maar dan ineens wel. Je wilde dat het zou voelen als helemaal anders. En je denkt dat het zal lukken.
Het is bijna tijd om weer te beginnen. De verleiding is groot om bij de woorden te blijven. Een beetje sufjes en stram voor je uit kijken. Naar de lucht die zo mooi is. Naar de boomkruinen die je nog net kunt zien. Ze zijn aangeraakt door de herfst. Het is goed om hier te zijn, voor de winter komt.
Wonderlijk, te zien hoe hopen spullen uit het oude huis verdwenen en hoe ze langzaam maar zeker weer hun weg zochten in het nieuwe huis. Wonderlijk hoe het zelfs normaal leek.
Verlegen en ontroerd, meer dan te zeggen valt. Al die mensen zien, de dag zelf, en daarvoor en daarna, die het allemaal deden. Pas de eerste ochtend komen de tranen. Aan het raam met de gele muur. Hoe verbonden en gedragen je je voelt. Je steeds even afvragen of het allemaal wel echt is. En het is echt. Tegen jezelf zeggen dat je dat niet in vraag mag stellen. Hoe verward gelukkig je kunt zijn.
De eerste avond, iedereen is net weg. Voor het eerst het warme water voelen, en hoe het je lichaam tot hier brengt. Daarna voor het eerst even gaan liggen, op de rode bank. Ze lijkt nog zachter te zijn geworden dan daarvoor. Je kijkt even rond. Buiten is het donker, alleen de toren is te zien. Hij staat daar rustig en soeverein deze plek te bewaken. Het is goed, lijkt hij te zeggen. Je probeert je te concentreren op het scherm, op het verhaal dat zich daar afspeelt. Je merkt hoe je lichaam nog in het ritme van de voorbije weken zit. Het zal nog even duren eer het weer vertraagt, eer het weer helemaal open is voor de stilte van enkel maar een adem. Het is niet zo erg.
Het huis is nog helemaal doorkijk. Vanuit je bed kijk je naar wat de voortuin zal worden. Zo bijna buiten en toch zo binnen.
Je staat nog even op om in het donker door alle kamers te lopen. Helemaal donker is het niet. Er is nog licht buiten, van de toren. Hij is er nog steeds.
Wat zou in welke doos zitten? Je weet het ongeveer. Er is al heel veel weg. Er is al veel geselecteerd om niet te mee te gaan, dat is al weg. Bij het uitpakken zal er nog veel weg gaan. Het is niet gemakkelijk, maar het is nu het moment. Hoe het helpt als anderen zeggen: zou je dit ook niet wegdoen? Je had het al ettelijke keren daarvoor zelf gezegd, maar blijkbaar is er een limiet aan doe maar weg, per keer dan.
Lichte schaamte, daar had je het meest schrik van. Hoe bij het weggaan uit het oude huis je ware aard zou onthuld worden. Je niet in staat zijn het grote huis bij elkaar te houden. Je algehele falen. Of zoiets. Je had er nachten van wakker gelegen. Maar de tijd ging gewoon door. Het was maar in beperkte mate nog te redden. Of zoiets. Hoe lief iedereen geweest is. Niet meer dan een beetje plagen was het. Eeuwige dankbaarheid. Of zoiets.
Je wilde zo graag dat deze nieuwe plek ook een soort breuk zou zijn. Voor echte breuken ben je niet gemaakt. Het gaat altijd langs wegen van geleidelijkheid, waarschijnlijk. Lang wachten om dan stappen te zetten, maar dan ineens wel. Je wilde dat het zou voelen als helemaal anders. En je denkt dat het zal lukken.
Het is bijna tijd om weer te beginnen. De verleiding is groot om bij de woorden te blijven. Een beetje sufjes en stram voor je uit kijken. Naar de lucht die zo mooi is. Naar de boomkruinen die je nog net kunt zien. Ze zijn aangeraakt door de herfst. Het is goed om hier te zijn, voor de winter komt.
2 opmerkingen:
ik wens je een THUISkomen toe in je nieuwe huis zoals ik soms kan thuiskomen in je woorden...
Neem er de tijd voor Jan!
Dankjewel Tricky voor je mooie reactie. Het is inderdaad een beetje thuiskomen hier. Dat gaat langzaam bij mij, maar dat is niet slecht denk ik. Er is tijd genoeg.
Een reactie posten