11 mei 2014

Je blijft dus

‘Dat is lekkere wijn.’
‘Ja, vind ik ook. Ik had deze zelfde eerder al gedronken, en toen dacht ik al dat ik hem zeker opnieuw zou kopen als jij zou komen. En zie.’
‘Dat is wel lief.’
‘Het moest gewoon zo zijn. Soms weet ik het, van sommige dingen, dat ze zo moeten zijn.’
‘Dat past bij jou. Grappig, in sommige dingen ben je niet veranderd.’
‘Oei.’
‘Nee, dat is goed. Heb je dat ook in de krant gelezen, van dat museum van gebroken harten?’
‘Ja. Dat is wel origineel. Een museum met stukken die herinneren aan relaties die voorbij zijn. Ik ga wel eens kijken, denk ik.’
‘En ga je dan ook iets meenemen van onze relatie?’
‘Nee, dat denk ik niet.’
‘Waarom niet?’
‘Die dingen wil ik hier houden, bij mij in de buurt.’
‘Is er dan nog iets? Zijn we er nog hier?’
‘Ja, natuurlijk. Het zou niet anders gaan, ik zou het niet anders kunnen. Anders zou ik mezelf ontkennen.’
‘En wat heb je dan nog?’
‘Je brieven natuurlijk, die zijn er nog.’
‘Ik heb de jouwe ook nog allemaal. Soms ga ik er nog eens in lezen. Doe jij dat ook nog?’
‘Ja, af en toe.’
‘Soms mis ik dat nog altijd, die brieven van jou. Vroeger was het alsof ik altijd wachtte op een brief.’
‘Als een manier van zijn bijna, zo klinkt het. Weet je, soms mis ik nog altijd het schrijven van die brieven.’
‘Het mag nog altijd hoor…’
‘Ja? Ik zal er eens over nadenken. Maar eigenlijk is het vooral dit hier dat me altijd herinnert aan onze liefde.’
‘Dit? Zo mooi… En staat het altijd hier? Zo in het zicht?’
‘Ja, dit is de plek. Hier moet het staan, en zo weet ik dat het er is. Het zou dus niet in een museum mogen staan, ik zou het missen. Ook al kijk ik er niet elke dag naar, weten dat het hier staat, is genoeg. En is nodig.’
‘Het ontroert me, ik weet even niet wat te zeggen. Ik heb niet zo’n ding bij mij thuis. Het zou niet gaan, denk ik. Maar ik zie nu dat het toch goed zou zijn.’
‘Wat doe je met de vragen die overblijven?’
‘Dat is een goede vraag. Soms vraag ik me af of ik je hart gebroken heb toen. Of beter, hoe hard ik het gebroken heb.’
‘Het is lang geleden ondertussen, maar ik weet het nog wel. Je hebt mijn hart gebroken toen.’
‘En ben je nog boos op mij?’
‘Nee. Misschien kon het alleen zo gaan toen, ik weet het niet. Jij deed wat je moest doen. Voor jou was het anders dan voor mij.’
‘Je klinkt mild. Eigenlijk heb ik je toch een beetje in de steek gelaten.’
‘Goh, dat maakt niet zoveel uit. Niet meer.’
‘Voor mij wel eigenlijk. Het is blijven knagen, ergens.’
‘Het is misschien ooit anders geweest, maar nu denk ik terug aan een mooie liefde.’
‘En daarom staat dat ding daar?’
‘Ja. Dat is de plek, en daar blijft het.’
‘Mooi. Ik word er een beetje week van.’
‘Dat is wel goed, op onze leeftijd.’
‘Ik dacht net, misschien moeten we wel samen eens naar dat museum gaan. Wat denk je?’
‘Misschien wel.’
‘Wat?’
‘Laten we eerst nog een glas wijn drinken.’
‘Ja.’

Geen opmerkingen: