14 december 2016

En wat je achterlaat

En je kunt kijken naar de voetstappen op de vloer. Bijna onzichtbaar.

Maar de plek herinnert zich alles.

De verhalen die niet eens hoefden gefluisterd te worden. Opdat ze zouden gehoord worden. (Door de kosmos.)

Ze zijn aan te raken. De verhalen. Ze zijn te benaderen. Daar. Op die plek.

Je kunt er omheen wandelen. Of niet. Je kunt blijven staan.

Misschien is er enige traagheid voor nodig.

Er zijn dromen die je door de nacht helpen. Er zijn plekken die je de dag geven, zomaar.

Het is te leren, zegt men, om niet te vluchten. Het is te weten, wie je voor je ziet. Het is niet zo moeilijk. Denk je.

Er was eens. Dat dacht je nog. Je liep door de stad, en dat dacht je.

Je zag ze voor je, die woorden.

Je zei het nog gisteren, dat iets in je iets wist.

Je zou het, dat wat je wist, zomaar neer kunnen leggen. Het zou daar liggen. Het zou aan te raken zijn. In traagheid waarschijnlijk.

Dat het al die tijd te weten was, zou iemand kunnen zeggen.

Soms weet je wat je achterlaat.

En hoe je daar aan de tafel een brief zat te schrijven.

En hoe een andere brief nog moet gelezen worden. Of niet, misschien.

Waarom doe je de dingen zo? Iemand vraagt het.

En je kent het antwoord. En je vraagt aan anderen om het te zeggen. Alleen dan hoor je het.

Er is iets, en je weet het.

Dat was wel duidelijk, zegt iemand. En dan.

Je loopt traag door de kamer. Je duwt vormen in de ruimte die je omringt.

En je denkt aan die film. Wat je zag. En wat het met je deed. Met je lichaam.

En wat het zich herinnert.

Je loopt door de kamer. En je weet dat de maan daar is. De grote maan.

Maar je kunt het niet vertellen. En het is te vertellen.

Misschien zijn verhalen een belofte. Misschien geven ze uitzicht op thuiskomen. Misschien zijn ze daarom iets om bang van te zijn.

Waarom zijn we zo bang? Van onszelf?

Je vraagt of je moet antwoorden. Je doet het niet.

Later lig je neer.

Later denk je aan troost.

En de verhalen van middernacht. Of waren dat dromen?

Alleen als je jezelf hoort praten hoor je wat je zegt. Denk je soms.

Mensen kijken je geduldig aan. Ze zullen je niet loslaten.

Wat er in de lucht hangt, dat is een vraag.

Je zou het kunnen zeggen.

Je kunt ook gewoon wachten.

Je loopt traag door de kamer. Iets glijdt van je af. Voorzichtig.

Soms duurt het even.

Geen opmerkingen: