Het is stil, daarbuiten. Waarschijnlijk zit de halve stad of zo aan de feesttafel. Je bent blij voor hen.
Misschien kunnen je gedachten ook stiller bewegen nu. Ongestoord door de straten dwalen. Op zoek naar zichzelf.
Beelden uit dat boek blijven door je hoofd gaan. Je telt af tot je weer verder kunt lezen. En terwijl je leest, voel je dat je leesdosis niet te groot mag zijn. Die beelden. En hoe noodlottig ze zijn. (Soms herken je te veel. Soms begrijp je te veel van jezelf. Soms herinner je je te veel.)
Je zit aan de tafel een brief te schrijven. Dat die waarschijnlijk niet gelezen zal worden verandert je woorden. En toch ook weer niet helemaal. Stuur je jezelf bij?
Je denkt iets, heel voorzichtig. Misschien is het een vorm van ouder worden. Dat je gevoeliger wordt voor mensen die je energie wegzuigen. Vaak zie je wel waar het vandaan komt en wat je eigen aandeel is. En toch. Misschien wil je het gewoon nu even niet. Misschien wil je nu heel even niets, voor een paar dagen.
De nieuwjaarskaarten en de omslagen, alles moet met de hand geschreven worden. Om dichter bij de bestemmeling te kunnen zijn, of zoiets. Soms kijk je naar je handschrift, vraag je je af waar het vandaan komt. Waarom zijn die letters zo, en niet anders?
(Misschien wil je iemand iets zeggen nu.)
Welke film je gaat kijken voor de kerstavond. Je hebt er nog enkele klaarstaan. Het wordt misschien die ene. Een van je lievelingsfilms. Vorige week vertelde je nog aan iemand over dat ene stukje in die film. Het is alsof die film altijd ergens in je achterhoofd aanwezig is.
(Misschien zal de maan je helpen.)
Een mooi gesprek, die ochtend in de winkel. Je moet er nog altijd even aan wennen, als iemand je aanspreekt over je ziekte, als openingszin. Het is ook wel ontroerend. Soms moet je even nadenken wat je nu ook al weer had. O ja, die kanker. Misschien is het wel een goed teken. (En dat net in een week waarin je buik zou kunnen omschreven worden als aanwezig.) En twee zinnen verder is alles er weer.
Het is een woord dat ineens opduikt in dat boek. Helen. Je bent niet bestand tegen dat woord. Het is een mooi woord.
Soms zit je zomaar te kijken naar die mooie lichtjes in je kleine houten kerstboom. (Kerstwatje.)
Hoe zat dat nu ook al weer met het woord melancholie?
Een groot verlangen naar woorden die alleen maar zacht zijn. Zinnen die alleen maar voorzichtig naar je toe komen, je aanraken, nauwelijks aanraken, alleen maar omdat jij het bent, niet omdat ze iets willen.
En iets over de pijn.
Met de beelden van dat boek in je hoofd denk je na over hoe jij de dingen deed, soms. Misschien was je soms ook banger dan je liet zien. Misschien heeft je huid gelijk. (Het is een moeilijk gesprek, met jezelf, in je hoofd.)
Je weet niet goed hoe dat moet, kerstdingen. Ze mogen klein zijn, denk je. (Je bent blij dat je al heel vroeg op de dag klaar was met je boodschappen, zodat je niet meer in de stad moest zijn, en thuis kon blijven.)
Je denkt aan je grootmoeder. Hoe je haar tijdens het kerstfeest zo vaak moest zeggen dat ze goed op haar stoel moest gaan zitten. En dat ze je daarna aankeek met een blik die weliswaar vriendelijk was, een zekere bereidheid uitdrukkend om een beetje verder op de stoel te gaan zitten als jou dat een beter gevoel gaf, maar ook aangaf dat ze ten gronde niet van plan was zich ook maar enigszins iets aan te trekken van wat je zei. Heerlijke vrouw.
Soms wil je alleen zijn. Soms niet. (Dat zou een korte samenvatting van het leven kunnen zijn.)
Het boek is nog niet uit, en je zit al zinnen te bedenken die je zou kunnen gebruiken in het stukje dat je over dat boek zult schrijven. (Het zullen waarschijnlijk uiteindelijk allemaal andere zinnen worden. Het is merkwaardig, bij stukjes over boeken weet je meestal pas nadien wat je eigenlijk wou zeggen.)
Vaststellen dat je je ook dit jaar af en toe hebt overgegeven aan kerstfilms waarbij de kleffigheidsmeter diep in het rood ging. (Zou het kunnen dat de periode waarin er op alle zenders alleen nog maar kleffe kerstfilms worden getoond elk jaar vroeger begint?) Waarschijnlijk zullen er zelfs na Kerstmis nog kerstfilms worden uitgezonden. (Eigenlijk is het wel lekker, zo onder het dekentje een beetje meesnotteren en blij zijn dat de geliefden elkaar toch nog vinden uiteindelijk. Weten dat de totale wereldvrede nog niet spontaan zal uitbreken morgen, maar het toch kunnen verdragen dat het in die films lijkt alsof de liefde zomaar los kan rondlopen, of zoiets. Romantisch watje.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten