Jezelf voorstellen aan iemand die je pas kent, hoe doe je dat?
De gedachte alleen al kan je in de war brengen, om het vriendelijk te zeggen. Om het simpel te zeggen: er zijn twee mogelijkheden. Ofwel probeer je nog de indruk te wekken dat je op een onbewaakt moment, zo één keer om de tien jaar, een grappig moment hebt. Ofwel leg je je er meteen bij neer dat die ander ook meteen zal merken dat je behoorlijk saai bent, structureel saai, of zelfs systemisch saai. Als dat eenmaal geregeld is, kun je misschien nog wel hopen op een koffietje, ergens, ooit, maar verder zal de kosmische orde zich weer herstellen.
Stel dat je toch wild denkt, en doet alsof er nog een derde optie is. Wat zou dan moeten gemeld worden, qua belangwekkende informatie?
Dat je niet goed bent in dingen die stuk gaan. Schoenen die verslijten, een apparaat dat ineens stuk is. Het maakt je hulpeloos. Dingen die stuk gaan, dat is een onrecht, minstens.
Dat chocolade dient beschouwd te worden als een fundamenteel mensenrecht. Je kunt uitleggen dat je het tot je laat komen in kleine doses, met grote discipline. Er is geen sprake van vreetbuien of zelfs lichte mate van ongecontroleerd eten. Maar dat kleine stukje elke dag, dat is toch min of meer non-negotiable.
Dat je nog niet vlot in het Duits een conversatie aangaat. Je weet dat dat een ware afknapper is voor de meeste leden van the opposite sex, maar het is wat het is. Lezen in het Duits, luisteren in het Duits, af en toe denken in het Duits, dat kan allemaal. Maar uitleggen waarom iemand door je hoofd doolt in het Duits, dat is nog niet voor morgen.
Dat je na al die jaren nog niet zonder handen met de fiets durft rijden. Dat besefte je onlangs nog. Je hebt natuurlijk goede excuses. Onder meer die dikke kop van jou, die maakt dat je topzwaar bent op zo’n grote fiets. Je zou natuurlijk onmiddellijk tegen de grond smakken. En eigenlijk wil je nog heel lang aan die ander uit proberen te leggen waarom je – wild gesproken – toch af en toe niet saai bent. Is dus geen goed idee.
Dat je tijdens een zondagmiddagdut zomaar naar rare programma’s kijkt. Het is eigenlijk iets ingewikkelder. Zondagvoormiddag begin je dapper met het poetsen van het huis. Het bijna voltallige vriendinnenfront vindt al jaren dat je zou moeten overwegen om poetshulp in te schakelen, maar je weigert koppig. (Iets met dicht bij de aarde blijven of zoiets, je begrijpt het zelf ook niet helemaal.) Na het poetsen heb je steevast zoveel rugpijn dat je even moet gaan liggen. Tijdens dat liggen wordt er gekeken naar programma’s van hoog niveau. En zo kom je terecht bij die Britse naaiwedstrijd. Een hele tros vrouwen (soms lichtjes hitsig, als die ene presentator voorbij komt) en een enkele man storten zich in de competitie om binnen x aantal minuten een pyjama te maken, op model. Fascinerend programma, om redenen die je zelf niet begrijpt.
Dat het is wat het is. Om redenen die je zelf niet begrijpt.
Dat je – trouw aan je vader en zijn moeder – volstrekt ongevoelig bent voor autoriteitsargumenten. “Het is zo omdat ik het zeg, en ik ben directeur.” Dat soort dingen maakt geheel geen indruk op jou, om het vriendelijk te zeggen. Een lichte neiging tot anarchie kan het gevolg zijn.
Dat je jeuksel krijgt van vermoeiende macho’s. Om het vriendelijk te zeggen.
Dat je af en toe een klein beetje romantisch bent. Je weet dat het vervelend is voor die ander, dat je zomaar allerlei ideeën hebt voor het schrijven van brieven, het bedenken van cadeautjes, dat je graag een hele dag in de keuken staat voor wie je hebt gevraagd. Je weet dat het vervelend is dat je regelmatig een liedje wilt laten horen omdat dat het mooiste liefdesliedje is dat je kent (voor die week dan toch, de week daarna is er weer een ander). Je weet dat het vervelend is dat je de hele tijd zegt hoe blij je bent om die ander te zien. De hele zwik dus. Maar op eenvoudige aanvraag kun je alleszins proberen die hele romantiek uit het raam te zwieren (niet dat succes gegarandeerd is, maar je kunt maar proberen).
Dat je er onnozel uit ziet als je staat te dansen in de keuken.
Dat je nog nooit dronken bent geweest. Is in principe waarschijnlijk een onderdeel van de systemische saaiheid. Volgens sommigen heb je een zeer maar dan ook zeer lichte neiging tot controle (of angst voor controleverlies). Volgens jou wil je ook tijdens het toegeven aan je romantische afwijking nog steeds weten wat je zegt. Zodat het niet voorkomt dat iemand je, na 100 jaar of zo, zegt dat wat je toen zei, op die dag, niet helemaal gemeend was of zo.
Dat je soms nog een klein jongetje bent.
Dat je niet bestand bent tegen Bach. Onder meer. (Een lange lijst van andere dingen is beschikbaar.)
Dat je houdt van het licht in het huis op een zondagavond. En dat je regelmatig bij het zien van de lucht (overdag of ’s nachts) iemand zou willen bellen om te vragen of zij dat ook gezien heeft.
Dat je best kunt leven met de vaststelling dat je oud en lelijk bent. Maar dat dat, in het licht van die 100 jaar, ook soms best nog wel meevalt.
Dat je dus nog verhalen en vooral vragen hebt voor 100 jaar.
En dat dus misschien – gezien al die elementen – of zelfs hopelijk een heroverweging van het dossier zou kunnen overwogen worden. Eventueel. Als dat zou kunnen.
2 opmerkingen:
Jan, lieve Jan toch. Zo mooi.
dankjewel Rum voor je mooie reactie
Een reactie posten