08 oktober 2017

Zwerven

Terugkeren naar de woorden. Niet dat je echt op de dool was, gewoon onderweg, ergens. Plekken waar je wilde zijn. En toch ook goed, die nabijheid van de woorden, terug, op de plek waar de woorden zijn. Een hier.

De dagen in je hoofd. Je moet even zoeken, om ze weer uit elkaar te halen. Zoals velletjes bladerdeeg, of zoiets.

Je hoort jezelf praten. De mensen luisteren. Soms trekt iets je weg. Dan weer hoor je hoe je de woorden zorgvuldig uitspreekt, met nog net iets meer aandacht. Je ziet hoe de mensen luisteren, wat de woorden doen.

(Misschien zwerf je in jezelf.)

Soms in de trein, onderweg naar ergens, naar huis, zou je willen dat het stil wordt. Het ritme van de nacht, de beelden die voorbij schuiven. De volle leegte die in die beweging zou kunnen ontstaan, die je bijna zou kunnen aanraken.

Lijstjes van dingen. Ze verdringen zich, daar. Soms moet je even wachten op stilte, om het lijstje te herschikken, netjes te zetten. De dingen in hun volgorde. Wat je even naar achter kunt schuiven, om hier terug in de adem van de dag te kunnen komen.

Je kijkt naar de huid, naar je vingers, naar je huid, naar de adem, naar de beweging, naar waar je niet meer weet waar wat ophoudt en wat begint. De adem neemt het over. Je probeert de adem in je handen te houden. Je kijkt. Schroomvol.

En de geluiden van de nacht. Ergens daarbuiten bewegen ze. Je bent hier, waar het warm is, waar het alles is. Wat de tijd doet, het geeft nu niet. Het is goed. Het is wat je niet weet. En het licht komt.

De rivier stroomt.

(Soms zwerf je door de tijd. Hopend die uit te kunnen spreiden. Als lakens op het gras, een voor een, heel rustig.)

De tips voor het leggen van een vers laken.

Het bordje dat je boven haar bed zou moeten hangen. Terwijl ze slaapt, vanzelfsprekend.

Voor even. Soms zou je willen dat niemand iets vraagt, dat iedereen gewoon wacht en toekijkt, met alle tijd, tot de dingen zichzelf gevonden hebben, in hun tijd. Voor even.

(Soms zwerf je door je machteloosheid.)

Je kijkt naar de jongen. Je kijkt naar de woorden, de woorden die je zegt. En je ziet wat er gebeurt, heel voorzichtig. Het ontroert je.

Een mooi gesprek, een avond. Je was moe. Het was goed, alsof je de woorden vond.

Je haast je naar huis, om daar te zijn. Het voelt goed, een plek te kunnen zijn voor een ander.

Je had het je voorgenomen, je zou het moeten, vroeg gaan slapen. Je blijft kijken naar die dansfilm. Die bewegingen. Hoe dichtbij en ver tegelijk ze zijn.

Ook nog even de cadeaus uitzoeken en ze nog op tijd op de post proberen te krijgen. Hoe belangrijk het lijkt.

Geel staat haar goed, je hebt het altijd geweten.

(Zwerven in de loopgraven.)

Je weet niet of je het mag zeggen, zou moeten zeggen. Misschien weet je niet wat je plaats is, terwijl het eigenlijk best wel duidelijk is. Je zegt het, voorzichtig. Het valt goed.

Misschien zoek je altijd naar zachte plekken. Misschien is dat jouw zachte plek.

Het is fijn in de trein te zitten, omringd door zoveel fijne mensen. Hier wil je zijn, denk je, op dit moment.

Je kijkt naar je gasten, hoe ze spreken, hoe ze hun vertalen vertellen. Het blijft een wonder, telkens weer. Dat je dat mag doen. Een vraag stellen, een klein voorzetje geven. En dat de verhalen dan komen. Het ontroert je, hoe ze praten over machteloosheid en verdriet. Hoe hun ogen veranderen. En hoe dat ontroert.

Het is goed bij je vrienden te zijn. Ze kijken naar je, en ze zeggen de dingen.

(Soms zwerf je door de stad. In dat moment tussen het ene en het andere. En hoe goed het je doet.)

De gitaar.

Je kijkt naar de tekst. Je was verontwaardigd en bezorgd, over die tekst. Je hebt gewacht op dit moment, omdat het niet eerder kon komen. Je reacties stromen in een geut op het scherm. Je kijkt naar de woorden, vraagt je af waar ze vandaan komen.

Een gesprek over hoe je het deed, toen. Je bent verlegen.

Het is goed dat het regent, denk je.

Gezichten die opduiken in je dromen. Dat was lang geleden.

Je wilt het goede. Je wilt eigenlijk alleen maar het goede.

De woorden nemen heel langzaam je huid weer over, je huid ademt anders dan toen je begon.

(Soms zwerf je.)

Geen opmerkingen: