Na de laatste bladzijde van het boek blijf je een beetje in verwarring achter, misschien wel een beetje in een donker woud. Is het omdat je verlangde naar een meer afgerond verhaal? Is het omdat je meer het resultaat dan het zoeken wilde? Is het omdat er te veel tegelijk aan de gang was in dit boek? Of is het omdat je het nog niet weet? En zo ja, is dat dan erg?
Je kunt niet echt zeggen dat Forest Dark (vertaald als Donker Woud) van de Amerikaanse schrijfster Nicole Krauss een gemakkelijk boek is. Niet dat de verhalen die erin komen op zich zo moeilijk zijn. Maar het is alsof je op de achtergrond de schrijfster ziet worstelen met de vorm van het boek, alsof het boek zelf ademt en zich niet zomaar uit handen geeft. Het is als een spiegelspel over metamorfose, over het verlangen om uit de huls van je gekende leven te schuiven in een nieuwe vorm. Het gaat over weglekkende identiteit. Het gaat over het schrijven zelf en het zoeken naar een vorm. Het gaat over verhalen die we onszelf vertellen, over verhalen waarvan we dachten dat ze waar zijn.
In het boek lopen twee verhalen min of meer parallel aan elkaar. Het zijn twee afzonderlijke verhalen, het ene in de eerste, het andere in de derde persoon verteld. Maar in een aantal opzichten spiegelen ze elkaar. Ze spelen op dezelfde plekken. Ze lopen anders af.
Aan de ene kant is er de schrijfster Nicole. Ze is vastgelopen in haar huwelijk in New York. Ze ziet zichzelf als in een gestolde onveranderlijkheid. De liefde is op, zo lijkt het. En het nieuwe boek wil zich maar niet aandienen. De zekerheid van vertrouwde vormen leidt naar een impasse. Ze gaat weg, naar Israël. Officieel – zo zegt ze het tegen de kinderen – om research te doen voor haar nieuwe boek. Het Hiltonhotel in Tel Aviv heeft een belangrijke symbolische betekenis in haar leven, en dat wordt de plek waar ze iets hoopt te vinden.
Aan de andere kant is er Jules Epstein, een succesvolle en rijke, al wat oudere advocaat. Hij begint, tegen het advies van zijn omgeving in, zijn rijkdom weg te geven. Als een beschermend schild waarvan hij zich hoopt te ontdoen, om iets te vinden. Bij het begin van het boek lees je dat hij verdwenen is en dat zijn kinderen proberen te achterhalen wat er met hem gebeurd is. Ook hij is vanuit New York naar Israël gegaan, langs hetzelfde hotel.
Allebei worden ze door een mysterieuze persoon betrokken bij een project. Bij Nicole heeft het iets te maken met Kafka. Bij Epstein gaat het om een film over het leven van David. Het is niet altijd duidelijk in welk kluwen ze terechtkomen en wat hun rol in het grotere geheel is. Het is niet duidelijk wie die andere personen zijn en hoe echt ze zijn. Anderen stellen bestemmingen voor hen voor, verantwoordelijkheden die ze zouden hebben. Ze komen allebei in de woestijn terecht. En een verblijf in de woestijn kan soms inzicht brengen. Soms moet je weggaan naar een eenzame plek om terug te komen, soms helpt dat om te zien waar je naartoe moet.
Tussen de twee verhalen zijn er allerlei subtiele spiegeleffecten. Existentiële vragen over de mogelijkheid van het schrijven, vragen over wat het betekent om joods te zijn, vragen over veronderstelde wegen die anderen voor je bepalen, vragen over de mate waarin je jezelf kunt kennen en zien als een eenheid. Het zijn thema’s die ook cirkelen rond het werk en het leven van Franz Kafka, die als een motief door het verhaal van Nicole slingert en zelf ook als een soort spiegel functioneert voor beide verhalen.
Het is of het boek zelf ook steeds een beetje van vorm verandert. Soms is het meer beschouwend, soms is het heel grappig. Soms gaat het snel, soms traag. Soms moet je als lezer een beetje ploegen, soms wil je zo snel mogelijk verder lezen. Soms heb je het gevoel dat er te veel ideeën wegen op het overigens steeds bijzonder sterke proza. Soms merk je dat je je vooral betrokken voelt bij de persoonlijke toon van Nicole wanneer ze vertelt over haar falende huwelijk en al haar twijfels die daarmee samenhangen. Soms betrap je jezelf op een verlangen naar een meer herkenbaar ‘verhaal’ en is het alsof het boek je dat plezier niet wil gunnen.
Je weet niet wat er gebeurt als je de vertrouwde dingen achter je laat. Dat beseffen is niet gemakkelijk. Maar het verlangen om een andere versie van jezelf te kunnen zijn, in een meer beweeglijke vorm, stromend met de tijd, kan ook groot zijn. Misschien is vastigheid een verhaal dat je jezelf vertelt. Je hoeft het niet te geloven. Verhalen hebben tegelijk de kracht in zich om de deur te openen naar andere mogelijke werkelijkheden. Ze kunnen je ook op het verkeerde been zetten. Zo is er het verhaal over Kafka, die misschien wel niet echt gestorven is zoals het tot nu toe in de geschiedenisboeken staat. Je weet niet goed waar de zogenaamd echte werkelijkheid ophoudt en waar de verzinsels beginnen.
De titel van het boek verwijst naar het bekende vers uit de Divina Commedia van Dante, waar de verteller zegt dat hij in het midden van zijn levenspad in een donker woud is terechtgekomen. Je kunt Forest Dark zien als een boek over wat er gebeurt met mensen die met een crisis worden geconfronteerd in hun leven. Tegelijk is het alsof het boek ook zichzelf wegschrijft uit het donkere woud en zoekt naar nieuwe vormen en bestemmingen. De prestatie die Nicole Krauss daarmee levert is minstens indrukwekkend. Ze maakt het je als lezer niet altijd gemakkelijk. Soms is het alsof het boek zich tegen je verzet, terwijl het je daarna weer gretig naar zich toe trekt. Je blijft nadien zoals gezegd een beetje in verwarring achter, niet helemaal zeker wetend wat je er nu eigenlijk van moest vinden. Maar misschien is het wel goed om af en toe in een donker woud terecht te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten