24 mei 2019

Farewell

De week die ook de laatste week is, of zoiets.

De beeldjes die je zelf in elkaar knutselde. En de woorden erbij. (Volgens een of andere communicatie-expert had je er ongetwijfeld ook nog emoji’s bij moeten zetten. Het voelt wel goed eigenlijk, ouderwets zijn.)

In de conferentie. Zachtjes door de zaal lopen, met dat lange lijf. Door de lens van het fototoestel wachtend kijken.

De mevrouw in de trein. Iets leidt je enigszins af.

Tijdens de vergadering. Je luistert naar de verhalen, ze maken je klein.

Na een volgende vergadering. Op weg naar huis. Het wordt tijd dat je eindelijk iets eet.

(Wat is er met dat been? Het komt ergens vandaan. Een traanbeen.)

Een andere dag. Je neemt je voor om lijstjes af te werken. (Dat voornemen staat trouwens ook op het lijstje.)

Je ziet sprietjes en kleine blaadjes op het terras. Dingen die uitkomen. Zomaar. Het mag.

Een avond met tijd, zo lijkt het wel.

(Dat been.)

Sommige nachten lijken trager te zijn dan andere.

Mmm, gember. (Gemberverlangen.)

Een mooi gesprek. (Je leert iets over een haperend lichaam.)

(Je wacht op een onderwerp voor een stukje.)

Een avond die uitermate geschikt lijkt voor een of andere romantische film, dekentjesfilm.

Een conferentie in de grote zaal. Ernstige mensen. De minister spreekt de zaal toe. (Hij doet zijn best om zijn Engels te laten klinken als Engels. Het klinkt als Engels, maar verstaan doe je het niet.)

Daarna in de andere zaal. Met doorzichtige stoelen. (Je weet eigenlijk niet waarom die minder goed zitten.) Sommige mensen kunnen erg veel woorden per minuut produceren.

(Soms voel je enige hoofdenvermoeidheid. Het zou trouwens ook goed zijn als het woord toppers de volgende zevenendertig maanden niet meer gebruikt wordt. Denk je stiekem.)

Het lijstje vordert goed, denk je.

(Het onderwerp voor het stukje nadert. Je ziet het nog niet helemaal, maar het nadert.)

Complexe dromen, de hele week al. Je vraagt je af wie in je hoofd die ingewikkelde beelden kan bedenken.

Een andere dag.

Je loopt naar het werk. Ergens halverwege. De vrouw met haar twee dochtertjes. Ze brengen je naar je onderwerp.

(Het laatste beeldje. Je laat iets los. Het is mooi te zien waar ze naartoe gingen. Je kijkt, het is goed. Je buigt het hoofd.)

(Een beenmoment. Een traanwankelbeen.)

Je grootvader komt je stukje binnenwandelen. En hij is niet alleen.

(Misschien heeft elke mens enkele verhalen die hij of zij telkens opnieuw vertelt, telkens een beetje anders.)

Een mooie vraag over een brief, ze ontroert je.

De twee mensen die je komen interviewen komen binnen. (Je weet niet helemaal zeker of je wel iets zinnigs te vertellen hebt. Ze gaan waarschijnlijk heel slimme vragen stellen over rechten.) De vrouw vertelt over haar treinreis naar Kazachstan. Het ontroert je. Ze heeft voor jou chocolade uit Kazachstan meegebracht. De vragen gaan meteen naar de diepte. Je aarzelt een beetje, maar het is alsof ze zegt: kom maar, doe maar. (Voor zowat al die vragen heb je een leven nodig gehad, denk je.) Het is alsof je alleen maar met je hele lichaam kunt antwoorden. (Je vraagt je af of ze niet een heel ander soort interview voor ogen hadden, maar dat blijkt niet het geval.) Ze zegt dat ze de hoop voelt in je antwoorden. (Daarmee maak je me gelukkig, denk je.) Je bent een beetje verlegen als ze weggaan.

Je gaat kijken naar de klimaatmars die voorbij trekt. (Je staat daar te kijken. De jonge en oudere mensen komen voorbij. Je ziet mensen die je dierbaar zijn. Misschien zien ze je tranen niet. Het interview van daarnet loopt over in wat je nu voelt.) Je sluit mee aan. Bijpraten met een vriendin.

Je buigt af naar het station. (Anders ga je te erg verbranden, denk je.) Het is ook fijn om even alleen in de trein te zitten. Het is de dag van het literair katern, je neemt een trein die er net iets langer over doet.

(Je denkt nog aan die brief.)

Je staat te koken. Het is alsof je ineens ziet waar je week bent.

(Sommige stukken van het nieuws wil je eigenlijk niet zien. Er is gelukkig genoeg te prutsen op het terras.)

En dan is het ook nog de verjaardag van Bob.

(Die demoversie van het mooie Farewell.)

Geen opmerkingen: