Mag ik ook niets willen?
Je doet dat goed, zo weinig.
Kom je naast me staan?
Kijk, hier was het.
Voel je dit?
Ja, maar het is goed.
Je ogen zijn veranderd, ze zijn rustiger.
Wat zie je?
Dat je anders beweegt, alsof je ergens bent aangekomen, op je bestemming.
Misschien. Misschien wel. Ja.
Dit lijkt zo gewoon.
Dat is door hoe het beweegt in jou.
Ga je nu iets over mannen zeggen?
Nee, dat heb je zelf al gedaan.
Dat woord is als een vreemd lichaam.
Misschien heb je het gewoon niet nodig.
Iets van je rusteloosheid is verdampt, denk ik.
Dat is wel een mooi beeld.
Ik zag die plek voor jou altijd al.
Daar ben je wel goed in, plekken zien.
Soms zie ik alleen de weg, die nog onzichtbaar is.
Jouw lichaam weet het.
Ik wil niet willen.
Alsof het nemen is.
Soms weet ik niet waar het vandaan komt, maar dat is niet meer erg.
Doet het pijn?
Soms.
Misschien ben je al lang op jouw plek.
Er is nog iemand die me dat zei.
Het is rustig hier.
Konden we dit toen ook al?
Ik denk het niet.
Misschien was het nog te vroeg.
Misschien is nu alles op tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten