26 maart 2023

Hier


‘Hier gewoon te zitten met jou, aan de rand van het water, hoe goed dat is.’
‘Het is zo lang geleden dat we hier nog zaten.’
‘Weet je dat nog dan?’
‘Ja, natuurlijk. Ik zei het al eerder. Jij denkt misschien dat die dingen weg zijn bij mij, maar dat is niet zo. Ze zullen er altijd zijn, wat er ook gebeurd is.’
‘Dat is een warme gedachte. Gaat het goed met jou? Je ziet er een beetje moe uit.’
‘Dat ben ik ook. Maar het is niet erg. Misschien voel ik me gewoon wel heel rustig hier en is er iets aan het ontspannen.’
‘Dat licht op het water, daar heb ik altijd van gehouden. Misschien streelt het water het licht.’
‘Of omgekeerd.’
‘Ja, dat kan ook.’
‘Op weg naar hier was er nog een mooie herinnering. Hoe ik je dat kon vragen vroeger, om gewoon samen te zwijgen. Het deed me zo goed.’
‘Dat herinner ik me ook nog. Soms was ik een beetje bang dan. Alsof een stuk van mij dat niet helemaal durfde vertrouwen. Alsof je eigenlijk weg wilde gaan.’
‘Nee, dat was het nooit. Het was meer dat ik kwam van een plek waar er veel lawaai was, in allerlei opzichten. En jij was een plek waar het stil was. Soms was ik gewoon te moe van al die woorden die ik achter me liet op weg naar jou.’
‘Waarom was ik zo bang altijd toen? Ik weet het antwoord wel natuurlijk, en ik weet dat ik nu anders ben. Soms is het gewoon een beetje droevig, te zien wie ik toen was.’
‘Je was wel heel oprecht de hele tijd. Het was gewoon wat het was. En ik was ook een beetje op de dool soms.’
‘Soms is het verwarrend en soms is het een heel rustige gedachte. Je hebt zo’n groot stuk van je leven nodig – ik dan toch – om op een punt te komen waar er iets van vrede komt, waar je voelt dat je eindelijk je plek in jezelf gevonden hebt, met je eigen stem. Het is goed om te voelen dat je daar bent aangekomen, en tegelijk is het soms droef dat het zoveel tijd heeft gevraagd.’
‘Ik denk dat je dat heel goed hebt gedaan allemaal. Ik bewonderde vaak de moed waarmee je met jezelf in de clinch ging. Ik besef nu dat ik dat eigenlijk niet durfde toen.’
‘Jij was zo goed, in alles wat je deed, vond ik altijd.’
‘Ik weet dat je dat vond, en dat betekende altijd veel voor me, hoe je in me geloofde. Maar ik denk dat er toen nog te veel dingen waren waar ik met een boogje omheen ging. En dat deed jij niet.’
‘We hebben nog altijd de rest van de eeuwigheid.’
‘Ja, laten we daarvan uitgaan. Dat dit er altijd zal zijn.’
‘Hoe gaat het nu met je zoon?’
‘Hij komt er, denk ik steeds vaker. De voorbije jaren waren soms heel moeilijk. Soms nog meer voor mij dan voor hem, zo leek het wel af en toe. Het is moeilijk dat je je eigen kind soms niet kunt beschermen. Hij heeft dat waarschijnlijk anders ervaren. Maar hij komt wel altijd terug naar mij, en dan komt hij zo dicht tegen me aan zitten. En nu, de voorbije weken, is het alsof alle stukjes in elkaar beginnen te vallen. Hij komt er wel, ik voel het. En jouw dochter? Hoe gaat het nu met haar.’
‘Die komt er ook wel, denk ik. Het gaat goed. Ik denk dat het rustig wordt in haar hoofd. Ze moet de dingen op haar manier kunnen doen, maar ze weet steeds beter wat ze wil. Ik hoop dat ze al die tijd heeft gevoeld dat ik in haar geloof.’
‘Wees daar maar zeker van. Ik weet dat je dat niet bent, maar probeer het toch maar. Ze weet dat jij er altijd bent, dat zie je toch aan haar? Je bent als een soort vuurtoren voor haar, al zal ze dat niet zomaar hardop zeggen.’
‘Nee, dat zou helemaal niet cool zijn.’
‘Inderdaad.’
‘Het is zo mooi, dat water. Het beweegt de hele tijd, en het blijft. Ik besef steeds beter hoe dat iets is dat ik altijd wilde. Iets dat blijft, ook al beweegt het.’
‘Een beetje zoals wij, hier.’
‘Ja.’

Geen opmerkingen: