06 januari 2024

Een heel mooie film


De eerste week in het nieuwe jaar. Je houdt ervan, terug thuiskomen in de nacht van oud naar nieuw. Het huis dat rustig op je heeft gewacht. Weten dat je er alleen bent, dat je veilig bent, dat je even voor een hele tijd niets moet. Dankbaar dat je bij je dierbare vrienden mocht zijn, dat je daar ook gewoon een uur mocht zitten kijken naar hoe zij het gezelschapsspel speelden (waarvan je de regels pas na een hele tijd begreep). Nog even rondhangen, en dan de rest van de nacht.

Terug in de dag. Je vindt het wel fijn dat je gewoon de hele dag binnen bent, dat je mogelijk geen woord zult zeggen. Alleen de vaste rituelen. Het invullen van de nieuwe agenda. Naar dat ene muziekprogramma kijken, onder het dekentje, en de dag gewoon voorbij laten schuiven.

Een andere dag. Het werk begint weer terug, rustig aan, nog thuis. (Herinner je je de routines nog? Het voelt goed dat ze een beetje van ver moeten komen.)

Die stoere meid vroeg je om haar te helpen bij haar opdracht voor de muziekles. Je moet ver terug in je hoofd, het is zo ongeveer van de lagere school geleden dat je nog melodisch dictee deed, denk je. (Die akkoorden, dat gaat allemaal wel, maar die melodieën…) Je maakt kennis met programma’s waarmee je op je scherm partituren kunt maken. (Hoe spannend dat is, het gepruts, en dat het er dan net echt uitziet.) Het gaat nog een hele tijd verder in je hoofd.

Een andere dag. Na de kine terug in de trein naar het werk. (Glimlach.) Eerst nog een hoop opruimwerk, de afwasmachine is nog even vol als voor de vakantie. Er zijn dozen op te halen aan de loskade. Alles valt weer een beetje in de plooi. (Het is ook wel fijn dat het nog zo rustig is in de gang.)

Je brengt de nieuwjaarskaarten weg. (Rituelen.)

Je staat klaar om de opleiding te geven. (Apparaten zouden altijd moeten doen wat jij wilt dat ze doen, of zoiets.) (Niet dus.) De vrouw vraagt of zij het even mag komen proberen. (Iets met een scherm opzij schuiven of zo.) Het werkt.

De buren hebben blijkbaar ook nog een nieuwjaarsfeestje op het werk. Ze hebben blijkbaar ook alleen maar zin om al hun rommel op het aanrecht te zetten. (Opruimen zal wel iemand anders doen, of zo.)

Je vindt nog belangrijke informatie voor je muziekopdracht. (Glimlach.) Die avond werk je alles netjes af. (’s Nachts in bed bedenk je nog enkele leuke of nuttige dingen.) (Hoe zou je vader het gedaan hebben?)

Een andere dag. Het is ineens weer heel druk op het werk, zo lijkt het wel. (En alles stond er nog, op het aanrecht. Grrr.)

Tussendoor denk je aan muziekjes. (Jij zou het trouwens ook niet allemaal zomaar kunnen, denk je.)

Op tijd weer terug thuis. Op tijd weer kunnen vertrekken voor je afspraak. Het wordt een mooie avond.

Het gesprek ontroert je erg. Je loopt nog even met haar mee naar de trein.

(Je hebt een aandachtbuik. Dag en nacht.)

Een nieuwe dag. (Een fijn vooruitzicht dat je weer helemaal alleen op het werk zult zijn, voor de vrijdagroutines.) De trein vertraagt.

Je vertrekt die namiddag op tijd weer terug, je hebt nog een afspraak. (Je kijkt wel uit naar het gesprek, je zult er toevallig al goed op tijd zijn om haar op te wachten.) De trein heeft vertraging.

Het gesprek valt onmiddellijk heel erg mooi in zichzelf, alsof het al meteen wist dat het thuis was. De zinnen ademen. Je bent haar dankbaar, hoe een gesprek een geschenk kan zijn.

Je wilt nog snel iets te eten maken voor je moet vertrekken naar de grote receptie. (Daar eten zal te laat zijn voor jou, zegt je buik.) (O ja, je moet die batterij van je achterlicht ook nog opladen.)

Er is veel volk in de zaal. (Misschien heb je dit keer niet zo heel veel zin in te veel babbeltjes.) Je zoekt een plekje aan de tafel bij de vrienden. Een geweldig gesprek over series. (Blijkbaar verandert er daardoor iets aan je imago.)

Je vertrekt op tijd weer. (De muziek voor het dansgedeelte staat wel erg luid, denk je.) Je maakt je een beetje zorgen over de mevrouwen die de hele avond in de hal de jassen bewaken, je vraagt hun of het niet te koud is. Bij het buitengaan doe je iets te veel je best om de deur snel weer dicht te krijgen, ze knalt tegen je hand.

Je fietst weer naar huis. Lekker buitje is nog een serieus understatement. Je komt kletsnat thuis.

Een andere dag. De boodschappenronde. (Met een interessante uitleg over verwarmbare sokken.) Boeken zoeken voor de verjaardagscadeaus. Nog een afwasje doen (met Die Kunst der Fuge).

(Het middagdutje ligt wel lekker eigenlijk, maar je moet weer weg.)

Samen met de vrienden op de nieuwjaarsdrink, voor het stadhuis. Naarmate het steeds drukker wordt, voel je de gure tocht minder. Ze vraagt je om zeker te laten of de film goed was.

Je vertrekt, om op tijd in de bioscoop te zijn. Er staan daar al veel mensen aan te schuiven. (Zijn al die andere mensen ouder?)

Vanaf de eerste minuut zit je bijna ademloos te kijken. De film is zo onbeschrijflijk mooi. (Je oefent je in geluidloze tranen.) Hoe de liefde beweegt, tussen vroegere, huidige en mogelijk toekomstige levens.

Weer thuis stuur je haar nog een berichtje om te zeggen dat de film heel mooi is.

Geen opmerkingen: