Je leest het interview in de krant met de kunstenares. Enkele dagen geleden las je ook al een interview met haar. En net als toen aarzelde je een beetje om het te lezen.
Je herinnert je de documentaire op de televisie over haar. En hoe die helemaal onder je huid kroop. Hoe ze werkte, hoe ze aanwezig was, de beelden met de paarden, en het aura dat leek te hangen rond alles wat ze maakte.
Misschien heeft die aarzeling iets met dat aura te maken.
Ze maakte een tijdje geleden een boek, samen met die schrijver uit Zuid-Afrika die je zo bewondert. Van zijn boeken heb je ook een beetje schrik, of zoiets. Dat boek dat ze samen maakten, je nam het verschillende keren vast in de winkel, bladerde erin, en legde het weer terug. Je weet niet goed waarom.
Pijn, lijden, mededogen, troost, schoonheid. Die woorden komen terug in de interviews. Die woorden zaten ook al in je hoofd, bij je herinnering aan haar beelden.
Je ziet een foto van hoe ze die grote constructie, met als naam Kreupelhout, opnieuw aan het opbouwen is in het Gentse museum waar er binnenkort een tentoonstelling over haar werk start. Je leest dat die naam een suggestie was van de auteur met wie ze het boek maakte.
Het is alsof alleen al kijken naar die foto’s, denken aan haar beelden, je klein en kwetsbaar maakt.
Misschien is het de overweldigende lichamelijkheid ervan. Overweldigend, maar niet uitbundig, integendeel.
Als je aan haar denkt, hoe ze was in die documentaire, dan weet je niet goed welk woord er eerst komt. Het maken is heel erg fysiek. Het is alsof de pijn door haar heen gaat naar het beeld. Ze is ook zo soeverein. En tegelijk zo kwetsbaar.
Je zoekt de documentaire terug op. Het is alsof je die stem weer wilt horen, haar in beweging zien. De herinnering was een beetje anders in je hoofd, maar het raakt je opnieuw heel erg.
En het is alsof de woorden sputteren, terwijl je de beelden ziet. Ze zijn op een plek waar woorden niet kunnen komen. Niet binnen dat aura.
Zou dat ook een deel van de aarzeling geweest zijn? Het voelen van die rand, tot waar de woorden kunnen komen? Je kunt geen woorden bedenken die die schoonheid beschrijven. (In je hoofd probeer je enkele woorden uit, maar niets werkt, niets klopt.)
Of was je alleen bang van de intensiteit? Je moet iets van jezelf loslaten om te kijken, en te zien. Dat je dat weet, misschien is het dat.
Je zult zeker proberen te gaan, naar die tentoonstelling. Ook al heb je tegelijk schrik. Je weet nog niet wie je zult vragen om mee te gaan. Misschien is het beter alleen te gaan. Misschien niet.
In tegenstelling tot de titel van een boek dat je ook erg raakte, kun je verlangen naar troost, erg verlangen naar troost. Misschien ben je bang dat die beelden die plek in jezelf zullen raken. Misschien zullen de beelden je laten voelen dat ze zelf de troost in zich hebben.
Je merkt dat alle gedachten die door je heen gaan omgeven zijn door stilte.
Misschien is het goed om daarmee de dag af te sluiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten