Het meisje. Gestrand ben je, samen met een vriend, na een vergadering in Gent. Voor even toch. De trein die je zou moeten nemen en de volgende zijn geblokkeerd door een probleem met een goederentrein ergens richting kust. Het meisje staat zenuwachtig op haar smartphone te dingesen. Ze moet ook naar Leuven, zo blijkt. Jullie nemen samen met haar een andere trein naar Brussel, en vandaar verder. Ze verspreekt zich bijna wanneer ze het heeft over “jullie oude…”, in een gesprek over de wonderen van de moderne technologie. (Dat je het leven zomaar kunt overleven zonder 134 apps, het blijft een klein mirakel, of zoiets.) Ze vertelt over de scheiding van haar mama en papa. En hoe ze zo op het internaat terechtkwam. Maar, zo legt ze omstandig uit, haar zal het niet overkomen. Zij zal wel een goede man kiezen, wel goed voor haar kinderen zorgen, en wel altijd samenblijven.
De spin. Pontificaal hangt de spin midden in het web, aan de rand van je terras. Al de hele week eigenlijk. Zo’n spin heeft ongetwijfeld een heel ander besef van tijd, van de tijd. Jij holt een beetje van hier naar ginder, zo lijkt het wel. De spin wacht. En misschien is het woord wachten wel niet van toepassing. De spin is.
De vrouw. Het terras van het café. Je hebt net een watertje besteld. Plat? Je moet altijd een beetje nadenken over dat woord plat. Hoe plat is water? En als water niet plat is, wat is het dan? Rond? Sommige dingen in het leven zijn te ingewikkeld. De mevrouw van het café, een mooie jonge vrouw, komt je watertje brengen. Strakke broek, los shirt, vloeiende bewegingen. Wanneer ze je glas en het flesje water op de tafel zet, buigt ze zo diep voorover dat je niet anders kunt dan geconfronteerd te worden met reële inkijkmogelijkheden. Vanzelfsprekend verlies je officieel je concentratie maar heel even.
De vergadering. Je bent een klein beetje zenuwachtig. Er staat een belangrijk punt op de agenda. Je schrijft de puntjes van wat je zou willen zeggen op een papiertje. Je doet je best om rustig tussen te komen, je probeert er een lijn in te krijgen. (En heel stiekem, ergens in een achterkamertje van je hoofd, waar niemand het kan zien, zelfs jij zelf niet, denk je: dit was niet zo heel slecht, eigenlijk. En in dat zelfde kamertje denk je aan je maatje, en iets zegt: zag hij me nu maar bezig, hij zou glimlachen.)
De pot yoghurt. Discipline is erg belangrijk in het leven. Sommige mensen vinden dat jij er al genoeg van hebt, maar jij vindt dat er nog werk aan is. Elke dag zijn er praktische oefeningen in zelfbeheersing. Zoals de pot yoghurt met stracciatellasmaak van de biowinkel. En vooral het maar half leeg eten van de pot yoghurt met stracciatellasmaak, en die daarna weer heel rustig in de koelkast zetten.
Het concert. Je blijft overigens voorstander van afhaakbare benen, vooral tijdens concerten waar je een plaats hebt op het tweede balkon helemaal vooraan. Terwijl het concert bezig is, vraag je je af welk liedje jij zou zingen als jij daar op het podium tussen die muzikanten stond. Je denkt aan Queen Jane. En aan hoe onnozel en lelijk jij eruit zou zien op dat podium daar. Op weg naar huis zeg je nog net op tijd aan de vriendin die met je mee was gegaan dat die kleur van dat golfje haar erg goed staat. Anders zou dat ongetwijfeld terechtgekomen zijn in de categorie ‘dingen die je denkt net voor je in slaap valt, dingen waarvan je beseft: dat had ik moeten doen vandaag, waarom heb ik dat niet gedaan?’.
Frangipane. Of beter nog in de verkleinvorm: frangipanekes. Dingen waar je aan kunt denken en die je zomaar kunnen doen glimlachen. Het is een lange lijst, die dingen.
Chocolade. Zou ook thuis kunnen horen onder de rubriek discipline. Tijdens de afwas kun je de hele tijd denken aan dat ene stukje chocolade dat je zult eten na de afwas. En wel degelijk pas nadat de afwas helemaal gedaan is, en alles weer netjes is opgeruimd. Om dan elke dag weer vast te stellen dat dat ene stukje nog lekkerder smaakt dan je dacht dat het zou smaken.
Dromen. Er gebeuren weer veel dingen in je dromen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten