‘Heb je het koud?’
‘Daar kan ik niet op antwoorden.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat je het antwoord al weet.’
‘Ja dus.’
‘Het geeft niet. Het is wat het is.’
‘Is dat die plaat waar je het over had?’
‘Ja. Ik vind deze uitvoering mooier dan die latere. Deze is zonder woorden, dat is beter.’
‘Zonder woorden, is dat beter?’
‘Soms.’
‘Het ligt eraan bij wie.’
‘Misschien denk ik dat het soms beter is met minder woorden.’
‘Volgens mij denk je dat je dat denkt.’
‘Misschien wel ja. En jij?’
‘Ik? Ik doe niet aan woorden.’
‘Haha.’
‘Je bloemen zijn mooi.’
‘Ze zijn goed gelukt.’
‘Kunnen ze dan ook mislukken?’
‘Bij mij wel.’
‘Nee, dat is niet zo. Bij jou is het goed, voor bloemen.’
‘Stel je voor dat ik je zou geloven.’
‘Ik heb altijd gelijk, dat weet je toch.’
‘Hoe zou ik daar op antwoorden, met weinig woorden?’
‘Niet. Gewoon zeggen dat ik altijd gelijk heb.’
‘Dat lijkt me iets te eenvoudig.’
‘Grrr.’
‘We zullen de bloemen het voordeel van de twijfel geven, dat lijkt me gemakkelijker.’
‘Het wordt wel tijd dat je nog wat meer dingen doet hier. Alleen die bloemen, dat is wel een beetje weinig.’
‘Komt nog wel.’
‘Ik zou dat al lang gedaan hebben. Waarschijnlijk.’
‘Ja, sure.’
‘Heb je nog een verhaal voor mij?’
‘Wat wil je horen?’
‘Niet vragen, gewoon een verhaal, eender wat.’
‘Vorige nacht had ik gedroomd. En in die droom nam je mijn hand.’
‘In jouw droom ja.’
‘Verder gebeurde er niets, eigenlijk. Ik vroeg me af wat er zou komen, en er kwam niets.’
‘Lijkt me wel echt een droom voor jou.’
‘Het was niet koud alleszins, in die droom.’
‘Ook niet de handen?’
‘Nee.’
‘En nu?’
‘Daar kon ik dus niet op antwoorden.’
‘Je kunt mij niets wijsmaken.’
‘Dat klopt. Heb je honger trouwens?’
‘Nee.’
‘Ja dus. Zal ik iets voor je maken?’
‘Nee.’
‘Zullen we iets maken?’
‘Misschien.’
‘Als ik het niet verder vertel.’
‘Als je het niet verder vertelt.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten