‘Vertel eens een verhaal.’
‘Even denken…’
‘Doe maar, het maakt niet uit hoe lang. Ik wil gewoon even een verhaal horen van jou.’
‘Ik was vanmiddag nog bezig met het verpotten van enkele planten. Ik had het al eerder moeten doen, hun potten waren te klein geworden. Nu is het beter. Benieuwd of ik het aan de planten zelf zal gaan zien. Nadien zijn je handen dan altijd een beetje ruw, door die potgrond. En ik dacht dat het eigenlijk wel mooi is, bijna een soort troost, dat je gewoon moet wachten, enkele uurtjes misschien, en dan zijn je handen weer zacht. Ik weet eigenlijk niet waarom ik dat nu vertel.’
‘Je zou ook handschoenen kunnen aandoen?’
‘Ja, dat zou kunnen, maar dat wil ik eigenlijk niet. Ik wil het wel voelen allemaal.’
‘Verbonden met de aarde, in een pot?’
‘Ja, een beetje toch.’
‘Jouw handen zijn altijd zacht. Mag ik dat zeggen?’
‘Ja, natuurlijk mag dat.’
‘En nu ga je vragen of ik goed geslapen heb. En dan zal ik zeggen dat ik niet goed geslapen heb.’
‘Oei? En had je ook weer rare dromen?’
‘Ja. Maar ik weet niet of ik er iets over wil zeggen. Ik was thuis, alleen. Er was veel wind. En het hele huis rammelde. Ik was bang, door al die geluiden. En toen gebeurde er iets…’
‘Wat?’
‘Ik kan het niet zeggen. Misschien ooit nog wel, of nooit.’
‘Weet je het zeker?’
‘Ja.’
‘Ben je bang dat de droom terug zal komen?’
‘De droom zal terugkomen. Dat weet ik wel zeker.’
‘Ga je me dan bellen, als je wakker wordt?’
‘Nee, natuurlijk niet.’
‘Ik zou dat wel willen, eigenlijk.’
‘Dat is onzin.’
‘Ik heb een lijstje van dingen die ik mis.’
‘Is het lang?’
‘Het is in klein lettertype, denk ik. Zo wordt het wat korter.’
‘Maar wel met netjes alle fouten verbeterd.’
‘Ja, vanzelfsprekend.’
‘Wat heb je nog gedacht vandaag?’
‘Veel.’
‘Zoals wat?’
‘Ik dacht nog aan dat concert van gisterenavond. Het was heel bijzonder.’
‘Waarom?’
‘Ik kan het niet goed uitleggen. Er was iets met die muziek. Hoe ze ademt. Hoe ze binnen een strak keurslijf toch precies alle richtingen uitwaaiert. En toch ook niet. Hoe die stemmen elkaar aanraken, elkaar overnemen. Hoe ze elkaar dragen. En om een of andere reden was het raar om de tekst erbij te hebben, in vertaling. Er leek een soort breuk tussen die woorden en de muziek. En misschien toch ook niet.’
‘Het is mooi, hoe je erover vertelt. Je ogen.’
‘Het was alsof ik tijdens dat concert voelde dat er verschillende deuren in je lichaam zijn die je kunt openen om ontroerd te worden. Dit was een andere deur dan bij andere muziek. Maar die gedachte kan ik helemaal niet uitleggen.’
‘Ik denk dat ik het wel begrijp.’
‘Heb je de zon nog gezien? Ze is toch nog gekomen, even toch.’
‘Ja, natuurlijk. Enkele keren zelfs.’
‘Heb jij ook lijstjes?’
‘Laat ik daar maar niet op antwoorden.’
‘Ja dus.’
‘Sssjjjttt, niet doen.’
‘Maar je gaat dus wel bellen?’
‘Wanneer?’
‘Als.’
‘Dat weet ik niet, nog niet.’
‘Doe het maar.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten