Het is algemeen geweten dat mijn intellectuele vermogens beperkt zijn, om het vriendelijk te zeggen. Er gaan werelden aan mij voorbij, zomaar, omdat ik boodschappen niet begrijp. Gelukkig zal dat voor de rest van de wereld anders zijn.
Vanmorgen was ik op weg naar het ouderlijk huis (in het kader van het dossier ‘platenspeler’, een van de nuttige dingen op mijn lijstje met nuttige dingen te doen in de vakantie). Het laatste stuk van de reis gaat per bus. En onderweg zag ik op verschillende plaatsen borden staan met woorden erop. (Als ik het me goed herinner, waren het blauwe borden.) De woorden waren: Genieten van de zomer? Gewoon doen. Er stond nog een naam van een politieke partij bij, die dus blijkbaar verantwoordelijk is voor deze boodschap.
Ik ken verschillende mensen van deze partij, en het zijn fijne collega’s. Geen kwaad woord daarover. Maar die woorden op die borden… Ze brachten me andermaal helemaal in de war. En ik zal het maar meteen toegeven: ik begrijp er helemaal niets van. Het zal gelukkig geheel aan mij liggen, wat een hele geruststelling is.
Ik bleef piekeren, tijdens de hele busreis. Misschien bevatten deze woorden subliminale boodschappen, die dus onderhuids bij mij allerlei processen in gang zouden moeten zetten. Maar er was dus alleen maar verwarring.
Is er een algemeen gevoel bij brede lagen van de bevolking dat je niet zou mogen genieten van de zomer? Is er – gezien de partij in kwestie – een of ander gevoel dat een te sterke overheid ons, via allerlei ongetwijfeld te hoge belastingen, zou beletten om te genieten van de zomer? Hebben we het gevoel dat je hooggeschoold, vol van competenties of in het bezit van een dikke portemonnee moet zijn om te kunnen genieten van de zomer? Zouden mensen die niet in die categorieën vallen schroom of een drempel voelen omdat genieten van de zomer niet voor hen zou zijn weggelegd? En wat houdt dat gewoon doen in? Is genieten eigenlijk verboden en krijgen we de boodschap Het is eigenlijk verboden, zoals we weten, maar doe het nu maar gewoon? Is iedereen eigenlijk gewoon te bang en horen we een vertrouwenwekkende stem die ons zegt dat het mag, dat we het kunnen, dat het wel mee zal vallen, dat we gewoon die ene stap moeten zetten? Denken we dat er overal mensen stiekem naar ons zitten te kijken om ons te berispen omdat we niet genoeg doen voor het klimaat en dat we daardoor ook niet meer durven genieten van de zomer en dat we ingefluisterd krijgen dat we het toch gewoon moeten doen, als een daad van verzet?
Terwijl die borden maar bleven verschijnen, los in het landschap, bleven al die vragen maar rondtollen in mijn hoofd. Ik heb het maar opgegeven. Ook vandaag gaf het besef dat ik heel erg abnormaal ben mij weer een groot gevoel van innerlijke rust. In de zomer geniet ik van erg veel dingen, denk ik. Het is fijn om na een tot nadenken aanzettende film nog een glas te drinken met een goede vriendin en dan een mooi gesprek te hebben over de belangrijke dingen van het leven. Daar geniet ik wel van, door het gevoel van tijd, door het besef van samen te kunnen zijn met iemand die je dierbaar is. Maar daar heb ik wel dat bord in die akker niet voor nodig. En ik voel ook geen enkele aandrang om rond te gaan toeteren via diverse soosjal miedia dat ik aan het genieten (!) ben.
Genieten is een ingewikkeld woord. Genot is een ingewikkeld woord. (Het uitstellen van allerlei vormen van genot is een van mijn specialiteiten, dat zal wel mee de verwarring verklaren.) Blijkbaar moet je om een of andere reden genieten, GENIETEN, dus. Ik heb het even nagevraagd bij de kosmos, en zij is in dat verband geen vragende partij. Genieten heeft niets met moeten te maken, zei ze, misschien wel met aanvaarden en loslaten. (Soms maakt de kosmos mij heel zenuwachtig, maar dat is iets voor een ander stukje.) Dat moeten genieten begrijp ik niet zo goed.
Onlangs zag ik op feesboek een foto van een man die met zijn vrouw een ijsje aan het eten was”. Er stond bij, als ik het me goed herinner: “Dit is genieten!” Zo’n boodschap brengt mij dus ook in de war. Ik was op zich natuurlijk heel blij voor hen – het zijn fijne mensen – omdat ze een lekker ijsje konden eten. Ik voelde geen enkele jaloezie, gunde het hun van harte. Maar die boodschap begreep ik niet. Er moest blijkbaar iets bewezen worden. Er lijkt sprake te zijn van enige maatschappelijke druk. GIJ ZULT GENIETEN!!! In de reacties op het bericht waren denk ik ook veel hoofdletters te zien.
Je hoort het zo vaak en zo gemakkelijk, dat je ervan moet genieten (!). Het maakt me altijd zenuwachtig. Alsof ik van de eerste seconde na die boodschap moet kunnen bewijzen dat ik aan het genieten ben. (Zoals we ook allemaal gelukkig MOETEN zijn, de hele tijd, anders falen we.) Ik zal dan wel een sukkel zijn, maar ik denk dat genieten iets te maken heeft met breekbaarheid. Het is een geschenk dat naar je toe komt, op een onverwacht moment. Je kunt het binnenlaten wanneer het aan je deur staat, als je dat durft. En dan kun je het voorzichtig bekijken in je handen, of in de ogen van iemand die bij je is. En misschien fluister je het nog eens tegen elkaar, en dan komt er een mooie glimlach.
En nu gaan we KEIHARD genieten. Dat lees je ook wel eens. Vanaf dag 1 van de vakantie of van het festival of zo, moeten we blijkbaar zo nodig. Dat keihard is op zich al erg ingewikkeld. Maar het lijkt me zo vermoeiend, en zo niets, dat altijd en dat moeten. Misschien zijn we als mens af en toe een beetje bang van de existentiële leegte die ons overvalt. Misschien durven we die niet zachtjes laten binnenstromen. Om die stilte te elimineren roepen we hard. DIT IS GENIETEN! Terwijl genieten misschien maar mogelijk is na het doorwaden van die stilte. Of zoiets.
Misschien was dat de diepere filosofische betekenis van die woorden op dat blauwe bord. Dat je het vooral niet moet rondtoeteren, met begeleidende lachende foto’s, op al je profielen. En dat je het dus gewoon mag doen, af en toe, wanneer het zich aandient, als een geschenk.
Het zou kunnen dat ik me vergis, want bij dat doen denk ik dan ook weer aan dat enigszins enge woord doener. Stel je voor… Een trosje doeners, samen op een hoopje. Ze fokken elkaar op, met telkens nieuwe berichten over hoe KEIHARD ze wel aan genieten zijn, en hoezeer ze gewoon aan het DOEN zijn. Waarna ze hopen dat er vooral bij hen heel erg veel likes komen, die dan weer de existentiële leegte zouden kunnen verzachten. Die vorm van moetgenieten zorgt er vooral voor dat je bij het einde van vakantie totaal uitgeput bent.
Terug thuis na mijn reis naar het noorden heb ik met hulp van een dierbare vriend de oude platenspeler kunnen installeren in mijn huis. In mijn jonge jaren heb ik eindeloos veel uren, dagen, doorgebracht bij die platenspeler. En nu staat hij bij mij. Ik had er de vorige nachten zelfs van gedroomd, hoe het zou zijn, als alles gewoon zou werken. Ik was lichtjes opgewonden, of zo. Het wonderlijke gevoel dat je tegen jezelf kunt zeggen dat je nog eens de tweede plaatkant van Abbey Road gaat opzetten. Of dat je even kunt zoeken tot je weer The Thrill is Gone van B.B. King Live in Cook County Jail kunt horen, luid door de boxen die je vader zelf nog bouwde. Ik was heel diep ontroerd, tot de tranen. Maar ik kan nog altijd niet zeggen of ik nu eigenlijk stond te genieten van de zomer. Ik heb dan maar gewoon een stukje geschreven, dat lukt me nog net…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten