Ja dus. Dat de vakantie begonnen is.
(Eigenlijk heel erg moe.)
Vertrokken met een lijstje dat echt helemaal op was. Lijstjesgeluk.
(Alleen nog dat ene stukje uit het rijtje van vier. Als dat klaar is, kun je echt, of zo.)
Broedstukjes, dat heb je gemerkt. Ze bouwen zich onbewust ergens op.
(Beetje bang, zoals elk jaar, van het kantelen.)
Bij dat ene stukje wist je alleen dat Bach erin voor zou komen.
(En van de pijn van de eerste dagen.)
De avond tevoren zag je het bijna, maar iets wou het niet.
(Gelukkig is het anders dan vorig jaar.)
Midden in de nacht kwam er nog een mogelijke zin.
(Het mag, dit jaar.)
’s Morgens, net uit de trein, blijft het heen en weer gaan.
(Nog niets verlangen, dat helpt ook wel.)
Het zou weer uit verschillende lagen moeten bestaan, denk je. Anders is het niet goed.
(Behalve dat ritme dat je na een tijd zult voelen.)
Pas tijdens het schrijven wijzen de woorden de weg.
(Misschien zul je iets zien in de barsten.)
Die beelden die je de vorige dag in het nieuws zag, ze hameren in je hoofd.
(En dat mag komen.)
En ineens het beeld van dat meisje, toen. Het hoort bij elkaar.
(Wat zullen de planten zeggen?)
Je begrijpt iets pas nadat je het geschreven hebt.
(En ook de nuttige dingen nog natuurlijk.)
En Bach, dus.
(Een beetje bang, zoals elk jaar.)
Die zwangere vrouw vanmorgen op het perron. Het licht veranderde.
(De stapel boeken is al hoog. En zal nog hoger worden. Ongetwijfeld.)
De tekst is verzonden.
(Zou het dit jaar lukken om er wel heel veel…?)
Je loopt door de gang. Het gebouw laat je bijna los.
(En de afspraakjes. Even wachten nog, tot je toonbaar bent.)
Je loopt naar de trein. Het is goed geweest.
(Na dat laatste stukje even niet te veel meningen meer, of zo.)
Vrijdag is boekenbijlagedag. De treinrit voelt als luxe. Boekenbijlageverlangen.
(Bob Dylan zingt Why Was I Born.)
Je loopt door de straat. Er zou nog een beeld mogen komen voor het laatste stukje.
(Nog eens Bach?)
De vrouw die heel rustig, midden in de winkelstraat op een bank, haar baby de borst geeft.
(O ja, die ene foto moet nog, voor dat interview.)
Het maakt je zo gelukkig.
(Zou het wel echt zijn, die vakantie?)
Je bent thuis. Die paar dingetjes nog.
(Mag het wel? Zomaar?)
En dan. Het is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten