10 augustus 2019

Home Fire

Wat als je geliefde broer door iets wat hij deed door de machthebbers wordt beschouwd als ‘vijand van de staat’ en buiten de gemeenschap wordt geduwd? In de Griekse tragedie Antigone werd haar ene broer als slecht beschouwd en mocht zijn lichaam niet begraven worden. Antigone negeerde de regel van de staat, ging treuren om haar broer en begroef hem, wetend dat ze daarvoor de doodstraf kon krijgen. In een keten van tragische gebeurtenissen zal de machthebber – Kreon in de tragedie van Sophocles – uiteindelijk alles verliezen. Kamila Shansie maakte met Home Fire (vertaald als Huis in brand) een weergaloze en adembenemende moderne versie van dit oude verhaal. Het boek is ingehouden kwaad, maar nooit pamflettair. De personages worden genuanceerd getekend, maar niet in veilige pasteltinten. Morele vragen worden beschreven in een taal die spits en vaak ook subtiel ironisch is. De oude tragedie hangt als een wolk over dit eigentijdse verhaal dat enkele zeer actuele morele dilemma’s op het toneel brengt. De tragedie voltrekt zich, onontkoombaar. Je wordt als lezer even onontkoombaar in die tragedie getrokken, in een boek dat zich naar het einde voortstuwt als een trein die niet meer te stoppen is. Na de ijzingwekkende finale volgt er echter geen catharsis die je enige troost zou kunnen geven.

De hoofdpersonages in het boek komen uit een Brits-Pakistaanse familie. De vader is al lang overleden. Hij ging weg van zijn familie om als jihadist te gaan vechten en stierf op weg naar Guantanamo. De moeder stierf een tijd daarna. Isma, de oudste dochter, voelt haar jongere broer en zus, de tweeling Parvaiz en Aneeka, ook een beetje als haar kinderen aan. Daarnaast is er Karamat Lone, een politicus van Pakistaanse oorsprong, die zich heeft opgewerkt tot een ‘flinkse’ minister van binnenlandse zaken die zich fors uitspreekt tegen moslims die zich in zijn ogen onvoldoende integreren in de Britse samenleving. Zijn zoon Eamonn leeft het leven van een jongen uit een bevoorrechte rijke familie.

Isma, die een tijd haar studies heeft onderbroken om te zorgen voor de tweeling, gaat naar de Verenigde Staten om daar haar sociologiestudies af te ronden. Daar ontmoet ze Eamonn. De twee voelen iets voor elkaar, maar Isma houdt afstand. Ze wil gewetensvol leven, tegenover de wetten en tegenover haar geloof. Ze heeft al lang afstand genomen van haar vader, en heeft dat ook gedaan tegenover Parvaiz, haar broer. Die heeft zich door ronselaars laten verleiden om – in een soort zoektocht naar de vader die hij nooit gekend heeft – als moslimstrijder naar het Kalifaat te trekken, waar hij terechtkomt bij de media-afdeling van IS. Daar aangekomen merkt hij al snel dat wat hem was voorgespiegeld totaal niet klopt met de werkelijkheid. Hij wil ontsnappen aan de gruwel en wil terugkeren. Wanneer Aneeka ontdekt dat het Isma was die aan de autoriteiten heeft doorgegeven dat hun broer vertrokken is – vanuit een zorg om de familie te beschermen – is ze razend op haar zus. Het is Aneeka die uiteindelijk, eerst uit berekening maar later uit liefde, een relatie begint met Eamonn. Ze hoopt dat dat kan helpen om haar broer terug te krijgen. De terugkeer van Parvaiz mislukt echter en hij sterft. Karamat Lone weigert de repatriëring van het lichaam omdat hij hem niet meer als een Brits burger beschouwt. Het lichaam moet maar begraven worden in Pakistan. Aneeka komt in een tweestrijd en wil haar band met haar broer niet zomaar ondergeschikt stellen aan de wet. Daarna komt de tragedie in een definitieve versnelling.

Het boek is opgebouwd in een aantal grotere delen, telkens gezien vanuit een van de personages. Het begint bij Isma, en gaat daarna verder met Eamonn, Parvaiz, Aneeka en Karamat. Zo zie je als lezer de gebeurtenissen vanuit het gezichtspunt van dat ene personage. Je ziet de drijfveren, de twijfels, de blinde vlekken en ook de context die hem of haar mee bepaalde. In het begin van het boek verwacht je dat Isma het centrale personage zal zijn, maar dat blijkt al snel dus niet het geval te zijn. De verschillende personages weten essentiële dingen van elkaar niet, of nog niet. Ze komen door de loop van de gebeurtenissen te weten dat de dingen niet waren zoals ze dachten of hoopten. Of ze merken dat ze helemaal geen controle hebben op wat er gebeurt. Door naïviteit of ambitie kun je je laten verblinden. Moet je loyaal zijn aan je geweten, aan de wetten van de staat waar je toe behoort, aan je geloof, aan de liefde, aan je familieband? Die dingen kunnen binnen jezelf in een genadeloos conflict komen, waardoor er geen enkele keuze zonder verlies is. Op hun manier zijn de verschillende personages tragisch, zitten ze gevangen in een lot dat ze ten dele zelf hebben opgezocht. Als lezer zie je daarbij ook alle nuances, de dingen die niet zo groot of bewust of eenduidig zijn als de buitenwereld dat graag zou willen. Eens de dingen in gang gezet zijn, kunnen ze – telkens op hun manier – niet meer ontsnappen aan wat zal gebeuren. Binnen die tragiek kun je nog wel keuzes maken voor meer of minder waardigheid, meer of minder ethische moed. Wie dacht alles te kunnen controleren, kan alles verliezen.

Je kunt het boek op verschillende niveaus lezen. Je kunt het lezen als een eigentijdse reflectie op het oude verhaal en daarbij zien hoe de grote ethische vragen zich ook vandaag nog heel scherp kunnen stellen. Je kunt het ook lezen als een beschrijving van wat identiteit kan betekenen in een eigentijdse samenleving en hoe allerlei loyauteiten met elkaar kunnen botsen in een maatschappelijke omgeving die soms met verschillende maten meet. Je kunt zien hoe een proces van radicalisering werkt, minder groots of rechtlijnig dan velen denken (maar wel bewust georganiseerd door sommigen). Je kunt de botsing zien van de kleinmenselijke werkelijkheid van zo’n complexe situatie met de drang naar eenvoudige boodschappen in politiek en media. Je kunt de erg ingewikkelde ethische dilemma’s zien waarmee je, naargelang de positie die je hebt, kunt geconfronteerd worden. Maar je kunt het boek ook lezen als een verhaal over liefde, tussen kinderen van eenzelfde gezin, tussen geliefden die uit verschillende werelden komen. Het is de grote verdienste van de auteur dat ze al die lagen op een heel vanzelfsprekende manier laat zien in al hun veelkleurigheid. Ze doet dat ook in een schitterende compositie.

Home Fire is een boek dat je in een toestand van een soort verdwazing achterlaat. Het laatste stuk lees je in verkillende roes, waarbij je amper durft ademen. Het is een bijzonder dapper boek, geëngageerd zonder te roepen, met ingehouden verontwaardiging. De personages worden getekend in felle kleuren, maar je ziet ook hun twijfels, hun kleine verlangens, hun niet-weten. Dat het verhaal van die oude Griekse tragedie werd gebruikt, voelt nergens aan als mechanisch of geforceerd. Je voelt wel hoe dat oude verhaal als een noodlot boven de personages hangt. Je hoopt dat niet zal gebeuren wat onvermijdelijk zal gebeuren. Je voelt de immense kracht van die tragedie als lezer op een heel lichamelijke manier aan, niet als iets van ‘vroeger’, maar als iets van vandaag, iets waar je niet aan kunt ontsnappen. Er is geen veilige troost bij het einde van dit boek.

Geen opmerkingen: