31 augustus 2019

En ook iets over emoties

Zoals de dagen gaan, het andere leven is weer begonnen.

Lijstjes voor wat je te doen staat, in de tijd die komt. En basisvoorzieningen. Zoals grote pakken koffie, en chocolade. Zo blijft de publieke dienst overeind, in barre tijden. Of zoiets.

Je lichaam heeft iets geleerd van de zee, en dat is goed.

(Een lichte rusteloosheid voor een clubje.)

Even naar huis, om snel daarna weer te vertrekken. En het verschil dat dat maakt. Het verbaast je telkens weer. Even thuis zijn, als de dag lang duurt. En daarna een hele wagon voor jou alleen, zo lijkt het wel.

Weer een boek uit. (De zomer was goed.)

Twee mannen van een eerbiedwaardige instelling komen je interviewen. Je zoekt de juiste woorden. Je spreidt die netjes voor je uit. De mannen vinden het allemaal wel goed precies.

Je bent getuige van een innerlijke dialoog. Iets over varianten van bezorgd zijn.

Sommige discussies in belangwekkende organen gaan over ernstige dingen. Zoals over het verschil tussen een fancy, een hippe of een heftige projectfiche. (Soms ben je ook ernstig, beweren sommigen.)

(Iets willen doen met een lichte rusteloosheid.)

De dingen van dit andere leven komen in je terug, in een ritme.

Ingewikkelde dromen soms.

Een mooi bericht. Iets over verdriet.

Je denkt nog aan een gesprek van enkele dagen geleden. Wat is dat toch met die mannen die klimaatmeisjes kapot willen maken? Iets in die aard. Net op dat moment komt er een tekst binnenwandelen die het net daarover heeft.

Een fijn gesprek, in een cel. Het is alsof je samen met iemand aan een droom zit te knutselen. Plannen maken. In je hoofd zie je alle stukken. Je begrijpt nooit goed hoe dat werkt, dat zien. Plezier van een jongetje.

De woorden die zich schrijven, ze willen nog iets doen wat de zee je vroeg, denk je. Je kunt alleen volgen.

Je spreidt de papiertjes naast je uit. Je knutselt de stukken tot een tekst in elkaar.

Iemand die je erg dierbaar is, laat je weten dat er binnenkort een speciaal moment aan zit te komen. Je bent toch een heel klein beetje zenuwachtig, eigenlijk.

(De rusteloosheid kantelt naar diepe teleurstelling en verdriet. Het maakt je een beetje misselijk.)

En daarnaast is er het mooiste moment van de dag. Een gesprek over een gesprek, eerder, over kinderen en zonder kinderen. En hoe mooi en veilig het kan zijn, dat ze allebei rustig naast elkaar kunnen zijn in een gesprek, in een aanwezigheid. Het ontroerde je toen zo hevig. Je voelde een openheid, en zij voelde dat ook. Je bent dankbaar voor haar woorden, een geschenk.

(Misschien ligt het aan de rusteloosheid. Loeiende rugpijn.)

Een voorstelling. Je hebt, denk je, de slechtste rugstoel uit de hele kamer getroffen. Misschien wil de kosmos je iets leren, misschien had je gewoon beter moeten kiezen. De voorstelling verwart je.

Om sommige stukken in de ochtendkranten te lezen wijk je bewust een beetje achteruit, knijp je je ogen een beetje toe. Alsof je ze alleen op een afstand kunt lezen.

Je roept tegen de krant. Nee, mensen moeten niet god spelen. Mens zijn is genoeg. Al is die gedachte blijkbaar te ingewikkeld voor sommige mannen. Of zoiets.

Ook in de krant, kwestie van contrast, praktische suggesties om je te bewegen in het Tindermijnenveld. Werelden die aan je voorbij gaan. Gelukkig.

(Praten. Lichtjes machteloos. Telefoneren. Misschien toch goed dat je iets probeert.)

En je zou ook nog antwoorden. Merkwaardig toch. Mannen die je – enigszins paternalistisch – laten weten dat je toch een beetje te emotioneel bent. Een soort klimaatmeisje, waarschijnlijk. Zij zijn altijd rationeel, wat jij niet bent, vanzelfsprekend. Misschien ben je wel trots dat jij een klimaatmeisje bent. Zullen zij nooit begrijpen, waarschijnlijk.

Je denkt aan twee meisjes die weldra weer naar school gaan, en hoe spannend dat is.

Je kijkt naar de beelden in je hoofd, je lichaam wordt rustiger. Je kunt weer buiten gaan zitten en verder lezen in het boek. Het is een indrukwekkend boek. Het beschrijft iets over tijden die veranderden, zo lang geleden. Het zegt iets over tijden die veranderen, nu.

Je probeert te schrijven, je rug blijft loeien.

Geen opmerkingen: