Kun je in een relatievorm als een huwelijk als individu overeind blijven? Of verdwijn je in een samensmelting die eigenlijk niet veel meer met liefde te maken heeft? Kun je ontsnappen aan de zwaartekracht van de liefde? Zijn je grote of onuitgesproken dromen over de liefde bestand tegen de seizoenen? Weet je eigenlijk zelf wel wat je zoekt en verlangt in een of andere variant van de liefde? Ben je gedoemd om te herhalen wat niet goed was, alsof je niet anders kunt zijn dan acteurs in een stuk dat al geschreven is? De Nederlandse schrijfster Marijke Schermer heeft het in haar roman Liefde, als dat het is over die grote vragen. Ze brengt dit alles in beeld met lichte toetsen en schijnbaar eenvoudige zinnen. Als dit boek een toneelstuk of film zou zijn, zou je veel lichte kleuren verwachten. De personages zouden waarschijnlijk mooie stemmen hebben. Er zou misschien mooie achtergrondmuziek kunnen zijn. Je zou je willen laten afleiden, maar al bij al snel merken hoe genadeloos dit boek is over het onderwerp dat in de titel staat.
Het boek begint in een zomer. We zien hoe David bij Sev is, zijn nieuwe geliefde. Een relatie willen ze het niet noemen. Zijn vrouw Terri heeft na een huwelijk van vele jaren het huis verlaten. Zij wou zichzelf terug heroveren op dat huwelijk, voelde dat het ‘op’ was. Ze begon zich te storen aan David, die in haar ogen te voorspelbaar plichtsbewust en degelijk is. Ze kan geen grote dingen aanwijzen, maar kan het gewoon niet meer. Voor hem komt dit alles als een natuurramp. Hun twee dochters, Ally en Krista, begrijpen er niet zoveel van en worstelen zelf ondertussen met de dingen die bij hun leeftijd horen. Terri zoekt haar heil in de armen van Lucas, een behoorlijk foute man.
Dan springt het boek terug naar een herfst eerder, en loopt door tot de herfst na die zomer. Als lezer krijg je telkens het perspectief van die zes verschillende personages. Er is geen verteller die boven hen staat en je in een bepaalde richting duwt of zich helemaal vereenzelvigt met één personage. Er is nauwelijks een ruimere context. Je krijgt een beperkte voorgeschiedenis van de personages. Via de personages voel je als lezer wel dat je die soms zou willen kennen. Terri botst op de manier waarop Lucas zijn persoonlijkheid afschermt. Sev heeft een verleden dat wel in het licht komt en dat uiteindelijk spiegelt met andere geschiedenissen. Ze is minder soeverein dan hoe David haar zou willen zien.
Als lezer zit je meestal vooral in het moment, in opeenvolgende scènes als in een toneelstuk, dicht op de personages. Je ziet de dingen telkens vanuit het begrensde perspectief van een van de zes, en dan nog via het tipje van de ijsberg. Hoewel ze met elkaar in hetzelfde stuk zitten, lijken ze ook allemaal een beetje op hun eiland te zijn, stellen ze vast. Wat weten ze van elkaar? Wat hebben ze met elkaar?
De schrijfster werkt dit alles uit in gecondenseerde, verraderlijk eenvoudige zinnen en ‘kleine’ dialogen. Wat eenvoudig of vertrouwd leek, wordt ineens een beetje raar of pijnlijk leeg. Wat vertrouwd was, was misschien een soort ritueel dat eenzaamheid moet verbergen. De perspectiefwissels in de opeenvolgende korte fragmenten verlopen heel soepel. Dat alles geeft aan het boek een bijna lichte toets, die net daardoor de tragiek die net onder de oppervlakte blijft versterkt.
Als lezer ga je mee door de seizoenen. Je ziet hoe de dingen gebeuren, hoe de personages zich opnieuw een plaats zoeken. Daarbij zie je steeds nieuwe kanten. Je ziet hoe iemand als Terri een beetje vastloopt in zichzelf. Ze lijkt een andere plek te willen, waar ze vrij kan zijn op haar voorwaarden, zonder David, en waar de dochters dan vanzelfsprekend in zouden schuiven, terwijl ze ook weer niet te veel in haar buurt moeten zijn. Ze wil de lust in haar lijf voelen bij Lucas, maar weet na een tijd ook dat hij eigenlijk voor een akelig soort ongebondenheid staat. David wil alles doen om voor zijn kinderen de best mogelijke plek te behouden, en verlangt naar een minder saaie versie van zichzelf. Door de breuk met zijn vrouw heeft hij iets van zichzelf gezien dat niet zo spannend is als zij blijkbaar zocht. Misschien zat ook hij vast. In de armen van Sev voelt hij zich heel anders. Maar hun gewichtloze samenzijn kan er ook alleen maar zijn in een plek weg van de wereld.
Het natuurlijke vertrouwde ritme van de seizoenen zou kunnen staan voor een cyclisch gevoel waarbij na verlies weer nieuw leven komt. De seizoenen zouden zo troostend kunnen zijn. Maar hier lijken de seizoenen meer de dragers van een tragisch lot. Je hoopt dat je kunt ontsnappen aan jezelf. Je hoopt dat je beter en anders kunt doen wat eerst niet lukte. Maar je komt terug naar die plek die je wilde ontvluchten, ook al is die dan elders.
Wanneer het boek terug in de zomer is, lees je een hoofdstuk met de titel Afgrond. Daarin staat een tekst in cursief waarin je een externe stem hoort. Daar is er even een verteller die de aandacht op zichzelf trekt. Misschien is het de schrijfster zelf wel. Misschien is het een schikgodin. In elke relatie lijkt er een onvermijdelijk kantelpunt te komen. De personages bewegen verder, maar kunnen zich niet onttrekken aan de seizoenen.
Liefde, als dat het is is een boek dat subtiel onder je huid kruipt. Het is behoorlijk genadeloos, in lichte toetsen. Kleine zinnetjes doen je vaak even het boek opzij leggen. De zinnen zijn uitgepuurd en ingehouden. De perspectiefwissels verlopen naadloos. Als lezer kijk je soms naar de gesloten kamers van een toneelstuk. Daar zie je de seizoenen van de liefde, waaraan niemand lijkt te kunnen ontsnappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten