Je kijkt naar het getal. Zouden sommige getallen anders aanvoelen dan andere? Zou er een soort piekgetal zijn? Of zijn er enkel plateaugetallen?
Bij die ene krantenwinkel die nog open was is de krant nu ook nog uitverkocht. Het is nog even wachten tot ze in je bus zal vallen. (In de categorie van de echt belangrijke problemen.)
Bij het klappen zijn er ineens tranen.
Je kijkt naar de rivier.
De ogen van de mevrouw in de krantenwinkel waren wel niet veranderd sinds de vorige dag.
Dingen die blijven.
Op een of andere manier is het alsof je zou moeten rouwen. Alsof het te stil is terwijl je de dingen doet tijdens je overzichtelijke veilige dagen.
Je vroeg het ooit aan iemand. Of zij jouw hand zou vasthouden als je zou sterven. Dat was het enige. Meer zou je niet vragen.
Er zijn al zoveel mensen gestorven met eenzame handen, denk je. Het is alsof je hen ziet, in hun onzichtbaarheid. Het rouwen is voor hen.
Je zit al enkele uren te werken aan die briefing. (Echt sexy is dat woord wel niet.) Je zou het warmer willen hebben, denk je. (Voor ergens halverwege de namiddag mag de verwarming niet aan.) Zo warm van binnenuit, of zoiets.
De mevrouw in de winkel zegt dat je binnen mag komen. Je bent de enige klant, dus dat beweegt wel lekker. Je gaat je handen wassen achteraan. Je kijkt naar de bakjes met pasta. Je neemt net genoeg mee, zodat je misschien volgende week weer terug kunt komen.
Een mooi gesprek. Halverwege onderbroken. Nadien herinner je je, tijdens de afwas, wat je graag wilde horen, wat net aan de vertelrand was. Je praatte te veel. Soms schrik je van je eigen oude kop op dat scherm.
Je merkt wel dat je rimpels goed mee bewegen. Misschien ben je niet zomaar statisch.
Die romantische film de vorige avond was een klein beetje voorspelbaar. En toch. Net als bij chocolade is er misschien een soort ondergrens aan romantieknood. Weliswaar te spreiden in aanvaardbare porties over de hele week. Waardoor riscio’s op uitspattingen kunnen vermeden worden. Vanzelfsprekend.
Een telefoontje, terwijl je aan de afwas bezig bent. Zo mooi. Diepgaand sociologisch onderzoek is aangewezen over het ideale uur op de dag om naar Jeroen Meus te kijken. Daarnaast is er ook nood aan eeuwigdurend praktijkgericht onderzoek naar de ideale frangipanetaart.
Je kijkt naar een filmpje. Het begint een vrijdagritueel te worden.
Je krijgt bericht dat een vriend veilig en wel weer thuis is. Je bent opgelucht.
Zou die blauwe taart trouwens al helemaal op zijn? Krijg je daar trouwens ook blauw bloed van? Burning questions.
Die ene plant op het terras lijkt voorzichtig gretig.
Kijken naar alles wat chocolade is.
Je belt om ook die andere afspraak in het ziekenhuis te verplaatsen. Het heeft niet zoveel zin om naar een afspraak te gaan voor een bespreking van de resultaten van een onderzoek dat er pas binnen enkele maanden komt. Aan de telefoon krijg je een stem op een antwoordapparaat. Je kunt die afspraak zien staan op een platform. (Zo klink je wel helemaal mee met de tijd.) Via dat platform kun je ook een berichtje sturen. Wat je ook doet. Misschien werkt het wel.
Je bent blij dat het weekend is.
Iets is een beetje moe.
Het is weekend. (Het is zelfs vakantie, blijkbaar.) Het mag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten