22 augustus 2021

Belichaamd


De lichamelijkheid van woorden.

Hoe aanraakbaar ze zijn. En weerbarstig tegelijk. Woorden zijn niet van water.

Ze zijn een beetje afwezig aan zichzelf. Ze bewegen, in hoe je ze schrijft, hoe je ze spreekt, in welke hand, welke stem. Ze zijn aards. En tegelijk zijn ze zo ongenaakbaar.

Misschien zijn woorden wel van graniet. Maar ze zijn ook in de tijd. Ze kunnen verlangen naar het water. Het woordelijk tekort, het is hun lot.

Misschien zijn er woorden nodig om de afstand tussen de woorden te kunnen voelen. Het is niet zomaar een stilte.

Woorden weten iets over de huid. Ze dragen een herinnering.

Misschien kun je met woorden de leegte omschrijven, eromheen schrijven. Als in een cirkel.

Soms verlangen woorden naar zinnen, zijn ze zinnelijk. Ze raken de stroom aan.

Woorden falen. Zoals lichamen altijd te klein zijn.

De woordelijkheid van lichamen.

Het is geweten dat woorden bewegen in een lichaam. Ze zijn te voelen, in je arm. Om maar iets te zeggen.

Een woord kan een lichaam openen. Een woord kan een lichaam sluiten.

Er is dat beeld, het komt steeds terug. De woorden die in een lichaam geschreven worden. Soms uit toe-eigening. Soms uit liefde. Soms zichtbaar. Soms niet.

En dat je niet zeker weet, of je in woorden denkt. En dat je over die vraag, of je zo denkt, alleen in woorden kunt denken.

Een meisje zei het je onlangs nog. Jij bent die naam. Het is een woord dat niet meer kan vertrekken, zo lijkt het toch. Of dat niet meer mag vertrekken.

En als je lichaam verandert, veranderen de woorden dan ook?

Je weet nooit zeker waar in je lichaam je al die woorden onthoudt.

Alleen al aan een woord denken kan je lichaam veranderen.

De mens is een verhalen vertellend wezen. Het verlangen naar verhalen raakt het zijn. Er is iets als een holte voorzien, voor verhalen, in elk lichaam.

De voorwoordelijkheid van lichamen.

De herinneringen in je lichaam die nooit woord geworden zijn. En hoe je die probeert te omschrijven, eromheen te schrijven.

Ze bewegen, zonder rustpunt.

Er is een herinnering aan gevaar. Er is een aanraking, zonder woorden. Er is een reactie, van walging. Er zijn woordloze paden.

En je kunt kijken, en zien. Zonder woorden. Waarna je wacht op woorden. En de woorden aanbiedt aan je lichaam.

Je zegt dat je het niet goed kunt uitleggen. Ze zegt dat ze daarmee moest lachen, dat ze nog nooit iemand heeft meegemaakt die zo nauwkeurig uitlegde wat niet uit te leggen was. Of zoiets.

De afstand die je kunt voelen in je lichaam, tot de woorden. Het kind dat in een genadeloze stilte roept, onhoorbaar. En de woorden die je kunt zien, daar, in hun nog onleesbaarheid, onzichtbaarheid.

Woordhonger. Hoe rusteloos het je kan maken. Hoe je huid ontspant, al na de eerste woorden.

En hoe je nog minstens enkele levens nodig hebt, om er iets van te begrijpen.

Geen opmerkingen: