De vrouw tegenover je in de trein, die net iets langer dan kort naar je kijkt. En dan weer verder leest in haar boek.
De twee meisjes die naar de bus kijken, jou achter het raam zien zitten, en wuiven. (En je zou willen blijven kijken.)
De zangeres in het filmpje. Hoe ze beweegt. Hoe ze in haar lichaam woont.
Iemand die je al lang niet meer zag. Even blijven kijken. Het mag.
De vrouw naast je op de bank. Zij lees in haar boek. Jij leest in jouw boek. Je voelt, zonder te kijken, dat ze haar hoofd naar je toe draait en je aankijkt. Je doet of je niets merkt.
Tijdens de lange vergadering. Het oogcontact. Haar ogen lijken te vragen dat je zou ophouden over dat moeilijke punt. Je probeert zacht te kijken, en gaat door over het punt.
De man die de achterkant van de kledingcontainer opentrekt en kijkt naar de spullen die eruit vallen.
De vrouw die aan komt fietsen en naast je komt staan, terwijl je wacht op groen. Ze kijkt naar je en glimlacht.
De ogen van je spiegelbeeld kijken je aan.
Je kijkt naar de mama die haar baby in de draagzak tegen zich aan houdt, terwijl aan het stofzuigen is en tussendoor roept naar de andere kinderen dat ze op die muur niet mogen tekenen met krijt.
De man die wordt klaargemaakt om naar de ambulance te brengen kijkt verdwaasd voor zich uit.
Die vrouw die tussen de andere mensen staat en naar je kijkt. Jullie herkennen elkaar. Je weet niet meer wie ze is. Je knikt.
Het is verbazend hoe traag sommige mensen kunnen fietsen zonder om te vallen. Je probeert hun evenwicht te begrijpen.
Even kijk je naar haar met een blik van medeplichtigheid. Ze begrijpt je meteen.
De veiligheidsmeneer aan het onthaal die naar je knikt.
De man die de presentatie geeft en een beetje rusteloos heen en weer beweegt. Je kijkt naar zijn handen en zijn armen. Het is alsof hij geen centrum heeft.
Je collega die er op het scherm zo moe uitziet en een beetje glazig naar iets zit te kijken.
De man op het perron die eerst een hele tijd naar je kijkt en daarna komt vragen of hij juist staat voor de trein naar Amsterdam.
De actrice in de serie die zwanger lijkt te zijn, terwijl ze dat in het verhaal niet is.
Het kleine jongetje dat met zijn fietsje de zwaartekracht tart.
De man die je al lang niet meer gezien had en die zo dik geworden is.
De vrouw aan de kassa die heel even panikeert wanneer je haar vraagt of er ook een poster bij dat boekje met gedichten hoort.
De planten die rustig naar je kijken. Ze kennen je geheimen.
De platenhoezen in de etalage laten iets zien van een andere wereld.
Kijken naar de namen van de bushaltes.
Hoe ze van achter haar saxofoon en het zwarte lijntje rond haar ogen naar je kijkt. (Hoe trots je bent.)
Hoe die twee jongetjes in het koor met volle overgave staan te zingen.
De buschauffeur kijkt tijdens het rijden op zijn smartphone naar de formule 1.
Je kijkt naar de plek waar de buurvrouw zit. Ze ziet je. Je zwaait even. Ze glimlacht.
Je kijkt naar het licht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten