05 maart 2022

Vaders


Enkele dagen eerder was het de sterfdag van je vader. Zo staat het in je agenda.

Het lijkt al zo lang geleden, zo ver weg. En misschien is het dat ook.

Wat zou je hem vertellen als hij nu hier binnen zou komen? Je weet het niet.

Misschien is iets daar gebleven, in dat toen, en kun je alleen maar nu zijn.

Misschien heb je iets geleerd over wees zijn.

Je bent op weg om een vriendin te bezoeken, je kijkt er erg naar uit.

Je loopt op het pad naast het spoor. Een vader en zijn zoon zitten op een bankje in de zon.

Ze lijken alle tijd te hebben, hun enige doel is daar te zitten, dicht tegen elkaar.

Misschien weten ze hoe dat moet. Misschien lijkt het alleen maar zo.

Een papa fietst voorbij, zijn kinderen in de bak. Alles is zoals het moet zijn.

Je kreeg die vraag, om misschien nog eens met de krant te praten. Over de vader die je niet bent.

Misschien hoop je wel stiekem dat de vraag niet zal komen. Je weet het niet.

Soms vraag je je af of je zinnen anders zouden klinken, als.

Zou je andere woorden gebruiken? Zou je anders rusteloos zijn?

Je dacht het nog, onlangs, toen je daar stond te spreken. Stel je voor dat zij mijn dochter is.

En wat ze dan zou zien. Je wou je zinnen zo kiezen dat zij ze zou horen, en dat ze je zou zien.

Het was alleen maar dat. Zoeken of je dat moment aan kon raken, die plek.

In dat moment voel je geen vaders. Er is alleen de vader die in jou had kunnen zijn.

Een papa loopt voorbij. Hij draagt een karton vol met blikjes Fanta naar binnen.

Je denkt aan vaders die weggingen, in het leven of in de dood. In gradaties van afwezigheid.

Het is alsof je die plek ziet, waar iemand zou moeten staan. Je ziet die in je lichaam.

Je weet nooit wie je bent voor een ander. Je weet nooit wie die ogen zien.

Of je het sublimeert, was een van de vragen. Je weet niet wat je op die vraag zou moeten antwoorden.

Misschien mag het gewoon onwennig zijn, daar waar de onwennige vader in je is.

Iemand die je dierbaar is, wenst je elk jaar een gelukkige vaderdag.

Zoals jij haar een gelukkige moederdag wenst. Gewoon, omdat dat mag.

Soms voel je je niet mild voor vaders die er een rommeltje van maken.

Soms ben je kwaad op vaders die hun onvermogen doorheen de tijd doorgeven.

Hoe je het hoopte, zonder het te beseffen, dat iets zou stoppen bij jou.

Je bent terug op weg naar de trein. Op een ander bankje zitten een vader en zijn zoon.

Hun bankje ligt mooi in dat ene stukje waar er nog geen schaduw is, alleen maar zon.

De trein vertrekt. Door het raam zie je een vader en zijn zoon.

Ze zijn in de weer met een geïmproviseerde barbecue. Het moet iets met de zon te maken hebben.

Je loopt van het ene naar het andere perron, je haalt de trein nog.

Een moeder en een dochter komen tegenover je zitten. Ze houden elkaars hand vast.

De dochter schrijft in een schriftje. De moeder opent soms even haar ogen en leest stiekem mee.

De dochter is een stuk groter dan haar moeder. Ze nestelt zich in de warmte van haar moeder.

In het station tillen vaders hun kinderen uit de trein. Je vraagt aan jezelf hoe oud je bent.

Het licht trekt zich terug in de avond. De planten wachten thuis op je. Het is goed.

Geen opmerkingen: