Soms verdwaal je een beetje in de tijd.
Soms zou je je, samen met de dingen, neer willen leggen, en alleen maar drijven.
Misschien wil je soms de tijd zien, als iets dat van daar naar hier gaat, en dan weer verder. Alsof je alleen maar naar de rivier moet kijken, om het te weten.
Je kijkt naar de kinderen, ze hollen heen en weer over het plein. Ze roepen tot hun papa komt.
Je kijkt naar je handen. Je ziet anderen in je handen. En ook niet. Ze zijn hier.
Soms is de zee zo ver weg. Ook al is de zee altijd in je, zou je zeggen. Je kunt een schelp maken van je handen, en haar horen. Ze zegt dat ze op je wacht, altijd.
Je ruimt de boeken op van de tafel. Je neemt je potlood, schrijft je naam erin, voelt ze, en dan mogen ze op de stapel. Het is iets waar een moment voor nodig is, en alleen dan kan het.
Je ziet een beeld in je. Zullen we niets zeggen, zou je zeggen. Zullen we alleen dit, zo lang het duurt.
Soms is het geraas je te veel. Misschien is je huid van een andere tijd. Misschien verlang je te veel.
Maar het licht in de ochtend lijkt zo onverstoorbaar, het laat zich aanraken.
Soms is er te veel rouwen, denk je. De dromen in je huid. Je leert het telkens weer, hoe je ze in je handen kunt nemen, betasten, en op het stapeltje leggen. En hoe je weer verder gaat. Al zouden er lege dagen mogen zijn.
De planten wachten op je handen. Ze weten wat mededogen is.
Soms zou je met de kinderen naar de tijd willen kijken. En dan gewoon verdwijnen in dat moment.
Je voelde het warme water, en je ziet de dingen.
De herinneringen in je lichaam. Je bent hier nu. Je kijkt.
De boom aan het raam heeft de herfst toegelaten. Er is moed voor nodig om een boom te zijn.
Je hoort Famous Blue Raincoat. In een mooie versie. Die adem.
Je liep door de straat, en je dacht aan de dingen die voorbij zijn gegaan. Je ziet een gezicht, en je ziet waar je bent, in de tijd.
Soms is het alsof je wacht op een bericht, heel even. Je zou het herkennen als het komt, maar je zou vooraf niet kunnen zeggen wat erin zou staan. Het is goed.
Je ruimt de spullen op het aanrecht op. Misschien leef je in rituelen. Het heeft iets, dat te doen, telkens op dat moment. Alsof de tijd je dankbaar is.
Je ziet de man die een wiel maakt. Zijn familie doet het al sinds 1331 zegt hij. Hoe mooi het moet zijn, dat je daarin kunt verdwijnen.
Je ziet het Afrikaanse meisje in het journaal. Je zou haar willen danken voor je tranen.
Welke brief zou je schrijven, vraag je je af.
Het is dat je niet weet welke vader je zou zijn geweest. Misschien is er liefde in het niet weten. Je weet dat het gewoon beweegt, als het water.
Waar is het jongetje, vraag je je af. Hij is gewoon even weg, zie je. Met zijn vrienden. Hij komt straks gewoon weer terug, met veel lawaai waarschijnlijk. En veel honger.
Er gebeuren allerlei dingen in de avond daarbuiten. Mensen staan te praten. Er zijn sirenes. Er zijn verhalen die staan te gebeuren.
Die ene zin die je schreef, die van gisteren naar morgen gaat. Misschien is het zo, gewoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten