12 februari 2023

Huidgeluiden


De diepe trillingen van de lage cellosnaren maken iets vrij in je huid. Misschien is het een herinnering. Misschien is het een verlangen.

Hoe je iets kunt laten brommen, diep in je keel, zo laag mogelijk. En wat dat doet met je schouders en je kaken.

Hoe je stem langzaam in kan dalen, terwijl er een baby op je buik ligt. Hoe je kunt kijken, alsof het geluid iets als warmte is.

Je weet niet of er een deel van je lichaam is waar de stem van je grootmoeder nog bewaard is. Soms zoek je, is het alsof je niets kunt vinden. Soms denk je iets te horen.

Ergens midden in de nacht lig je rustig even wakker. Het huis voelt veilig. Je hoort mensen die buiten voorbij lopen. Hun stemmen zijn zacht, het maakt je warm.

Iemand in je droom spreekt je aan. Je loopt over de lege speelplaats van een grote school. Aan de rand staat een man die je niet kent en je ineens aanspreekt. Je droomhuid krijgt een rilling.

Je ziet de vrouw in het filmpje allerlei sierlijke bewegingen maken. Ergens is er een geluid. Misschien is het dat. Misschien zijn het de bewegingen.

Je hoort een stem in het journaal. Je huid verkrampt. Het fluitende geluid in je oren. Je moet wachten tot het zich weer neerlegt in zichzelf.

Je herinnert je een stem uit die nacht. Misschien is je huid als een landschap dat zich alle sporen herinnert. Misschien gaat niets verloren.

Je hoort een stem op de radio. Ze is net iets te gepolijst, iets te gestileerd, waardoor wat dichtbij komt ook tegelijk afstand creëert, of zoiets.

De treinmevrouw roept een lange boodschap om. Je herkent haar stem van een vorige rit. Ze wil heel veel vertellen, lijkt een beetje rond haar eigen stem te cirkelen.

Zachtjes met je vinger over de huid net onder je oor heen en weer gaan. De zondaghaartjes ruisen een beetje. Het geluid lijkt tegelijk van binnen te komen.

Het dekentje maakt een zachte gloeiruimte rondom je lichaam. Je hoort je adem. Iets verandert in je buik. Je ziet je adem.

Het kleine meisje fietst heen en weer op het plein aan je huis. Ze roept naar haar mama. Ze ziet je komen en zegt dat je voorbij mag.

Die vrouw in je droom, die haar arm om je middel legde, en iets zei over literatuurgeschiedenis (en die zich die moeilijke naam nog herinnerde). Je hoort haar stem niet meer.

De man aan het tafeltje achter je in het eethuisje waar je met je zus zit. Hij lacht net iets te scherp. Je kijkt niet om, weet niet hoe hij eruit ziet.

Die ene actrice waar je naar kunt blijven kijken. Iets lijkt te ontsnappen in haar gelaat, je weet niet wat het is. Misschien zijn het haar ogen die geluid maken.

De fadozangeres doolt door je heen. Je herinnert je haar nog, toen die keer in de schouwburg, toen ze werd overgenomen door emoties, even niet meer kon zingen.

Soms hoor je woorden die iemand tegen je zou kunnen zeggen, dan net op het juiste moment. Misschien zijn die woorden er dus wel ergens.

De woorden die niet in je huid geschreven zijn. Ze lopen verloren, vinden geen vaste voet. Ze cirkelen om je heen, weten wel dat ze bij je willen zijn. Je kijkt, je ziet, je hoort ze niet.

Geen opmerkingen: