26 februari 2023

Warm


‘Waar denk je aan?’
‘Warm water.’
‘Hoezo?’
‘Gewoon. Dat het me helemaal zou omhullen. En dat het lang zou duren.’
‘Mmm. En mag ik er dan ook bij komen zitten?’
‘Ja, natuurlijk.’
‘Vanmiddag was ik in huis. Het was niet bijzonder koud of zo, maar het was alsof het koud was in mij. Zelfs dat dekentje hielp niet.’
‘Was er iets gebeurd?’
‘Ik weet het niet. Misschien was het het moment van de week. Het gebeurt me wel eens dat ik net dan een beetje in mezelf plooi. In een soort bewegingsloosheid. En dan is het alsof mijn lichaam volgt, en koud wordt.’
‘Kun je dan niets doen?’
‘Ja, bewegen. Dat wat net niet zo dichtbij lijkt, dat is dan het beste waarschijnlijk. Op zich is het ook niet zo erg, denk ik, om dat gevoel gewoon een beetje te laten zijn, en het te observeren. Als een plek waar ik terechtkom en waar ik ook weer kan vertrekken.’
‘Zo klinkt het wel gemakkelijk.’
‘Ja, het klinkt iets gemakkelijker dan het is. Je hebt het natuurlijk vroeger wel vaker met me meegemaakt, dat ik leek te bevriezen op bepaalde momenten. Waardoor er alleen maar afstand leek. Nu begrijp ik beter wat er gebeurde toen. Dat is al iets.’
‘Ja, ik herinner me zo veel momenten. Maar jij was natuurlijk niet alleen daar. Ik was er ook. Misschien had ik iets kunnen doen. Maar ik deed het niet.’
‘Nu zouden we het misschien anders doen, maar dat maakt nu niets meer uit natuurlijk.’
‘Los daarvan is het idee van warm water natuurlijk wel erg aantrekkelijk. Het was al zo koud vandaag. Soms heb je dan geen zin om jezelf warm te maken, zou je jezelf uit handen willen kunnen geven. Warm water lijkt dan heel erg overzichtelijk.’
‘Het blijft me wel fascineren hoe dat werkt allemaal. Soms heb je het gevoel dat iemand iets zegt of dat er iets is in de situatie waardoor je het ineens koud kunt krijgen. En ook omgekeerd. Soms kan een bepaalde gedachte ervoor zorgen dat je het ineens weer warm krijgt in je buik.’
‘Ik denk dat het goed werkt bij jou, misschien is dat wel een mooie gedachte.’
‘Ja, misschien wel. En waar denk jij nog aan?’
‘Ik dacht aan weinig. De voorbije dagen en weken was er altijd zoveel in mijn hoofd. Te veel dingen die iets van me vragen, die me soms een beetje onzeker of moe maken. En onderweg naar hier dacht ik: weinig, dat is wat ik zou willen. Ik hoopte dat je geen grote plannen zou hebben, dat we alleen maar samen weinig zouden doen. Zoals nu.’
‘Dat is wel een mooie gedachte, waar ik me ook helemaal in kan vinden.’
‘Zo even voelen dat de dingen aan zichzelf genoeg hebben, dat de gedachten gewoon het water mogen volgen, om even in dat beeld te blijven.’
‘Ja. Hoe mooi het is trouwens, dat het licht al zo lang bij ons blijft deze dagen.’
‘Het voelt als een geschenk.’
‘Zullen we gewoon even naar het licht kijken?’
‘En denken aan warm water?’
‘Ja.’

Geen opmerkingen: