Soms zou je willen weten welke vader je zou geweest zijn. Soms niet.
Soms zie je hem. Soms niet.
Iemand zei je dat je het goed zou doen, zou hebben gedaan. Iemand wenst je elk jaar een mooie vaderdag. (Je wenst haar ook een mooie moederdag.)
Soms weet je niet wie je vader was, als je het al ooit wist. Je kijkt in de kamer waar hij is, je ziet hem niet. Je ziet wel de spullen die van hem waren.
Soms zie je wie je nu zou zijn, wie je niet had kunnen zijn toen. Het is. (Er is liefde in die gedachte, die alleen de jouwe mag zijn.)
Iets is voorbij, denk je soms. (Je vertelde het nog aan haar, ze begreep het.) Soms hoef je het niet te denken. Iets is altijd gebleven, denk je. En dat mag.
(En je denkt aan die vader in die film. Wat hij probeerde te doen, ondanks zichzelf.)
(En je ziet wat er is, tussen jou, en daar waar je dan zou zijn, moeten zijn. Soms is het er even niet.)
Soms kom je hem tegen, in de kamer. Als een huid waar je even in kunt bewegen. Soms niet. En ook dat is goed.
Je weet nooit wie je bent, in het leven van een ander, wie je had kunnen zijn.
Soms ben je aan het oefenen. Het is iets met ergens gaan staan, in de ruimte, denk je. Het is iets met zinnen, die je toe mag laten. Alleen maar om te voelen.
Soms zie je hoe je dochter naar je kijkt, zij die enkel in jouw lichaam leeft. Of de kinderen die er hadden kunnen zijn. Soms kijken ze naar je. Soms niet.
Soms is de leegte een afwezigheid. Soms is het een plek waar je te zijn hebt, waar het goed is. Het is.
Misschien ben je iemand die blijft, voor anderen.
Soms zie je welke grootvader je zou zijn geweest. Soms niet. Soms hoeft het niet. Soms wel.
Soms is er een plek waar je geen recht op hebt. Soms zie je hoe een onzin dat is.
(Soms zie je wat anderen niet mogen zeggen, alleen jij.)
Misschien ben je aan de andere kant van een lijn, denk je. (Je vertelde het haar, ze begreep het. Al zou zij het nooit zeggen. Ze kan je zien.)
Het is iets met de tijd, en hoe die beweegt in de ruimte, je zei het eerder al.
Soms ben je bang. Soms niet meer.
Je bent een plek die blijft, zei iemand je, maak je geen zorgen.
Misschien is het helemaal niet anders voor anderen, is er minder verschil.
(En die dochter in die film. Ze zag hem. Ze zag waar hij uit het scherm viel. Ze gaf hem iets waardoor hij terug kon komen. En hij zag waar hij tekortschoot. En zij, later, hoe ze naar het tapijt keek. En hij, aan de andere kant van afstand.)
(Je moet alleen dat doen, hoorde je jezelf tegen hem zeggen. Ga daar nu staan, dacht je, het is niet meer dan dat, maar het is veel. Misschien is het alles.)
Soms weet je niet of je op de juiste momenten de juiste dingen zou zeggen. Sommige woorden dragen een leven. Je oefent.
Soms is de zee genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten