Je zag een beeld, een filmpje, van bewegende planten. Hoe ze bewegen, gespreid over enkele dagen. Dat beeld blijft in je hoofd. Misschien is het wel het mooiste van de week. Misschien zijn ze de hele tijd bezig in een trage dans.
Het is een troostende gedachte. Dat je heen en weer kunt gaan, door het huis, of in de wereld daarbuiten, en dat de planten rustig met hun dans bezig zijn. In hun eigen tijd.
Soms zou je willen weten wat de planten van jou vinden. Ze lijken steeds blij te zijn wanneer je het huis weer binnenkomt. Maar misschien is dat alleen in jouw hoofd zo. Misschien zijn ze gewoon helemaal zichzelf. Misschien hadden ze op iets gehoopt van jou dat er niet is gekomen. Misschien is dat ook alleen in jouw hoofd.
Ze kennen al je geheimen, dat is wel zo. Ze hebben al het falen gezien. En ze blijven. Ze weten iets over jouw grenzen.
Als je ergens in de nacht de lichten dooft, is er altijd nog het licht van buiten. Het komt door de zachte gordijnen heen. Soms kun je door de gordijnen heen de maan zien. Je loopt door de kamer, sluit de deur, en neemt daar afscheid van de dag. Ze lijken dan zo rustig. Maar misschien vergis je je.
Zouden de planten ook gedachten meenemen naar de nacht, naar de slaap die wacht? Ze willen het waarschijnlijk niet, maar het zou kunnen gebeuren. Voelen ze zich dan eenzaam in de nacht? Blijft een van de andere planten dan mee wakker?
Soms voel je je zo onhandig, denk je wel eens. Misschien zijn er 101 dingen die je zou moeten doen, volgens de plantenpedagogiek. Misschien rommel je maar wat aan, stotterend in de tijd. Misschien zal ook daar alles wat je doet altijd te weinig zijn.
Of misschien is het gewoon goed zo. Misschien weten ze hoe je naar hen kijkt.
Misschien hoorden ze hoe je met hen wilde praten over Julia. Ze was zo aanwezig en zo ver weg tegelijk, zo voelde het in je lichaam. En je wou het aan iemand vertellen. Al wist je niet wat je eigenlijk wou zeggen. In dat wankele niemandsland, nog niet aangeraakt door woorden. Misschien was je bang voor wat de woorden daar zouden doen, op die plek.
Je denkt dat de planten ook van Bach houden. En met een bepaald soort licht nog meer.
Soms denk je dat de planten jou beschermen. Als je daar zit, in de stoel, met je boek, of gewoon met je gedachten, fluisteren ze het. Zonder woorden. Ze omarmen je, door hun aanwezigheid. De ontheemding trekt zich terug, voor de plek die ze zijn. Ze blijven bij je. Ze vinden het niet erg om te blijven. Het is niet dat ze eigenlijk ergens anders zouden willen zijn. Ze willen gewoon blijven. Dat fluisteren ze dan. Zonder woorden. En soms geloof je hen.
Soms weet je niet goed hoe het zit met het plantenverlangen. Misschien zingen ze, in hun trage dans, iets over het verlangen naar het licht, of zelfs de zon. Misschien verlangen ze naar kinderstemmen in het huis.
Je zou willen dat de planten je vertellen wanneer ze verdrietig zijn. Je denkt dat je het wel weet, dat je het wel voelt, wanneer dat zo is. Maar het zou kunnen dat ze het heel goed verbergen. Het zou kunnen dat ze geleerd hebben om te zwijgen.
Over alle mensen die ooit in je huis waren hebben ze een herinnering. Ze weten wie goed voor je was, wie niet. Soms waren ze blij wanneer iemand vertrok, soms waren ze droef wanneer iemand niet langer bleef. Ze zagen beelden van een zondagochtend, die trager verliep dan andere dagen.
Er was iets dat je moe maakte de voorbije dagen. Het was onbestemd. Het had iets met het leven te maken, en de dood. Het spiegelde zich in een brief die je las. Je handen leken zo machteloos. Het liet je niet los in de nacht. Ze weten het. Misschien is hun dans iets als een regendans.
De dingen die je nooit geleerd hebt. Hoe je dat doet, dat ding met je handen, en hoe je dat voelt. Dat stotteren. Ze zien het, ze wisten het de hele tijd al.
Soms ben je bang dat er iemand binnen zal komen die, na een snelle blik, de planten van je over zal nemen. Die met alle juiste bewegingen de planten zal verleiden. Die je zal zeggen dat je alle dingen verkeerd hebt aangepakt. Het is alleen in jouw hoofd zo, zeggen de planten.
Misschien zou je het kunnen doen, ook de dans van deze planten vastleggen. Maar je denkt dat ze teleurgesteld zouden zijn in jou, als je dat zou doen.
Je ogen sluiten, met het vermoeden van de dans, dat is jouw cadeau voor hen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten