21 mei 2021

Wegsijpelen


Soms wil je een beetje wegsijpelen uit jezelf. Al is misschien een beter woord aangewezen.

Soms zijn er de dingen die je moet doen, ze komen net allemaal samen in die enkele dagen. Ze moeten gebeuren. Het vraagt een grote concentratie, de hele tijd stap voor stap knutselen aan teksten en tabellen.

Het zet zich in je huid vast.

En soms wil je ontsnappen aan die huid, eruit wegsijpelen, om dichter bij je huid te komen.
Al lijkt ook dat misschien niet helemaal te kloppen.

Iets met vloeibaar, misschien. Vloeibaar worden. Wat je misschien al was, zou iemand zeggen.

(Terwijl is er veel regen buiten, heel even, is er veel hagel buiten, heel even. Dat is geen sijpelen, denk je.)

Een verlangen naar vloeibaarheid. Je zou jezelf kunnen uitspreiden over de vloer, of als een dun stofje over de bank draperen, waar je je niets zou moeten aantrekken van de tijd.

(Terwijl speelt Bill Frisell Just Like a Woman. Zoals hij het speelt, is het vloeibaar.)

Misschien is het wegsijpelen, vloeibaar worden, om door de muziek aangeraakt te worden. Onder andere, zou iemand zeggen, en je terwijl enigszins streng aankijken.

Na het werk ’s avonds verlangen naar een of andere film of serie met grote emoties. (En een dekentje, vanzelfsprekend.) En dan leegsijpelen. Of toch een beetje.

Ook als je een beetje wegsijpelt, blijft er nog een deel van die harde huid over. Stel je vast. Je zou die als een slang van je af willen kunnen schuiven.

Wachten dus.

Je kijkt naar het webinar, met de psychiater die het heeft over wachten. Het is alsof de gedachte net voor je lichaam halt houdt. Je moet dus eigenlijk wachten op het wachten. (Wat natuurlijk ook goed is.)

En rare dromen. In die ene droom is er een zwembad dat je niet kunt vinden. In bijna alle dromen is er een verloren lopen, steeds weer, steeds meer. Wegen of gangen die steeds ingewikkelder worden. Als je een stukje terugkeert om opnieuw verder te gaan, is het alleen nog maar erger geworden. En ergens onderweg verlies je ook altijd je schoenen.

Misschien wil je ook uit je droom wegsijpelen.

Verlangen naar een grote lege plek. En dat je dan helemaal in het midden, geheel vloeibaar en huid, alle tijd zou hebben om dat stukje te schrijven. Met alle tijd die het zou vragen, die je het zou kunnen geven. Dat je alleen maar zou moeten kijken naar vloeibare woorden. Overgave, zou iemand zeggen.

In zekere zin is wegsijpelen dus naar je toe sijpelen. Al zijn dat misschien ook omwegwoorden.

Alhoewel. De moetwoorden zijn minder vloeibaar dan de vrijwoorden. Gewoon mogen wachten op vrije woorden, ze laten bewegen, het maakt je huid een heel klein beetje vloeibaar. Je adem verandert, er komt ontsnaptranen.

(Terwijl zingt Richard Thompson She Belongs to Me. Hij speelt zo mooi gitaar.)

(Misschien is het weer hoog tijd voor jouw gitaar. En wachten op hoe jouw stem de liedjes weer vindt. En hoe je nadien weer in jezelf bent.)

Misschien is het niet nodig het goede woord te vinden.

Iets met water, dus, of zo, min of meer.

Misschien is het zoeken genoeg.

Geen opmerkingen: