29 mei 2021

Visions of Johanna


De dagen schuiven over elkaar heen. Je verlangt naar kantelmomenten.

In je verlangen zijn sommige lege plekken ook heel breed.

Je wilt vertrekken naar je afspraak. Iets in je snelle fiets breekt.

Hoe raar, verwarrend en aangenaam het is, ineens tussen die mensen te zijn.

Je weet soms niet hoe het moet, dingen met andere mensen.

(Iets in jou zegt dat je altijd zult falen.)

(Iets in jou zegt dat je zo graag het goede zou doen.)

Wat te doen in de nabijheid van de dood? Het is zo’n mooi gesprek.

(Misschien ben je wel te ernstig.)

En toch, ze doet je iets zien, voor het eerst. Je bent dankbaar.

De nacht laat je zien welke laag geraakt is.

Je knutselt aan de vertaling, in kleine stapjes.

Het is de dag van zijn verjaardag. Je luistert nog eens rustig, hij raakt je.

(Iets blijft, onder je huid, en zal er nog enkele dagen blijven.)

De nacht omhult je niet.

De vergadering van de grote tabel. Het heeft iets van hinkelen.

Sommige mensen willen altijd meer, denk je soms.

Even naar buiten, even de fiets wegbrengen, even waaien.

Je hebt altijd een beetje schrik dat de fietsmevrouw je terecht zal wijzen.

De fietsmevrouw wijst je terecht. (Het universele falen dus.)

Je knutselt verder. Puzzelstukjes in de tekst plakken.

(Je denkt iets over eenzaamheid.)

Tussendoor denk je soms aan Visions of Johanna. De mogelijkheid van een liedje.

Even een grote pot gaan halen voor die plant die steeds groter wordt. Iets is weer in balans.

Hoe gaat het met jou? Hoe gaat het met jou? Hoe gaat het met jou?

Iets maakt je rusteloos, iets over anderen bereiken.

Je zoekt naar je adem, in een bericht. De dingen leggen zich neer.

De trein trilt zachtjes, terwijl het landschap voorbij schuift. Je lichaam wordt zacht.

Antwoorden ontroeren je. Als een trage terugkeer.

Een mooi gesprek in de avond. Het mag duren.

Het is al laat als je daarna nog belt. Je armen zijn te kort.

En dan nog de afwas, voor het lege aanrecht van de volgende dag.

(Een bijzondere droom. Iets over een hoop kinderen die bij je binnenloopt, en dan nog die telefoon.)

Al vroeg op weg, om de fiets te halen. Misschien komt het wel gewoon weer goed.

De fiets is blij jou weer te zien.

De tekst heeft iets van de kelk en de laatste druppels, denk je even.

Je vertelt haar over de droom, met de kinderen.

(Je denkt iets over troost.)

Het is zo lekker, na het even opstaan in de nacht, om weer in het bed te verdwijnen.

Vroeg aan de dag beginnen, om dat hoopje werk nog te af te maken.

Een belangwekkend gesprek over croissants en de liefde, aan de kassa.

De vergadering doet je breed ademen.

Hoe wonderlijk het is, om na zo lang ineens weer die mannen te zien in het echt.

Jij bent de jongste, besef je ineens.

De soldatengraven ontroeren je.

Weer thuis luister je naar Visions of Johanna.

Geen opmerkingen: