De laatste dagen, voor het even zal stoppen allemaal, hoop je. Een lijstje in je hoofd, met aan het einde een lege tafel, alles klaar. (Lege tafel klinkt iets beter dan clean desk, denk je.)
(Je bent ook gewoon een beetje moe, denk je, zoals iedereen moe lijkt. Dag na dag laten schuiven.)
Enkele gesprekken die al je energie en aandacht vragen. Nuances naast elkaar leggen, heel zorgvuldig.
(Onderhuids is er iets van een traag verdriet. Alsof je je voorbereidt op dingen die door je heen zullen sijpelen.)
Een mooi gesprekje met de man die vijfendertig jaar op de intensive care werkte. Je bedankt hem.
In een vloeiende beweging door de stad fietsen en boodschappen, kerstcadeaus en postzegels halen (en ook nog de krantenwinkel). (Vooraf in je hoofd de volgorde van die plekken afgesproken met jezelf, en de dingen die je nodig had herhaald. Dat alleen al lijkt een overwinning op de wat blubberige rusteloosheid in de winkelstraten.) Enkele grapjes in de boekhandel en een beetje dollen met de meneer in het postkantoor.
(Even een beetje bijgloeien onder een dekentje.) (Soms verlang je naar je huid die warm is.)
Tegen de krant roepen, met afstand. (Allerlei strategische varianten van het overleven van die laatste dagen voor de vakantie.)
(Kijken hoe dingen op je inwerken. Wachten. Tot er lijnen in je hoofd komen, en daarna in de rest van je lichaam.)
De laatste avondvergadering van het jaar. (Die laag van het jaar mag zich neerleggen.)
(Lichte rusteloosheid in je dromen, sijpelen in uitvoering.)
Die ochtend in de trein. De mevrouw naast je draagt een zwarte leren broek. Af en toe kijkt ze je aan, en leest dan weer verder in haar boek. (Zou dat eigenlijk lekker aanvoelen, zo’n leren broek? Existentiële vragen.)
Je bent helemaal alleen op het werk. Een hele thermos sterke koffie, gewoon voor jezelf. (Al die pakjes koffie die over datum zijn krijgen toch nog een goede bestemming.)
(Tussendoor denk je terug aan twee jaar eerder, toen je die laatste dagen zat te wachten op dat pakje met die laptop voor je moeder. Het kwam maar niet. Alle mensen in het gebouw, aan het onthaal en aan de loskade en bij de veiligheid waren gealarmeerd dat het pakje zou komen. Hoe iedereen toen opgelucht was.)
Het jaarlijkse ritueel van het maken van de nieuwjaarskaart. Je weet nooit vooraf welke woorden naar je toe zullen komen. Ze leren je iets.
(Verdrieten en vermoeidheden raken elkaar. Ze vinden hun plek wel.)
Telefoneren met je zus. De laatste dingen afspreken.
De nacht hapert een beetje.
Een knorrige man in de trein ’s ochtends. Hij is een beetje te lateraal of zo, denk je.
(Nog snel koffie maken, voor de vergadering begint. Dat ene kopje, dat moet het zijn, dat moet dicht bij je blijven.)
Je hoort de verhalen. (Sommige dingen een beetje op afstand houden denk je, de rest van de dag, het kan er niet meer bij. Je lichaam is niet meer in staat om nog meer toxische en narcistische mannelijkheid te moeten verdragen, of zoiets. Het vermengt zich met de naschokken van andere mensen die maar blijven roepen de hele tijd, zo lijkt het.)
Je kunt altijd andere plekken maken in de dag, dat helpt. Heel rustig en zorgvuldig de planten op het werk water geven. Hopen dat ze zich niet te eenzaam zullen voelen die ene week. (Ze hebben geen woorden nodig, begrijpen je.) Een lang en hartverwarmend gesprek met de poetsmevrouw. Ze vertelt zo trots over haar drie kinderen die ze alleen heeft opgevoed. Hoe ze goed zijn terechtgekomen, en hoe groot ze zijn. Hoe ze zelf zonder moeder opgroeide. Ze vraagt of ze ook nog wat met de planten mag bezig zijn, gewoon wat dorre blaadjes weghalen en zo. Ze legt uit dat zij ook altijd tegen de planten praat. Ze zou ook iets met bonsai willen doen. Je vertelt dat je jammer genoeg zelf geen kinderen hebt, maar dat er wel enkele kinderen een bijzondere plaats in je leven hebben. Ze heeft mooie woorden voor je.
(Ja, je gaat wel naar het avondjournaal kijken, hoe moe je ook bent. Ze doet het goed, denk je. Je stuurt haar nog een berichtje die avond. Je bent trots.) (Zou het nu even stoppen? Het mag.)
(Iets beweegt door je lichaam, moet een plaats vinden. Een hortende nacht, met ook verrassende verhalen.)
Die ochtend vroeg beginnen, om de laatste dingen van het lijstje af te werken. De lege tafel komt dichterbij.
In de wachtkamer. De vrouw met haar kindje. (Sommige kinderwagens lijken wel een soort SUV, denk je.) Ze zet het kind voorzichtig in de kinderwagen. Een laagje erover, nog een laagje. (Zo koud was het nu ook toch niet, denk je.) Het kind kijkt je de hele tijd aan. Je doet iets met je wenkbrauwen. Het leidt tot een bijnaglimlach.
De laatste boodschappen. Met ook een selectie van kaasjes, het jaarlijkse ritueel. (De volgende dag zullen ze mee over de grens gaan.) Het ritueel maakt je blij en ook een beetje verdrietig. Je geeft je nieuwjaarskaart ook aan de mevrouw aan de kassa.
Thuis alle boodschappen op het aanrecht. De laatste dingen doen, de laatste mails. Die tafel is leeg.
(Iets valt een beetje over je heen, een wat opgespaarde zwaarte. Het is tijd om een beetje te gloeien onder het dekentje. Daar, in de stad zal het waarschijnlijk heel erg druk en rusteloos zijn. Hier is het stil. De lichtjes in je houten kerstboompje gaan weer aan. Je pakt de cadeautjes in, met het donkergroene inpakpapier waarmee je nog 57 jaar zoet zult zijn. Je leest een stukje verder in je boek.)
Het is heel stil buiten, en dat is goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten