05 december 2021

Onlawaai


Misschien ben je aan het rouwen, en weet je niet voor wie of voor wat. Misschien raken de doden je aan. Hun stem klinkt zachter dan het lawaai.

Misschien draag je de rouw van anderen. Rouw die wachtte, in je handen gelegd, en nu klaar om weg te sijpelen.

Misschien is het ook de zee. Het is niet altijd eenvoudig ze te zien, de zilte tranen van de zee. Maar zo moeilijk nu ook weer niet.

Misschien hebben de verhalen telkens tijd nodig, enkele dagen of zo, om door je huid te bewegen. De tijd die nodig is, en meer ook niet. Het is goed.

Misschien verlang je dan naar de stilte. Even niet roepen, even niet gebruiken of innemen, zou je willen fluisteren. Ook al hoort het lawaai dat niet. En is het gewoon.

Misschien ben je soms machteloos tegenover de eenzaamheid die je ziet en hoort, zijn je armen te kort. Gewoon blijven is ook al goed, waarschijnlijk.

Misschien is het soms genoeg, te kijken naar je onderhuid. Dat wat geraakt wordt. Waarna je even wacht, en de dingen weer gaan liggen, en de goede woorden overblijven.

Misschien weet je soms niet wat je nu eigenlijk verlangt, in dat moment van weekheid. En of het er zou kunnen zijn, mag zijn.

Misschien heb je de stilte nodig om te zien wat zich heelt, heel voorzichtig. Iemand zegt je iets, en ineens begrijp je het. Het wordt warm.

Misschien had je de tijd nodig om te zien wat goed is voor jou. (Iemand zegt dat ze zou willen vloeken.) Het is niet erg.

Misschien kun je in de stilte de kinderen zien. Zie je wat je zou doen, zie je hoe het zou gaan, en stelt het je gerust.

Misschien komt de pijn pas in de stilte. Als een trage avond. Daarin de genade zien, het is iets van oefenen. En dat heeft ook wel iets.

Misschien zou je ook niet weten wat te zeggen of wat te doen. Als. En zou dat dan ook niet zo heel erg zijn. Waarschijnlijk.

Misschien heb je behoefte om af te tellen. Dient een jaar daarvoor. Om af te kunnen tellen. Dat ene hoopje dingen dat je nog zou willen doen, meer niet, voor het weer kantelt.

Misschien weet je niet elke dag hoe je wees moet zijn. (Je hebt ouderwees, en kinderwees, denk je wel eens.) En zou je ook niet weten hoe je niet-wees zou moeten zijn. Het is.

Misschien wil je je huid voelen tintelen. Te beginnen tussen je schouders, en zo omhoog. En dat dan vasthouden. Of denken dat dat zou kunnen.

Misschien wil je van iedereen weten hoe het gaat, maar heel even nog niet. Eerst nog heel even je huid ontdeuken. Meer niet.

Misschien wil je alleen je beweging zijn. Zo naakt. Zo zonder zwaartekracht. En dan telkens opnieuw beginnen. Tot je de tango kent. Elke dag opnieuw daarin geboren worden, dus.

Geen opmerkingen: