Hoe haar arm beweegt, terwijl ze aan de kassa je spullen van het ene in het andere mandje legt.
Hij rijdt met zijn wankele fiets zigzag door de drukke winkelstraat.
Het mes is weer scherp. Je snijdt de tomaat met zo weinig mogelijk druk in stukjes en legt het mes nauwkeurig en traag op de snijplank.
Die man op de televisie in het kookprogramma. Er is iets met hoe zijn mond beweegt.
Je gaat in de stoel zitten. Je kijkt naar hoe je in de stoel zit. Rustig, maar klaar voor iets, klaar voor een beweging.
Je bent aan het praten. Hij komt dichter bij je staan. Je zet heel voorzichtig een stap achteruit. Hij komt dichter bij je staan.
De vrouw wandelt voorbij met de kinderwagen. Een heel warme dag. Haar hele rug is bloot. Je ziet haar huid bewegen.
Ergens diep in een nacht. Je lichaam is rusteloos. Beelden van rare dromen bewegen in en uit.
De drie meisjes tegenover je in de trein. Ze praten de hele tijd, lachen telkens een beetje zoekend. Alsof ze een beetje hier en daar tegelijk zijn.
Je ziet een arm. Iets verkrampt in jou. Iets heeft een laag geraakt.
Iemand kijkt naar je, volgt je woorden.
De naald zakt langzaam in de plaat, klikt in de groef. Je gaat op het terras zitten en luistert. De energie overvalt je weer.
Je fietst naar beneden. Je houdt niet zo van al te steile hellingen, zeker niet met deze fiets.
Je zoekt het filmpje op, een stukje uit die concertfilm die je leven veranderde. Je wilt zien hoe de muzikanten bewegen. Je ademt groot.
De man stapt aarzelend. Het lijkt alsof hij elk moment zomaar voorover zou kunnen vallen. Een beetje toch.
De vrouw in het filmpje laat bewegingen zien. Deze is triest, naar binnen, deze is trots, naar buiten. De man op het stoeltje zorgt voor het ritme.
Iemand komt binnen. Je lichaam zet zich in alertstand. Iets herinnert je aan. Iets is dubbel.
Het meisje is helemaal één met haar racefiets.
Je denkt aan bewegingen in het water. Hoe ze zouden voelen.
De vrouw die je voorbij loopt. Het is alsof ze haar loopje heeft ingeoefend, voor op de catwalk of zo.
Bewegingen die je nu niet zou kunnen verdragen.
De auto die achter je aan rijdt en ineens optrekt en voorbij schiet.
Je been dat niet weet hoe het zich neer moet leggen.
De spreker tijdens het webinar. Hij heeft de functie achtergrond vervagen geactiveerd. Hij spreekt heel beweeglijk, verdwijnt telkens net even in de vaagheid.
Je probeert je bewegingen te herinneren. Waarom ze je bang maakten.
Je leest een bericht. Iemand gaat over een grens.
De gedachten en beelden stromen heftig door je heen. Je probeert te volgen.
Je kijkt naar de mensen op het perron. Hoe ze allemaal anders bewegen.
Hoe de bamboeplant op je terras de hele tijd meebeweegt met de wind.
Bewegingen lopen je voorbij.
Misschien beweegt de regen naar je toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten