27 juni 2021

De overlevenden


Sporen van het verleden, in het nu. De dingen die worden doorgeschoven, schurend in het nu. Opgroeien in onveiligheid. Je begrijpt het als kind niet altijd, weet niet wat normaal is of zou moeten zijn. Pas veel later ga je inzien wat er gebeurde, na jaren van niet uitgesproken dingen. Wat dat betekent, laat de Zweedse schrijver Alex Schulman voelen in zijn roman De overlevenden. Het boek trekt je als lezer mee en gaat onder je huid zitten, terwijl je langzaam afdaalt in de tijd en in het inzicht.

Drie mannen keren na twintig jaar terug naar een huisje bij het water, ergens diep in de bossen. Ze zijn broers. Ze gaan daar de urne met de as van hun moeder uitstrooien. Net de avond voor haar uitvaartdienst hebben ze via een brief ontdekt dat dat haar wens was. Ze wilde niet naast hun vader liggen, maar wel nabij het huisje. Het is de plek waar ze in hun jeugd de zomer doorbrachten, met hun disfunctionele gezin. Het is ook de plek van tragische gebeurtenissen.

Bij het begin van het boek, komt de politie naar het huisje, nadat er tussen de broers een vechtpartij ontstond. Het boek beslaat een hele dag, omgekeerd verteld. Je gaat telkens twee uur terug, en komt zo als lezer te weten wat er aan dat moment voorafging. Tussen die terugstappende hoofdstukken worden dan telkens hoofdstukken geschoven die vertellen over vroeger. Hoe het was in het gezin, wat er gebeurde in die zomers.

Zo ontstaat stap voor stap, laag per laag, een beeld van een gezin dat niet oké was. Een moeder die te veel drinkt en erg wisselvallig is. Een vader die geen veilige structuur kan brengen en de kinderen soms tegen elkaar uitspeelt. De jongens die zichzelf moeten redden en rare dingen doen om toch maar een beetje liefde te krijgen. Wat in het begin misschien een beetje chaotisch of onvatbaar lijkt, krijgt naarmate het boek vordert een heel andere lading. De jongens leefden in een situatie van emotionele en fysieke verwaarlozing. Ze waren op elkaar aangewezen en groeiden in die context uit elkaar. Als volwassenen kennen ze elkaar nauwelijks, kunnen ze niet tonen welke sporen het verleden in hun lichaam heeft nagelaten. Ze zitten voor een deel vast in een personage dat ze geworden zijn, terwijl ze eigenlijk zoveel te delen en te ontdekken hebben.

In het boek kijken we vooral door de ogen van Benjamin, de middelste van de broers. Hij is een gevoelige observator die als kind al hypergevoelig was voor alle subtiele signalen in het gezin. In hem voel je de hyperalertheid van kinderen in een gezin dat onveilig is.

De kracht van het boek zit in de opbouw. De omgekeerde chronologie van die ene lange dag geeft een grote spankracht aan het boek, met daarin ook een zekere fataliteit. Steeds meer zie je spiegels met dingen van vroeger, die je leert kennen in de andere hoofdstukken. Allerlei kleine en veelbetekenende details worden toegevoegd. Zo zie je als lezer steeds meer en neemt het wrange gevoel toe, samen met het besef van hoe het werkelijk was in het gezin. Die structuur vormt op zich ook een soort spiegel van hoe het moet gegaan zijn voor Benjamin, en waarschijnlijk ook voor zijn andere broers, op hun manier. Terwijl je er als kind midden in zit, besef je niet dat het anders zou kunnen zijn. Je probeert soms krampachtig om gezien te worden, en het komt niet, het komt nooit. Daardoor drijft ook diegene die het dichtst bij je staat van je weg. Een situatie van verwaarlozing leidt nog tot een extra verwarring in de zin dat je als opgroeiende volwassene denkt dat andere gezinnen, waar er bv. duidelijk fysiek geweld was, het veel erger hadden. Het zijn anderen die je moeten zeggen dat het niet in orde was in jouw gezin. En naarmate je dat zelf inziet en het probeert te verwoorden, kan de weerstand bij wie toeschouwer of betrokkene was, toenemen. Die hele dynamiek zit indirect in het boek en zorgt ervoor dat het zo onder de huid gaat kruipen bij de lezer. (Veel elementen uit het boek zijn trouwens gebaseerd op het leven van de auteur, wat mee de intensiteit verklaart.)

Helemaal perfect is het boek toch ook niet. In het boek wordt – en dat merk je pas dan – toegewerkt naar een onverwachte ontknoping helemaal op het einde. Daarbij kun je als lezer een dubbel gevoel hebben. Aan de ene kant maakt die het verhaal nog heftiger. Het laat je iets zien over hoe mensen omgaan met intens ingrijpende gebeurtenissen. Aan de andere kant zou je ook kunnen denken dat het boek dat element niet echt nodig had. In die lezing lijkt het alsof er absoluut een ‘verklaring’ of oorzaak moest gegeven worden voor de tragische gezinssituatie, wat daardoor – paradoxaal genoeg – de tragiek een beetje uit balans brengt.

De overlevenden is een heel sterk boek dat je na het lezen nog wel een hele tijd bezighoudt. Tijdens het lezen wil je het liefst in één ruk doorlezen. Naarmate je teruggaat in de tijd, naarmate het personage door wiens ogen we kijken zelf begint te begrijpen wat er toen was, daalt het boek op een of andere manier af in je lichaam. Het is mooi hoe zoveel dingen niet gezegd worden, terwijl ze zich wel laten voelen. Je ziet hoe een gezin een vreselijke en verwarde plek kan zijn om op te groeien, waarbij ouders en kinderen eilanden voor elkaar zijn. Dat voel je als lezer in alle dingen die je niet weet.  Je zou graag meer willen weten. Het hoort allemaal bij de tragiek die dit boek bijzonder goed weet aan te raken.

Geen opmerkingen: