31 juli 2021

Witte zee


Is een mens een eiland? Kun je je eigen tijd maken, of maakt de tijd jou? Kun je je losmaken van de veronderstelde regels van de tijd? Een meisje is een vrouw geworden en maakt haar plek in de wereld. Het is een verhaal waar je naar uitkeek. De tijd kan immers ook iets toevoegen aan een roman, wanneer je als lezer wacht op een tweede deel van een trilogie en na het lezen ervan ook al wacht op het derde deel. Dat is zo met Witte zee, van de Noorse schrijver Roy Jacobsen. Het is het vervolg op het geweldige De onzichtbaren. In dat boek leerden een familie kennen die leefde op het eiland Barrøy. Dat eerste deel speelde bij het begin van de 20ste eeuw, met ergens op de achtergrond de Eerste Wereldoorlog. Het tweede deel speelt zich af in 1944. Ingrid, het meisje uit het eerste boek dat langzaam naar een prominente plek groeide en de spil werd van het familieleven is nu een volwassen vrouw.

Ingrid is alleen achtergebleven op het eiland. Haar ouders zijn dood. Haar tante verblijft in een ziekenhuis op het vasteland. Haar neef is ver weg. Hij heeft zijn eigen gezin en vaart uit om te gaan vissen. De tijden zijn moeilijk. De Duitsers bezetten Noorwegen en heel wat functionarissen collaboreren. Ingrid werkt op het vasteland om toch iets te kunnen verdienen, het eiland blijft onbewoond achter. Dan keert ze terug, gedreven door de wil om het eiland weer tot leven te brengen. Met een taaie en tegelijk vanzelfsprekende volharding begint ze eraan. Het leven is hard en eenzaam. Het oude ritme dat er was op het eiland lijkt verdwenen. En dan beginnen er lijken aan te spoelen. Een groot schip, met daarop vooral krijgsgevangenen van de Duitsers, is gezonken. Ingrid ontdekt dat een van de aangespoelde mannen nog leeft. Alexander, een Russische krijgsgevangene, is zwaar gewond. Ze brengt hem terug naar het leven. Ze spreken elkaars taal niet, maar hun lichamen vinden elkaar. Een nieuw ritme ontstaat op het eiland, maar de situatie is niet veilig. Om hem te kunnen beschermen moet ze hem laten vertrekken.

Dan komt er een tragische wending in het verhaal. Wat er werkelijk gebeurd is, wordt pas later in het boek duidelijk, in pijnlijke flashbacks bij Ingrid. Ze wordt wakker in een psychiatrisch ziekenhuis en kan pas na een heel spannende en gevaarlijke tocht over zee terugkeren naar haar eiland. Tijdens die tocht komt ze via de verhalen van vluchtelingen in contact met de harde werkelijkheid van de oorlog. Ze is ondertussen zwanger. Terug op het eiland bouwt ze haar leven terug op. Familieleden keren terug. Mensen die ze heeft leren kennen komen mee bouwen. Een nieuw leven kondigt zich aan. De eenzaamheid is voorbij er is opnieuw een ritme op het eiland. Op de achtergrond blijven de vragen spelen over het lot van Alexander en over wat er werkelijk gebeurd is met dat grote schip en waarom er niet over wordt gesproken.

Dit tweede boek heeft een wat andere kleur dan het eerste maar het is andermaal heel erg goed. Ingrid is een zonder meer fascinerend personage. Met de kennis van de familie en de tijd waarin ze opgroeide zie je nog beter hoe ze geworden is wie ze nu is. Je ziet ook haar gevecht in een onzekere en vijandige omgeving. Ze is stug, gesloten en heel erg gedreven. In moeilijke momenten handelt ze, vanuit een soort vanzelfsprekende innerlijke drijfveer, daadkrachtig en beschermt ze anderen. Tegelijk gebeurt er enorm veel onder haar eigen wateroppervlak. Grote gevoelens die nauwelijks verwoord worden maar zich laten voelen in kleine momenten. Koppig beweegt ze in een wereld waar de ‘wetten’ van de oorlog en de verhouding tussen mannen en vrouwen het voor het zeggen hebben. Samen met andere vrouwen draagt ze de opbouw van een ander leven.

De tijd speelt een belangrijke rol in dit boek. Het eilandleven uit het eerste boek was er een van het ritme van de seizoenen, omkaderd door oude verhalen van weleer. Er leek een eigen wereld te zijn, een eigen tijd, die lang had kunnen bestaan min of meer los van de grote wereld van het vasteland. De tijd van de 20ste eeuw verstoort dat alles. Wat je al in de verte voelt in het eerste boek, heeft nu de tijd overgenomen in dit tweede boek. De familie is weg, de levensvatbaarheid van het eiland lijkt weg. Ingrid is alleen en eenzaam. Ze wil de klok in het huis terug aan de praat krijgen. De boze wereld spoelt aan op het eiland, met veel dood en ook verlangen naar leven. Om het leven van het eiland terug te kunnen opbouwen moet Ingrid bewust bewegen in wat de tijd heeft aangericht op het vasteland. Het zijn de vrouwen die die kanteling in gang zetten. Als in een stug verzet tegen de tijd, om zo zelf de eigen tijd terug te heroveren.

Witte zee is opnieuw wonderlijk goed geschreven. Opnieuw valt het soms bijna niet op hoe goed. Zinnen lijken kort en ingehouden, beschrijven de ene handeling na de andere. En ineens komen daar kleine zinnetjes tussen die een glimp laten zien van wat er werkelijk omgaat in Ingrid en die het verhaal een bijna mythisch gehalte geven. De brutale en vieze mannenwereld van de macht komt in flarden binnen. Je voelt ingehouden kwaadheid. En in kleine details zie je evenzeer de goedheid van andere mensen. Wonderlijk mooie zinnen schuiven bijna onopvallend tussen vele beschrijvingen. Misschien gaat het daarbij iets minder over de grote natuurkrachten dan in het eerste boek en iets meer over de mensenwereld. Al zijn er af en toe ook Bijbelse verwijzingen die het verhaal dan ineens een extra dimensie geven. Je volgt als lezer het ritme van de zinnen, terwijl je de hele tijd zoveel dingen ziet die ongezegd blijven. Je wilt het boek niet loslaten en moet het met een licht verdriet omdat het uit is toch wegleggen. Het wachten op het derde deel is daarmee begonnen…

Geen opmerkingen: