04 juli 2021

Altijd onderweg


Het meisje zegt dat ze uitkijkt naar het moment waarop het leven echt zal beginnen. Het ontroert je. Je vertelt dat je dat vroeger ook dacht, toen je zo oud was als zij nu. Dat er een moment zou zijn van het. Het. Het begint nu. Dit is het. Nu is het echt bezig. En dat je je ondertussen nog altijd afvraagt of je misschien net even opzij aan het kijken was toen het voorbij kwam, ergens in jouw leven. Zou je het gemist hebben, dat moment? Stel je voor dat het al bezig zou zijn. Ze kijkt je aan, lijkt niet echt geneigd je te willen geloven. In haar leven zal het heel duidelijk zijn wanneer het begint, het leven.

Soms merk je, ergens laat in het leven, dat sommige herinneringen of beelden niet van jou alleen waren. Misschien had je heel dat leven gedacht dat ze alleen in jouw lichaam waren. En dan blijkt dat ze al die tijd gedeeld waren. Hoe tragisch dat is. En dat je daar een leven voor nodig hebt, om eindelijk de beelden te zien, de woorden te vinden, en dan alles te kunnen delen. 

Je weet nooit helemaal zeker of je iets betekent in het leven van een ander. Meestal ga je er waarschijnlijk van uit dat dat niet het geval is. Dat je altijd een passant zult zijn. Tot iemand het je zegt. Dat wat jij toen zei of deed, dat hoe je keek toen de hele tijd, dat iets wat je uitstraalde, dat dat is gebleven. Het is zo vanzelfsprekend om het in de andere richting te denken. Je kunt al die dingen aanduiden, die jou maakten tot wie je bent. Je kunt je de kleinste momenten herinneren van toen je nog zo klein was, toen die persoon die je nauwelijks kende, iets deed of zei, en hoe dat je altijd is bijgebleven.

Je doet er een leven over om te begrijpen wie je bent en waar je vandaan komt. Soms is dat een vermoeiende gedachte. En soms heb je er ook een leven voor nodig om te beseffen dat het een geruststellende gedachte is. Je kunt elke dag opnieuw een beetje verder boetseren. Soms heb je ook schrik om moeilijk verworven inzichten weer opnieuw een beetje los te laten. Alsof je jezelf zou verliezen met die beelden. Wat eigenlijk niet zo is.

Stel dat we de verhalen van anderen zijn, dat het dat is wat we zijn. Dat de tijd die doorgeeft. Dat je in je leven de vragen van anderen beantwoordt. Misschien krijg je daarom, wanneer je jong bent, zo’n verlangen om jezelf van niets weer op te bouwen. Eerst het bord helemaal afvegen, met jezelf erbij misschien wel, en dan helemaal opnieuw beginnen. Je weet niet of je iemand zult zijn, en wie je dan zult zijn, ergens aan de andere kant van de blubber, maar je zult jezelf gemaakt hebben. Het verhaal zal het jouwe zijn. Het verlangen beweegt evenwel ook in de zwaartekracht.

En je rommelt maar wat aan, eigenlijk. In het moment lijken de dingen vaak zo’n chaos. Je stuitert heen en weer in onwetendheid, of het lijkt alsof je alleen maar eindeloos op een leeg perron staat, of al die dingen samen. Je hebt je gevechten te voeren, er is geen ontsnappen aan. En dat je pas na een leven ziet dat er in al die dingen die je deed, toch een lijn zat. Niet zoals je je een lijn voorstelde, toen je hoopte dat het op een bepaald moment zou beginnen. Je angsten, je intuïties, je falen, het eindeloos herhalen was toch niet zomaar een eindeloos herhalen, besef je uiteindelijk. En dat je daar tijd voor nodig hebt, en dat dat best wel oké is.

Soms duurt het een tijd eer je beseft dat je niet meer bang moet zijn. Misschien is het verlangen naar een het, een verlangen om weg te geraken van een plek waar je niet wilt zijn. Die plek daar is soms een plek hier in je lichaam geworden. Het duurt een tijd eer je aan jezelf kunt zeggen dat je niet meer moet vluchten, dat het goed is. Dat het, zoals je dacht dat je het onmiddellijk zou herkennen bij aankomst, is er niet, of nog niet, of nooit. Je kunt ook in afwezigheid zijn. Zoals je litteken ook huid is.

Het zou natuurlijk fijn zijn als het meisje je, in de loop van iets als de volgende honderd jaar, af en toe komt vragen om iets uit te leggen over het leven dat zomaar zou kunnen beginnen, of dat mogelijk ongemerkt al begonnen is. Of dat ze je vraagt om vooral niets uit te leggen, voor even, en gewoon een plek te zijn. Om samen naar de rivier te kijken. Gelukkig heb je een leven nodig om dat te begrijpen.

Geen opmerkingen: