Aan jezelf merken dat sommige dingen terugkeren. De vakantie heeft effect gehad.
Op het lijstje met nuttige dingen staan klusjes die je heel lang had uitgesteld. Eens ze achter de rug zijn, ben je heel erg gelukkig, een beetje onnozel gelukkig zelfs. Je vraagt je af waarom je ze eigenlijk zo lang had laten liggen. Mysteries van de mensheid.
Voor sommige klusjes ben je vooraf een beetje zenuwachtig. Je ziet allerlei dingen die fout kunnen gaan. Fout zou hier kunnen staan voor: jezelf een beetje belachelijk maken omdat je iets moet vragen wat waarschijnlijk voor alle normale mensen ook heel normaal is. Het valt telkens op dat het in wezen geweldig meevalt. De mensen aan wie je je vragen moet stellen zijn geweldig goed getraind blijkbaar in het niet laten merken hoe onnozel je bent. Er is misschien nog wel hoop voor jou.
Je had aan iemand beloofd dat je het zou navragen hoe het nu zat met dat mogelijk idee voor het mogelijk eventueel maken van een misschien mogelijk eventueel boek met jouw stukjes. En aangezien je dat beloofd hebt, zul je er niet onderuit kunnen, vrees je. De interne politie is streng in dat soort zaken.
Er zijn mensen die zeggen dat je te streng bent voor jezelf, heb je andermaal gemerkt.
’s Morgens wakker worden in een wensdroom, en daar nog de hele dag mee verder kunnen.
Soms schrik je van jezelf. Je vertelt een verhaal over een jongen die een kaartje naar huis stuurde tijdens een van je eerste kampen met de jeugdbeweging. Je weet nog exact wat hij op dat kaartje schreef, je weet nog wie het was. Het is ongeveer veertig jaar geleden. (Je telt die veertig voor alle zekerheid nog eens enkele keren na.) Is toch een beetje raar.
In je kast de filmmuziek zoeken van die ene Spaanse film. Hoort bij augustus.
Vaststellen dat je beste vriend ook zijn vragen heeft bij dat artistiekerige koffielepeltje. Het zou kunnen dat het gewoon design is, en niet echt functioneel. Altijd geruststellend als andere mensen dezelfde dingen ook niet begrijpen. Je voelt je meteen een beetje minder verloren.
Een erg boeiende documentaire over een actrice en dansers. Zij werkte altijd met woorden. Ze werkt nu met vijf dansers, zij werken met hun lichaam. Hoe de twee talen elkaar vinden. De choreograaf probeert bruggen te maken tussen de talen. De actrice komt over zo’n brug naar een andere plek dan de haar vertrouwde.
De mevrouw op de markt zegt dat het precies al zo lang geleden is dat jullie nog over de politiek hebben gesproken. Je lijf zegt ergens in je: het is basically half acht ’s morgens en het is een vakantiedag, en je bent nog niet goed wakker. Ze heeft allerlei vragen. Je legt haar de inzet uit van de federale regeringsonderhandelingen en de rol van de verschillende (Franstalige) partijen daarbij. Of zoiets. Je hoort het jezelf zeggen. Je stem valt nog niet helemaal samen met jezelf.
Die ene plant in je woonkamer groeit iets te enthousiast. Je weet niet goed wat je moet doen.
Vaststellen dat het met die rozemarijn op je terras uiteindelijk elke keer wel weer goed komt. Min of meer dan toch. (Vaststellen dat je trouwens nog steeds niet in staat bent de namen van al die dingen op je terras te onthouden, maar dat is een andere zorgwekkende kwestie. Vooral in het besef van het wel kunnen onthouden van twee woorden op een kaartje veertig jaar geleden.) Hoe vaak heb je al gedacht dat een of andere godheid je probeert te straffen voor een erfzonde, of voor je algehele saaiheid, door het telkens weer laten sterven van sommige planten, zoals de rozemarijn (of de salie, maar die kwam er niet bovenop).
Vaststellen dat de bovenbuurvrouw nog steeds lang ruzie kan maken aan de telefoon.
Merken hoe die druiven je heel gelukkig maken. Ze doen iets met je buik. Iets als vrede sluiten.
Aan mensen denken, zou dat ook nuttig zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten