Erg vroeg wakker. Je voelt of je er nog ligt.
Soms ben je ergens, en tegelijk ben je toch niet helemaal daar, of alleen daar.
Soms val je samen met jezelf. Een moment.
Misschien ben je een plek waar lijnen soms samenkomen.
Of zo lijkt het toch.
Dan kun je zijn in afwezigheid. Of dan kun je dat zien, dat het zo is.
Als een ander je ziet, wie ziet ze dan?
Soms ben je verbaasd dat een ander je herkent. Je kijkt, ziet dat die ander lijkt te weten wie je bent, en dus veronderstelt dat je lijkt op wie je de vorige keer was. Misschien kun je daar wel even mee verder.
(En toen moest het ontbijt nog komen. Ongeveer.)
Misschien was het omdat je wist dat je zoveel te doen zou hebben.
Eerst even heel snel al die tekstvoorstellen klaarmaken en verzenden.
Hoe gaat het met jou? Hoe gaat het met jou?
Het aankomstuur voor het feestbezoek wordt naar beneden afgerond. Dat lijkt je wel een goed plan.
Je probeert iets te vertellen aan een vriendin. Ze heeft de goede woorden, zoals steeds.
Verder puzzelen aan de vrijdagtekst. (Het lijkt nog steeds of die elke week langer wordt.)
Vragen. Kun je dit even bekijken en reageren? Kun je even horen of jullie kunnen meewerken? Zou je die tekst kunnen afwerken? Zou ik je daarvoor mogen uitnodigen? (Het weekendlijstje wordt langer.)
Even de stad in voor cadeautjes. Het verjaardagscadeaubeheer is een belangwekkende kwestie. (Je had ook wel voor jezelf een nieuwe cd besteld. Het mocht van de kosmos.)
(Naar het postkantoor ga je wel niet meer vandaag, denk je.)
Vragen. Kun je ook nog even dit doen? Waar staat dat in de tekst? Het is wel fijn dat je altijd onmiddellijk kunt helpen. (Ooit was je ambitie om het antwoord sneller te versturen dan de vraag, maar dat heb je opgegeven.)
Intussen schuift de vrijdagtekst in de tijd op.
(De nieuwe cd is wel heel mooi. Je houdt van zijn stem.)
Je leest een interview met Bob. (Interviews met Bob zijn bijzonder zeldzaam.) Het ontroert je heel erg. (Je exemplaar van de nieuwe cd, die volgende week verschijnt, heb je weken geleden al besteld. Goede planning is belangrijk in het leven.)
(Er zijn mensen die zeggen dat je een zeer lichte neiging tot controle hebt, naast een zeer bescheiden aanleg tot discipline. Het blijft geheel onduidelijk waar ze dat halen.)
Je denkt aan iemand.
Je krijgt telefoon van een vriendin, via je computer. Er is een ringetje rond haar foto dat meebeweegt met haar stem. Je hebt de neiging om dichter naar het scherm te schuiven. Je weet niet waarom. De foto zelf beweegt niet, ook al lijkt het zo.
(Misschien is het wel tijd om de volgende weken weer eens wat brieven te schrijven. Gewoon geheel analoog met de hand en je vulpen met zwarte inkt.)
Je bent enigszins uitgeput als de tekst eindelijk klaar is en de ruwe vertaling ook is gemaakt. (Maar het is toch ook weer gelukt, eigenlijk.)
De mevrouw op de televisie zegt dat ze kale mannen met een driedagenbaardje wel mooi vindt. (Je hebt je ’s morgens nog geschoren, dat wordt dus weer niets.)
(Er komt precies een gelig puntje bovenaan de cactus.)
De zoon van je vroegere baas krijgt als journalist het eerste punt in het nieuws. Het gaat denk je over de edele discipline van semantische discussies voor gevorderden. De journalist verwijst drie keer naar het eerdere persbericht waarin 25 maal het woord stond dat niet meer mag gezegd worden. waarop de minister ook drie keer hetzelfde antwoordt. Het voordeel van dat alles is dat je wel weet wat de minister zelf denkt.
Je klapt heel voorzichtig. Misschien is het wel de laatste keer. Je buigt het hoofd.
(Zodra die laatste mails verzonden zijn, schuift iets van je af.)
Je gaat naar de regen kijken.
Je denkt aan de zee.
Als je al je stukken uit elkaar zou halen en naast elkaar leggen, waar zou je dan zijn?
Je kijkt naar je handen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten