Een diepere nacht. (En toch weer een schoenverhaal in de droom.)
Een drukke dag, eigenlijk wel.
Lijstjes die overzichtelijk lijken, tot ze zichzelf verstoren. Met dingen die nog moeten gedaan worden. Even.
(Het zou kunnen dat je computer na al die jaren voorzichtig begint te verslijten. Het brengt je in de war. Je zult allerlei circulaire oplossingen bedenken. Maar stiekem blijf je ook wel voorstander van dingen die blijven.)
(Dat je zelf aftakelt, tot daar toe, maar die startknop van je laptop, dat is wat anders…)
Kleine gesprekjes tussendoor. En ze zijn allemaal interessant.
(Je hoort Angela Hewitt Bach spelen. Je zou uren naar haar kunnen kijken.)
(Na een drukke dag en een lange vergadering nog woorden zoeken, terwijl je huid een beetje protesteert. Het is niet zo eenvoudig.)
(Gewoon kijken zou gemakkelijker kunnen zijn.)
(Je denkt aan een trage dans.)
Even de stad in om een tijdschrift te halen. En bij de apotheker langs te gaan. Je vraagt of alles goed gaat met haar. Alleen al voor die glimlach zou je binnengaan.
(Je adem legt zich voorzichtig neer.)
Je test de verbinding voor het webinar van later die week. Jouw woorden komen ergens in Estland uit een scherm. De mevrouw die jij ziet op je scherm kijkt wel nogal ernstig, en heeft een subtiel zenuwtrekje precies.
(Net zoals die journaliste die je de vorige dag mee in het journaal zag zitten. Ze heeft een mooie stem. En na het spreken moet haar gelaat precies even terug goed gezet worden, met kleine bewegingen. De-articuleren, of zo.)
Een ander geurtje.
De mevrouw voor je in de winkel wil bij iedereen die er werkt zo lang mogelijk uitleg vragen en commentaar geven precies.
(De dingen die je moet doen. In je hoofd stapelen ze zich op. Het is wel een net stapeltje. Dat is ook al iets.)
Je begint aan de vertaling van dat grote verslag. Prutswerk voor gevorderden.
(In het webinar van de vorige dag kreeg het woord prutsen ook een officiële status. Je mag het dus vrij gebruiken.)
De puntjes voor de vergadering van ’s avonds. Normaal bereid je die altijd voor in de treinrit van stad naar stad. Nu zit je thuis. Je hoofd werkt anders, wanneer je niet in de trein zit.
Van de ene kamer naar de andere. Te weinig afstand voor een tussenplek. Je staat even te wachten in de andere kamer (die dan al de ene is geworden). Een verdriet komt over je.
Verhaallagen bewegen.
(Er zou even een leegte mogen zijn, denk je.)
(En daarnaast een gesprek dat de hele tijd doorloopt, alleen een beetje verschuift van achtergrond naar voorgrond. Ergens.)
De rijst is lekker, het valt je op.
Normaal moet je lijstje klaar zijn – volgens je eigen wetten – voor de vergadering begint. In die laatste tien minuten heb je nog drie mails te versturen en dat lijstje met mogelijke onderwerpen te maken. Terwijl de vergadering bezig is, vul je het nog verder aan. (Misschien is dat wel niet geheel onvergeeflijk.)
(Stel dat je onvoorbereid op de vergadering zou zitten… Diverse vormen van standrechtelijke executie zouden kunnen overwogen worden.)
De anderen in de vergadering. Sommige stemmen hoor je veel intenser dan anders.
Je hoort dat iemand onverwacht is overleden. Je hebt warme herinneringen aan hem.
(Het stukje zal dus later zijn dan de andere dagen. Misschien kan dat getolereerd worden.)
Je raakt het gesprek nog even aan.
Je zoekt Bach, en daarna de woorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten