De pianosonates van Haydn vergezellen je door de dag. Het heeft iets te maken met het licht dat ze uitstralen, denk je.
Een naglimlach.
In de nacht waren de beelden gaan liggen. Zo gaat het steeds. Zoveel uur later moet je even terugkeren, om te kijken naar hoe de beelden – nadat ze op zichzelf hebben gewacht – zich langzaam beginnen neer te leggen. Eerst is er de staart van de late wervelwind. Dan ontwarren ze. Eerst was het beeld trillend, langzaam wordt het scherper. En je kunt alleen wachten, jezelf laten dragen door de nacht.
In de ochtend komen er woorden en zinnen in je hoofd. Misschien zou je ze moeten opschrijven. Misschien hoeft het niet, zullen ze wel gewoon blijven.
Verspreid over de dag krijg je zoveel mooie berichtjes. Over de zonderkindvaderdag. (Je bent helemaal van de kaart van ontroering. Je weet niet waaraan je dit verdient.) Er zijn woorden die een heel leven teruggaan, en een liefde die een heel leven zal blijven. Ze is daar, rustig.
Julia ligt nog in haar bed. Hoe ze er steeds zo’n warrige boel van kan maken, het is een raadsel. Maar ze ligt er zo vredig bij. Alsof de wereld in rust is.
En je denkt aan andere papa’s, met of zonder kind. En je denkt aan twee meisjes die hun papa moeten missen vandaag.
Niet te lang in de krant blijven hangen, er moet straks ook nog gewerkt worden.
Je ziet een trage dans, terwijl een vrouw een verhaal voorleest. Haar stem is zo mooi.
Julia zit aan de tafel. Ze ziet er nog een beetje warrig uit, maar haar ogen zijn al klaar voor de dag. Je gaat even bij haar zitten. Jullie hebben daarin geoefend. Zo naast elkaar zitten, kijken, en zogenaamd niets zeggen. Het wordt een mooie dag.
(Handen en een stem, dat moet je nog eens uitleggen.)
Iets gaat niet. Iets met beelden. En eigenlijk is dat een mooie gedachte.
Je leest dat boek dat je is toegezonden snel even diagonaal door. (Je oog valt op een behoorlijk gruwelijke dt-fout.)
Julia zit op het terras, met haar boeken. Ze studeert liever vroeg in de dag dan laat. Daarin lijkt ze op jou. Jij hebt nooit een nacht doorgestudeerd, en dat zal zij ook nooit doen, denk je. Ze heeft een heel ritueel van dingen die ze met haar haar moet doen, voor ze kan beginnen studeren.
Je begint dan toch maar met de herwerking van die lange tekst. Het zal in omtrekkende bewegingen moeten gebeuren denk je. Als in een soort trage wals. Elke keer een beetje weghalen, een beetje indikken. En hier en daar een woordje erbij.
Je hoort iets over kwaadheid. Je kijkt naar je handen. Het is er.
’s Middags de krant bijna op lezen. Alleen de boekenbijlage nog opzij leggen, voor straks.
Julia komt bij jou aan de tafel zitten. Ze aait je even over je kale kop en leest over je schouder mee in de krant. Ze roept iets lelijks tegen de krant over Donald Trump. Je zegt haar dat ze dat artikel over die jonge feministische meiden moet lezen.
Verder dansen door de tekst. Je hebt de tekst van 14.000 tot 10.000 woorden teruggebracht. Dat is wel genoeg voor vandaag.
Het is tijd om nog wat te lezen op het terras. De boekenbijlage en je boek.
Een erg mooi terrasbezoekje, met een plantje, en het verhaal over een vijver. De jonge vrouw die ooit naast je woonde, komt ook langs. Ze is ondertussen gedoctoreerd.
Julia heeft het artikel gelezen. Ze legt uit wat het voor haar betekent, feministe zijn. Je leert weer eindeloos veel van haar. En je bent trots. Waar onderweg heeft ze al die dingen vandaan gehaald? Hoe komt het dat zij zoveel meer kan en weet dan toen jij zo oud was?
Je ziet iets, en de zondagmelancholie slaat toe. Misschien zijn het die berichtjes die je huid hebben aangeraakt? Misschien is het dat litteken? Misschien is het gewoon dat moment van de dag?
Je begint aan het eten. Terwijl de aardappelen staan te koken, doe je de plantenronde, buiten en binnen. En er moet muziek op. En het moet hard. Je haalt de oude platen uit de kast. Dat nummer van die plaat die je eindeloos draaide, toen je zo oud was als zij nu is. …, you're the poet in my heart. Never change, and don't you ever stop. En dan die andere plaat. Van die concertfilm die je wel zes keer bent gaan kijken in de bioscoop, en die je leven veranderde. Go down, Miss Moses, there's nothin' you can say. It's just ol' Luke and Luke's waitin' on the Judgment Day. Well, Luke, my friend, what about young Anna Lee. He said, do me a favor, son, won't you stay and keep Anna Lee company? En je denkt nog aan die andere plaat. Daar dacht je de vorige dag ook al aan. I'm just an animal looking for a home and. Share the same space for a minute or two. And you love me till my heart stops. Love me till I'm dead. Terwijl sta je te dansen, trillen je handen, en lopen de tranen. Het is goed zo.
Iets in de verhalen in het journaal over hoe hongerig sommige mensen zijn om op vakantie te vertrekken maakt je droevig. (Of misschien was je dat al.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten