28 mei 2015

Een nederlaag voor de mensheid


Soms kabbelt het leven rustig verder. Soms denk je: misschien moet ik toch maar eens iets wilds doen vandaag. Soms val je ten prooi aan een onbestemd verdriet. Soms ben je vertederd, tot tranen toe, door elke uiting van menselijke genegenheid die zomaar op je weg komt.

En soms verslik je je bij het lezen van de krant. Je hebt de beelden nog op je netvlies van de dolgelukkige mensen na de uitslag van het referendum in Ierland over het homohuwelijk. Ze hadden ervoor gezorgd dat je dacht dat het nog wel goed komt, of zoiets, met de wereld.

Tot je dus leest dat een of andere überflippo van het Vaticaan, de heer Pietro Parolin (nee, niet ‘Pralin’) vindt dat die uitslag een – I quote – “nederlaag voor de mensheid” is. Het was volgens hem geen nederlaag voor de christelijke principes, nee, het was een nederlaag voor de mensheid. Iets als “how zekers!” gaat dan door je hoofd.

In het kader van je nimmer dempende dienstbaarheid aan (je had bijna ‘de mensheid’ gezegd) het algemeen belang bel je die witteboordennitwit even op. Hierbij een transcriptie van het gesprek.

Meneer Pralino, als u nu zou zeggen dat u een klein beetje teleurgesteld was door het resultaat, dat zou ik nog begrijpen voor een mens die de pech heeft geworpen te zijn in het Vaticaan. Ik zou het u gunnen. Maar een nederlaag voor de hele mensheid, is dat er niet een ietsiepietsie over?

Nee, helemaal niet, ik ben nog vriendelijk gebleven. Dit breng een genadeslag toe aan de natuurlijke orde.

Maar, meneer Parlofono, als u het heeft over de hele mensheid, dan hoor ik daar toch ook bij, veronderstel ik? Waarom zou dit een nederlaag zijn voor mij? Ik ben alleen maar blij.

Blij? U zult dan ook wel zo’n homoseksuele provocateur zijn die absoluut zijn afwijking wil opdringen aan anderen en daardoor het echte christelijke verbond tussen man en vrouw wil schaden. Zalig de simpelen van geest. Misschien beseft u zelf nog onvoldoende hoe erg dit is, verblind als u bent door al die decadente uitspattingen.

Het is dat ik meestal goed gezind ben, meneer Parafernalio, maar ik moet u toch tegenspreken. Ik ben geheel hetero, hoogstens nog lesbo, maar - met alle liefde voor mijn homovrienden - homo ben ik zeker niet. En ik ben wel degelijk bij volle bewustzijn. Ik had enigszins de indruk dat veeleer u, door uitspraken over de gehele mensheid, mij iets wilde opdringen. Weet u, ik vind god best een fijne vrouw, maar geloven in haar doe ik niet echt. Ik gun het u van harte, en ben blij voor de innerlijke rust die u dat zou moeten opleveren, maar ik behoor niet tot uw club. Ik wil u niet van uw geloof doen donderen, zoals mensen die van hun paard vallen. (Of nee, die vielen van hun paard in hun geloof, niet van hun geloof.) Anyway.

Hoe durft u? Godslastering! Schaam u diep.

Ik zou niet weten waarom. Trouwens, meneer Parabolio, wat ik niet begrijp in deze kwestie, is het volgende. Ik dacht altijd dat god de mens naar haar beeld had geschapen. Dat is een mooie gedachte. Dat dat in mijn geval zou gelden, is weinig waarschijnlijk. Maar, aangezien ik ervan uitga dat u vindt dat alle mensen  gelijk zijn, wil dat dan toch zeggen dat god zelf ook homo of lesbo of bi, en dus ook hetero, zou kunnen zijn. Omnipotens als het ware, om er even een snuifje Latijn tegenaan te gooien. U vindt dat waarschijnlijk een beetje beledigend voor uw god, maar wil dat dan zeggen dat u vindt dat mensen die niet hetero zijn, volgens uw normen, dus geen volwaardige evenbeelden van god zijn? Dat zou toch een rare gedachte zijn?

U heeft er nog steeds niets van begrepen. Onze heilige moeder de kerk is niet tegen de homoseksuele geaardheid op zich. Dat is een soort kruis dat men te dragen heeft. Maar het uiten van die geaardheid, dat is iets anders. En het huwelijk mag enkel voorbehouden blijven voor een verbond tussen man en vrouw, want zo heeft god het bedoeld.

Ik begrijp het inderdaad nog steeds niet, meneer Paradontax. Ik heb altijd geleerd dat god liefde is. En dat heb ik altijd een bijzonder mooie gedachte gevonden. Ik moet toegeven dat ik dat als kind niet zo goed begreep, ik wist niet goed hoe ik mij dat moest voorstellen. God was toch zogenaamd een persoon, en liefde leek me altijd iets als etherische olie of zo. Maar nadien begreep ik dat het erom ging dat waar de liefde was, dat daar god ook was. Als ik dus, verlegen als ik altijd ben, een mooie vrouw kus, uit liefde (voor minder doe ik het niet), dan is god daar ook, in zekere zin, god ziet namelijk alles. Maar op zich is dat toch een geweldige gedachte, dat god liefde is. God heeft er dan ook alle belang bij dat er zoveel mogelijk liefde is in de wereld. Ze wil de liefde toch niet voor zichzelf houden, veronderstel ik? Welnu, als er twee homo’s of lesbo’s zijn die overlopen van liefde voor elkaar, en dat ook nog eens willen bevestigen door te trouwen, dan is dat iets als de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van de liefde. Dat kan toch alleen maar de uitvoering van gods plan zijn?

U volhardt duidelijk in de boosheid. God heeft man en vrouw geschapen, Adam en Eva, en hen voor elkaar voorbestemd. Dat is het fundament, dat is de natuurlijke orde zoals god die gewild heeft.

Maar meneer Paridaiso, ik heb helemaal geen probleem met Adam en Eva. Ze waren maar met zijn tweeën, en ze hadden waarschijnlijk geluk dat ze elkaar aantrekkelijk vonden. Statistisch gezien is dat goed uitgedraaid. Ik ben blij voor hen, hopelijk was de liefde diep en vervullend. En dan? Dat zegt toch niets over wat anderen moeten doen? Als ik het goed begrijp, mag ik homo zijn, maar alleen in het diepst van mijn gedachten. Iets als: kijken maar niet aankomen. Dat bedekt u met de mantel der liefde waarschijnlijk. Ik mag dus verliefd zijn, stiekem, maar nooit overgaan tot de liefde. Omgekeerd zou u het volstrekt normaal vinden als ik als homo zou trouwen met een vrouw, omdat dat zo hoort volgens uw kerk, en dat er dan weinig of geen liefde aan ons verloren gaat, dat is niet erg. Ik denk dat god het met die redenering niet eens zou zijn. In al haar liefde heeft god de mens gemaakt, en de mens de vrijheid gegeven. De vrijheid om te falen. En net daarom is de liefde zo geweldig, omdat de liefde je kan doen geloven dat je groter kunt zijn dan je falende zelf. Dat je dat kunt geloven, dat lijkt mij het werk van god. De kerk daarentegen, die is door mensen gebouwd. Falende mensen trouwens, dat is het lot van de mensheid. Misschien hebben die falende mensen, uit angst, regeltjes gemaakt die meer zeggen over die angsten dan over god. En het is niet omdat god zwijgt dat die regeltjes ook kloppen of de stempel ‘goedgekeurd door god’ dragen. Dat mensen willen geloven in de liefde, en dus zo in iets dat goddelijk zou kunnen zijn, en dat geloof tegenover de mensheid willen bevestigen door te trouwen, hoe zou god daartegen kunnen zijn. Volgens mij is dat een overwinning voor de mensheid.

(Een vloek volgt, die hier om redenen van kiesheid niet kan worden getranscribeerd.)

Geen opmerkingen: