19 mei 2020

Gedachten 63

In je droom loop je met een gele doos met daarin vinylplaten van een of andere limited edition rond. In je droom kijk je naar die doos en vraag je je af waar die doos vandaan zou kunnen komen. Je denkt onbewust iets als: dit zal wel bij deze droom horen.

Blijkbaar heb je in je droom op een of ander metaniveau de droomconventies aanvaard.

(Je bent niet slim genoeg voor jezelf.)

Het nieuwe flesje aftershave. Balsem. Het is niet duidelijk voor jou of er in dat afsluitding (een tjoepke, zou je zeggen, bij gebrek aan kennis over het officiële woord) nu al of niet al een gaatje zit. Je prutst het eruit, om te zien dat er inderdaad al een gaatje in zit. Na aanbrengen lijkt de melkachtige inhoud toch iets meer te verfrissen (heftig) dan te balsemen. Of zoiets.

Andere dingen in de ontbijtkosmos zijn voorlopig niet gewijzigd. Naar de brievenbus, de kranten eruit halen, de kranten op de tafel leggen en een eerste keer doorbladeren, het warme water in de filter met koffie gieten, het bord uit de kast halen, de sinaasappeltjes persen, …. De boeddhist in jou heeft officieel de onbestendigheid van de dingen geheel aanvaard, maar vindt het ook wel handig dat sommige dingen nog even voorspelbaar zijn als de vorige dag.

Om een of andere reden beginnen mensen een beetje veelbetekenend te glimlachen als je zegt dat je een zeer wild leven hebt. (Ze moesten eens weten.)

In het diepst van je gedachten…

De meneer op de parking van de Gamma is bijzonder vriendelijk. Hij zou nog een grote strik om die winkelkar hangen, als dat zou kunnen. Je hebt potgrond nodig. Grote zakken potgrond liggen buiten opgestapeld, dus nog voor je in de winkel bent. Dat is altijd een beetje licht verwarrend voor jouw beperkte brein, dat denkt dat aan te schaffen spullen zich bevinden voorbij de lijn waar de winkel begint. Maar de winkelkarmeneer vindt jouw vraag niet zo dom blijkbaar. (Er lopen in de Gamma soms wel eens meneren rond die ervoor zorgen dat je zeker weet dat elke vraag die je zou kunnen stellen dom is.) Het komt goed. Je hebt nog zo’n flesje nodig om je kookplaat te reinigen, in de variant dagelijks reinigen. De voorbije weken was je flesje de  hele tijd bijna op, waardoor dagelijks reinigen er niet in zat en er kookplaatreinigingsonderhandelingen plaatsvonden aan het aanrecht. Je loopt meteen zonder aarzelen naar de juiste plek waar het flesje zich bevindt, dagelijks reinigen. Het komt misschien nog goed met jou vandaag.

Een belangrijke vergadering. Je had hard gewerkt aan de voorbereiding daarvan, de voorbije weken. Het verloopt goed. (Je bent stiekem wel een heel klein beetje tevreden over jezelf.)

Je krijgt een mail van mynexuzhealth. Vooral die z is wel belangwekkend. Je voelt je toch meteen gezond op een ander level door die z. Er is blijkbaar een nieuw bericht toegevoegd. Je probeert in te loggen met dat apparaatje waar je je identiteitskaart in moet steken. Na 734 keer opnieuw de software downloaden lukt het nog steeds niet. Je krijgt een melding van fout zoveel. Na 28,3 keer doorklikken, en steeds op dezelfde pagina’s uitkomen heb je nog steeds geen idee wat er aan de hand zou kunnen zijn met dat apparaat. Wat wel vervelend is. Misschien staat er in mynexuzhealth wel dat je sinds gisteren dood bent. Of staat er iets als: u bent ook voor mynexuzhealth niet slim genoeg.

Twee vergaderingen verder. Jouw geluid doet het niet, blijkbaar. Men hoort je niet. Of je daar even iets aan kunt doen. Afsluiten en weer inloggen, denk je, met je beperkte vermogens. Het lukt. Sommige dingen blijven overzichtelijk in de kosmos.

De verhalen in de krant. Die jongen de vorige dag in het journaal. De kinderen die je vandaag in het journaal ziet. De verhalen snijden dwars door je heen. Ze vertellen alles zo rustig, met stille stem. Zo waardig in het onrecht dat ze ondergaan. Terwijl tegelijk iets helemaal niet stil zou mogen zijn. Later in het journaal de zoveelste vraag over het grote onrecht dat de tweedeverblijvers wordt aangedaan. En je hoorde al eerder hun advocaat op de radio. Met veel lawaai. Het zal ook best wel erg zijn, maar toch.

Sommigen zijn net iets meer bezorgd over tweedeverblijvers dan over groeiende armoede. De tweedeverblijvers hebben hun rijkdom zelf verdiend, zo luidt steeds het verhaal. Wie arm is, zal waarschijnlijk niet genoeg moeite doen of is nog niet genoeg geactiveerd, zeggen dezelfden. Rijk en arm hebben dus zelf hun positie verdiend, heel kort samengevat. En als in de EU er eindelijk meer beweging komt in het zoeken naar middelen om te helpen wie het hardst getroffen was, zijn het diezelfden die dat toch meteen niet zo’n goed idee vinden. Diezelfden die eerder al vonden dat geld geven aan Polen of aan mensen in Wallonië niet kon omdat je eigenlijk steun zou moeten geven aan de beste leerlingen van de klas en omdat er toch meer mensen ziek werden in Vlaanderen, terwijl de oversterfte het grootst bleek in Mons, maar dit geheel terzijde. (Iets met: roepen naar het scherm.)

Misschien was de dag te druk, met te veel afspraken, voor trage en aarzelende woorden. Die komen wel straks, in de nacht.

Je ademt jezelf een lege plek. Net voor er weer een vergadering begint. In je hoofd kijk je naar wie je dierbaar is. Het is heel even een beetje nodig.

Geen opmerkingen: