Soms ben je de dag even kwijt, moet je je even oriënteren in de week. Er zijn van die ankerpunten die je even moet zoeken. (Dit is de dag voor die dag. Die dag is de dag dat het weekend begint. Dit is de dag van de kine. Dit is de dag van het boekenkatern. Blijkbaar heb je ook een min of meer voorspelbaar kookschema.)
Gelukkig hebben alle andere mensen wel een wild leven.
(Nochtans, in jouw hoofd…)
Je hebt hetzelfde lichaam (min of meer toch) dag na dag, en je hebt dezelfde bureaustoel. Soms past je lichaam er goed op. Soms lukt het van geen kanten.
Er is nog een pakje gearriveerd, zo hoor je. Het evenwicht in de kosmos herstelt zich heel langzaam.
Je knutselt die berichtjes voor de website bij elkaar. (Waardoor je hopelijk van de diverse soosjalmiediakanalen van je werk niet de hele tijd meer van die berichtjes zult krijgen die je erop wijzen dat zoveel volgers al zo lang niets meer van jou gehoord hebben. Het zou ook kunnen bijdragen tot hun levensgeluk dat ze al een tijd niets meer van je hoorden.)
Tijdens de vergadering probeer je een belangwekkende kwestie helder uit te leggen. Je schrikt een beetje van jezelf.
In sommige berichten van de krant heb je helemaal geen zin.
Lekker windje, denk je bij het fietsen.
Altijd fijn om de winkel binnen te stappen.
Er hapert iets in de chocoladebevoorrading. Misschien verlangt de chocolade naar zichzelf.
Dansen kan een effectief dipjesantwoord zijn, zo wordt ook door iemand anders bevestigd.
Je zoekt een liedje.
(Je herinnert je nog, hoe je haar dat liedje zag zingen, toen tijdens dat concert. Je weet nog waar je zat in de zaal, met wie je daar was toen.)
(Soms vraag je je af of wat je denkt wel groot genoeg is. Misschien zou het iets meer mogen zijn om als gedachten bij elkaar te harken en naast elkaar te zetten als een hoopje woorden. Misschien is het ritme wel al een beetje genoeg.)
In het kijken van de ene naar de andere kamer ben je ongeveer aan de pretekstuele aarzeling. Je maakt het document al klaar, met netjes geordende titeltjes. Je moet alleen nog de ruimte tussen de titeltjes boetseren.
Hoe gaat het met jou? Hoe gaat het met jou?
Even alleen. Jij en de planten. Voorzichtig enkele dorre stukjes wegplukken. (Als een uitgesteld minikapperbezoek.)
Door proactief ingrijpen voorkomen dat het kookvocht van de rijst er ineens uitpruttelt. Geldt ook voor pasta. Techniek voor gevorderden. (Soms denk je dat je het systeem begrepen hebt. Soms lacht het gepruttel je in je gelaat uit.)
(Het is vervelend om telkens opnieuw, hoewel je dat echt niet wilt, te moeten merken dat je niet bestand bent tegen de stem van die ene mevrouw. Sommige stemmen kunnen je verzoenen met de existentie. Sommige stemmen kunnen je boterzacht maken. Sommige stemmen kunnen ervoor zorgen dat je op alles ja zou zeggen. Sommige stemmen doen je huid tintelen. Maar sommige stemmen doen niets van dat alles.)
Bij het klappen probeer je te kijken naar zij die er niet meer zijn. Ze kijken naar jou. Je buigt voor hen.
Je ziet een bericht voorbij komen dat stelt dat een “knuffelmaatje” of “seksbuddy” in coronatijden zou moeten kunnen voor singles. Verwarring: ligt de nadruk op moeten of op kunnen? Maar verder no pressure. Volgens een officieel Nederlands instituut is het “logisch dat u als single ook lichamelijk contact wilt hebben”. Wel een hele geruststelling dat men dat officieel heeft vastgesteld. (Ingewikkeld.) In het artikel blijkt het over huidhonger te gaan. Dat woord is toch gemakkelijker, om een of andere reden. Of overzichtelijker. (Je zult het eens in de groep van de innerlijke dialoog werpen.)
Kijken naar alles wat is, in de prewoordfase, dat is al genoeg, denk je.
Je wacht op je adem. Je ziet de sporen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten