Je hoort de klokken al. Het is bijna tijd om te gaan klappen.
Welke rituelen zullen we houden? Voor de tijd die we zullen aanvoelen als de tijd na?
In de verte klapt het kleine meisje met de mooie blonde krullen dapper mee. Ze dartelt over het plein.
Iets later in de dag komen, het is weekend. Het mag misschien.
Je had het al gehoord op de radio, en je ziet het nu, nadat je de kranten uit de brievenbus haalde. De ene krant heeft een nieuwe lay-out. Je eerste indruk is teleurstelling. Het ziet er sneller uit. Ook deze krant lijkt weer iets meer op andere kranten, qua uitzicht dan, denk je. Het maakt je een beetje verdrietig. (Je begint meteen met een interne dialoog om jezelf ervan te overtuigen dat het beter is niets te vinden voorlopig, en het gewoon een beetje te laten gebeuren. Je reactie heeft misschien wel meer met jou dan met de krant te maken, suggereer je.)
Iets in jou is niet zozeer bang van verandering, denk je, maar hoopt wel dat er enkele dingen zijn die blijven. Als kleine plekken waar het veilig is. Of als dingen die niet zomaar steeds weggaan. (In het kader van de zelfopvoeding leg je aan jezelf uit dat het goed is om naar die verlangens te kijken, om daarna dan met open ogen de nieuwe krant te lezen.)
Ondanks de pedagogisch verantwoorde ochtend kom je toch nog te vroeg in de winkel voor de weekendboodschappen. De mevrouw vraagt of je al naar je tweede verblijf bent gegaan. Naar het derde, antwoord je, op ernstige wijze. Je wijst erop dat er te weinig maatschappelijke aandacht is voor het grote probleem van de derdeverblijvers. Even gelooft ze je. Ze vraagt of ze iets gemist heeft in het nieuws. Die paar seconden van twijfel zijn wel mooi.
Je brengt het verjaardagskaartje weg naar het postkantoor. Het verjaardagsbeleid zit stilaan terug op schema.
Je neemt je voor de dingen af te werken die waren blijven liggen de vorige dagen.
De kosmos daagt je even uit. Na vijf minuten valt je computer ineens helemaal uit. (Er zit een diepere wijsheid in het besef van de veranderlijkheid en onbestendigheid van de dingen, geheel boeddhistisch verantwoord, maar een computer die gewoon werkt is natuurlijk ook wel handig. Gedurende een lange minuut wordt de zelfopvoeding onder druk gezet. Na diep ademen en op de knop duwen, start het ding weer op.)
Op magische wijze heeft je laptop zich helemaal hersteld. De vorige dagen kreeg je een melding om je op de hoogte te brengen dat het installeren van updates niet gelukt was en dat men het later nog eens zou proberen. Voor het geval dat je zelf hulp zou zoeken zou de volgende foutcode handig kunnen zijn, zo stond er. En dan dus die mysterieuze code. Toch wel een beetje een rare boodschap. Je begint te zoeken op de pagina’s die je zouden moeten helpen (en meestal vooral bewijzen dat je dom bent). Er staan allerlei strategieën, waarbij ook het aanklikken van de functie ‘probleemoplosser’. (Ze zouden dat bij sommige mensen ook moeten installeren, dacht je nog even.) Na twee keer de probleemoplosser laten werken had die gezegd dat het probleem niet gevonden was (en dus waarschijnlijk niet opgelost kon worden.) Het was na het reconstrueren van je dromen een van de eerste gedachten van de dag geweest. Of je tot het einde der tijden op die updates zou moeten wachten. Maar het blijkt, na die korte appelflauwte, dat alles spontaan bijgewerkt is, en smoothly werkt.
Het blijft wel een raar gevoel, zo afhankelijk zijn van een apparaat. Een erg kwetsbare vrijheid.
Je schrijft een stukje over een lezing die je binnen enkele maanden gaat geven. Er was je ook gevraagd jezelf te beschrijven, kwestie van jezelf een beetje in de markt te zetten. Je weet niet helemaal zeker of je daarbij ook moet vermelden dat je van echt zure pickles houdt bij de gebakken aardappeltjes. (Dingen die blijven.)
Na de middag een ruim fietstochtje, en nog een pakje thuisbezorgen. Ook dat is weer gelukt.
Opruimen in het huis. Een doos met knuffels en kinderboekjes maakt zich klaar voor een nieuwe bestemming.
Een fijn terrasgesprek met een vriend. Je krijgt zomaar een kleine les over Hannah Ahrendt cadeau. Later als je groot bent, ga je nog eens alles van haar lezen, neem je je voor. (Dat en ook het hele Wohltemperierte Klavier. Maar verder no pressure.)
Je collega en zijn zoon brengen een lading planten voor je terras. Het is fijn hen te zien.
Bij het schrijven merk je dat je rug het langzaam aan het begeven is. Misschien zijn er zinnen die naar buiten willen. Zinnelijkheid kan ook voorwoords zijn.
Leonard Cohen is als een veilige plek, terwijl je rug begint te zinderen.
Er is nog steeds veel wind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten