Kun je iemand echt kennen? Of zie je in een ander vooral het beeld dat je van haar of hem maakte? Wat is wijsheid? Hoe leef je binnen of b, uiten de tijd? Je zou kunnen zeggen dat het typische vragen zijn voor een boek van Julian Barnes. En dat zijn ze dus ook, in zijn nieuwe roman Elizabeth Finch. Barnes doet zoals steeds op een heerlijke manier wat alleen hij kan doen. Erudiet, scherp en ironisch, en ook altijd een beetje onvatbaar en op afstand. En toch is er ook iets dat hapert aan dit boek.
De verteller van het boek is Neil. Hij is een niet bepaald succesvolle acteur, die lijkt uit te blinken in mislukkingen en onafgewerkte projecten. Hij is niet echt geniaal, lijkt onbewust te wachten op iets dat groots is, dat hem zal raken en tot iets moois aanzetten. En dat komt er in de figuur van Elizabeth Finch, een uitzonderlijke vrouw die op zijn weg komt, zijn leven overhoop haalt en op een bepaalde manier zijn project wordt. De werkelijkheid is evenwel geen project, en Neil is ook niet echt goed in het afwerken van projecten.
Neil gaat een volwassenencursus “Culture and Civilisation” volgen en die wordt gegeven door de uitzonderlijke Elizabeth Finch. Die wil met haar enorme kennis haar studenten uitdagen om zelf kritisch te denken, om alles in vraag te stellen. Ze straalt wijsheid uit, verzet zich tegen alles dat met ‘mono-‘ begint en is een levend pleidooi voor een verdraagzame open samenleving, ver van dwang en populisme. Ze is stoïcijns, schermt haar eigen persoon erg af, en lijkt ook een beetje uit de tijd te vallen. Haar rustige zelfbewuste eigenzinnigheid stoot sommige cursisten af, en is tegelijk erg aantrekkelijk voor anderen, zoals Neil.
Neil is diep onder de indruk van haar en bewondert haar, misschien net iets te veel. Ze staat voor hem voor zoveel dat hij zelf niet is. Tegelijk blijft ze een enigma. Hij zou meer willen weten over haar persoonlijk leven, hij stelt zich voor dat ze eenzaam en lichtjes getormenteerd is. Hij maakt ook voor haar cursus zijn eindwerk niet af. Maar ze blijven nog wel in contact met elkaar. Enkele keren per jaar, telkens volgens een vast ritueel, spreken ze af om samen te eten. Voor hem is het telkens een heel bijzondere intellectuele ervaring. Hij voelt zich bevoorrecht, laaft zich aan haar wijsheid, maar raakt tegelijk niet over een afstand heen.
En dan sterft ze. Tot zijn verbazing laat ze haar persoonlijke notities na aan hem. Voor hem lijkt dat te bevestigen dat hij toch heel belangrijk was voor haar. Hij hoopt stiekem dat haar geschriften veel zullen onthullen over haar persoonlijk leven, over haar liefdes en verlangens. Hij droomt ervan om een soort biografie over haar te maken, om haar te eren als een belangrijke vrouw. In die notities komt hij ook materiaal tegen dat al aan bod kwam in de lessen van Elizabeth Finch. Het gaat over de laatste heidense keizer van het Romeinse rijk, Julianus de Afvallige. Hij heeft zich als laatste proberen te verzetten tegen het opkomende christendom. Als de dingen toen anders waren gelopen, zo stelde Finch vaak, zou de wereld eeuwen van ‘mono’ zijn bespaard. Neil voelt zich verplicht om met dat materiaal aan de slag te gaan.
Dat zorgt voor een vrij merkwaardige structuur van het boek. Het eerste deel is het verhaal van de tijd dat Neil haar leerde kennen en brengt verslag uit over hoe ze was als docente, wat ze voor hem betekende. Tot hij verneemt dat ze is gestorven en hij vaststelt dat ze al die tijd nooit iets heeft gezegd tegen hem over haar gezondheidstoestand. Hij krijgt haar notities, merkt hoe belangrijk die keizer was. Het tweede deel van het boek is een essay, van de hand van Neil, over het leven en het historisch belang van Julianus. Het is interessant, en ook wel een beetje taai en lang. In het derde deel van het boek wordt het dan ‘vintage’ Barnes. Neil heeft regelmatig contact met de broer van Elizabeth Finch en zoekt ook toenmalige medecursisten op. Hij komt enkele dingen te weten over haar leven, maar heel veel ook niet. Uit zijn contacten leert hij gaandeweg dat de Elizabeth Finch in zijn hoofd in veel opzichten vooral zijn eigen constructie is. Niet alle anderen vonden haar zo overweldigend of baanbrekend. Ook anderen hadden een nauwe band met haar, hij was niet de enige. Misschien had hij gehoopt om via zijn project aan zijn eigen beperkingen te ontsnappen, maar dat lukt niet echt. Ze zal zich via hem niet tot een groot verhaal laten kneden. Misschien was haar nalatenschap voor hem niet zozeer een opdracht, maar wel een bekentenis. Neil is een onbetrouwbare verteller van zijn eigen verhaal. Misschien is een ander mens nooit te kennen.
Julian Barnes is ook in dit boek every inch de vakman die hij is. Hij schrijft zoals steeds een prachtig Engels en is superieur in zijn techniek. Overal voel je onderhuids zijn eruditie, maar hij kapt die nooit als een boekenkast over je heen. Via falende personages zegt hij veel over wijsheid en kenbaarheid. De bijzondere structuur van het boek, met dat lange essay in het midden, is onverwacht en vraagt veel van de lezer, maar klopt tegelijk ook wel. En toch werkt het boek ook niet helemaal. Soms lijk je als lezer te wachten op iets dat je sterker zal raken, waardoor je nog beter de noodzaak van dit boek zult voelen. Op een of andere manier blijft het ook een beetje afstandelijk. Misschien zou je willen dat het personage van Elizabeth Finch je meer overhoop zou halen, of misschien zou je willen dat dat gevoel zou worden ondervangen door een of andere tragiek of iets dat meer schuurt en wringt bij de andere personages. Iets waarop je als lezer de hele tijd hoopt, komt niet, zo lijkt het wel. Soms lijkt het alsof Barnes zelf een beetje worstelt met zijn onderwerp. Maar graag lezen doe je het altijd wel, zoals steeds. En dat betekent al veel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten