31 juli 2022

Het Oog van de Naald


“Het leven is achter jezelf aan dwalen zonder de hoop te hebben jezelf ooit te vinden.” Misschien is het dat wat de tijd met ons doet. Misschien speelt de tijd een sluw spel met ons. Misschien kunnen we in de liefde voelen wat het is om toch minstens een beetje aan de tijd te ontsnappen. We leven in herinneringen, die van ons en die van een ander, als een soort kruispunt waar de tijd door ons heen gaat. Ondertussen drijven we door het leven, dat soms zo onvatbaar en surrealistisch is. In een wereld waar grotere machten soms proberen om de herinneringen en de tijd te kneden. Maar je kunt ook de geschiedenis bestuderen, als een vorm van vrijheid. En al die tijd is er een eindeloze stroom van verhalen, misschien wel als een rivier van de tijd. Het zijn gedachten die blijven hangen na het lezen van de heel bijzondere roman Het Oog van de Naald, van de Poolse schrijver Wiesław Myśliwski. Een dik boek om traag en meanderend te lezen.

Aan de rand van de stad is er een smalle doorgang, het restant van een oude poort, op een trap. De trap leidt naar een groene vallei. Die doorgang noemt men Het Oog van de Naald. Je moet er doorheen om van binnen naar buiten te gaan, van hier naar daar. En net op die plek kun je anderen en jezelf tegenkomen. Twee mensen kunnen niet tegelijk door de poort. Je moet elkaar in de ogen kijken. De een moet de ander voor laten gaan. De een is jong en onrustig, wil snel naar de andere kant. De ander is oud en heeft tijd nodig om behoedzaam de treden van de trap te nemen. Op die plek komen een jonge en een oude man elkaar tegen bij het begin van het boek. Na een tijdje begrijp je als lezer dat ze allebei dezelfde man zijn. De jonge man wacht op een meisje. Hetzelfde meisje waarop de oude man zijn hele leven heeft gewacht. De oude man valt van de trap en sterft. De jonge man is de enige getuige, en zo ook een verdachte. De oude man gaat terug naar een plek waar de dingen nog open waren, zo leek het toch. Maar ondertussen ligt zijn toekomst al achter zich. De jonge man is rusteloos, wil niet geconfronteerd worden met wat de oude man al weet. De oude man zegt: “Eerlijk gezegd is elk leven een herhaling van iemand anders zijn leven. Het verleden loopt op ons vooruit, moet u weten, wij sloffen er maar wat achteraan. Want wie zou zijn eigen leven kunnen bijhouden.”

Doorheen het boek keer je als lezer nog regelmatig heel even terug naar die plek op de trappen. Tussendoor krijg je in een reeks verhalen het leven te horen van de ik-verteller. Het verhaal begint in de periode voor de Tweede Wereldoorlog, gaat verder in de communistische tijd na de oorlog, tot in het nu. Een zigeunerin heeft aan de jonge man voorspeld dat hij een lang leven zal leiden. Hij groeit op in een eenvoudig middenklassengezin. Ze overleven de oorlog. Hij wil geschiedenis gaan studeren, maar dat lukt nog niet meteen. Eerst gaat hij nog in een fabriek werken, wat hem wat ‘proletarische punten’ oplevert in de ondertussen communistische maatschappij. Hij kan toch nog beginnen aan de universiteit en zal uiteindelijk professor geschiedenis worden. De hedendaagse tijd wil hij niet bestuderen. Die is immers al te veel een object geworden dat de nieuwe machthebbers in hun ideologisch project willen inschakelen.

In een reeks soms tragische en vaak hilarische en bijna absurde verhalen volgen we hem bij het opgroeien. Als jongen is hij volledig in de ban van een bijna mythisch meisje dat aan de rand van de stad woont en op weg van school naar huis door de vallei ging waar hij op haar wachtte. Haar huis stond waar het getto was waar in de oorlogsjaren vreselijke dingen gebeurden en dat na de oorlog werd vervangen door moderne gebouwen, waardoor ook de herinneringen werden weggeduwd. Wat er van het meisje geworden is, weet hij niet. Als student woont hij in allerlei merkwaardige kamers en huizen met kleurrijke en soms groteske maar ook tragische figuren. Het zijn levens die op een of andere manier ingehaald worden door de tijd. Hij gaat nog wel regelmatig op bezoek bij zijn ouders, maar zijn academische carrière lijkt hem op te slorpen. Ergens wordt vermeld dat er een liefde is geweest in zijn leven en dat er ook een zoon zou zijn, maar veel kom je daarover niet te weten. Als hij ouder is wordt hij uitgenodigd naar de stad die nog allerlei sporen zou hebben van zijn jeugd. Maar het wordt een moeilijke confrontatie. Misschien laten zijn herinneringen hem in de steek? Misschien zijn de dingen anders verlopen dan hij ze zich herinnert? Misschien is het gemakkelijker in je eigen herinneringen te leven en die niet meer te plaatsen naast wat er nog rest van de werkelijkheid? Onderhuids in de verhalen lees je veel over wat de oorlog teweegbracht en over de benauwende en surrealistische periode van het communisme.

Het boek wordt verteld in een meanderende vorm. Het is alsof je iemand die bij je aan tafel zit hoort vertellen, in wat vrij willekeurige associaties lijken, van het ene naar het andere verhaal. Maar als je goed kijkt, zie je dat het veel ingenieuzer in elkaar zit. Regelmatig kom je weer bij die plek op de trappen en weet je niet meer goed of het nu de jonge of de oude versie is van de man die aan het woord is. En dat is ook de bedoeling. De auteur heeft een vorm gevonden waarin verleden en heden, de herinneringen van jezelf en van anderen in één rivier van de tijd samenkomen. Er ligt een zwaarte over dat alles, in het besef van een bijna willoze herhaling van levens die al voorgeleefd zijn. Er zijn de tentakels van de oorlog en de macht die je ruimte beperken en die zich de tijd willen toe-eigenen. Maar in dat alles kun je ook zien hoe hilarisch en leeg zelfgenoegzaamheid kan zijn. En er is ook de kracht van de liefde, als de ultieme kracht om aan de tredmolen van de tijd te ontsnappen. Liefde is een bovenmenselijke, bijna mythische kracht, die soms beter een beetje wegblijft van de werkelijkheid. Misschien is het beter dat het meisje onbereikbaar blijft. Je kunt altijd blijven verlangen naar die groene plek aan de andere kant van de poort. Maar om daar te komen, kun je niet anders dan jezelf tegenkomen, in alle versies van de tijd.

Geen opmerkingen: